Misschien is ‘De fuik’ wel een van de ontroerendste verhalen die Henk van Woerden schreef. Ik weet niet of dat met het puur Hollandse onderwerp te maken heeft (de confrontatie met het foute verleden van een ouder, van iemand die beslist niet Hollands wilde zijn), met de poging afstand tot die vader te bewaren zonder dat dat lukt of met de puzzelstukjes die in dit verhaal op hun plek terechtkomen. Eén ding weet ik wel, na verschillende vroege versies te hebben gelezen, is het verhaal me zeer sympathiek geworden.
Wie de twee fragmenten naast elkaar legt, ziet dat de gepubliceerde versie korter en strakker is. Dat fragment is ook minder emotioneel getoonzet. Hier is geen sprake van een zoon die zijn vader zou willen omarmen en in ‘één moeite door die akelige pet van zijn kop’ zou willen slaan. Ook de herinneringen aan de emoties van de vader, na het overlijden van diens moeder, zijn verdwenen.
De afstand is in de gepubliceerde tekst kortom groter dan in de oerversie. In het overige deel van de oorspronkelijke versie worden ook andere persoonlijke parallellen getrokken: zoals die tussen Loes Moesman en de moeder (die in een tweede versie door Loes Moesman zelfs wordt neergezet als een vrouwelijke nsb'er); er worden herinneringen opgehaald aan de moeder zelf (‘Ze vertederde, op een manier die ik naderhand het liefst had willen vergeten. Het was toen al niet te bevatten geweest: hoe kan je zo verschrikkelijk veel van iemand houden, die eigenlijk nogal lelijk is?’); en er wordt verteld over het eigen bedplassen tijdens logeerpartijen bij de grootouders van vaders kant, het verstoppen van de klamme lakens, de woede van de grootvader en het medelijden van de grootmoeder. Ook worden in de oorspronkelijke versie veel meer verhalen overgenomen die Loes Moesman had verteld over het korfballen en over vakanties in Knokke, en er werd aanvankelijk veel meer aandacht besteed aan het uiterlijk van deze Loes Moesman.
Dat dergelijke passages verdwijnen, is niet raar en het is ook een goede keuze geweest. Sommige parallellen komen in de oerversie namelijk wat geforceerd over en er is duidelijk voor gekozen de moeder en haar vermeende rol als vrouwelijke nsb'er niet mee te nemen. Het is namelijk onduidelijk of het waar is, Van Woerden vindt er geen bewijzen voor (of wil ze niet vinden).
Voor de rol van vader Van Woerden blijken bewijzen in overvloed te vinden. Waar in de oerversie nog geen sprake is van een bezoek aan het Algemeen Rijksarchief in Den Haag, is dat in de gepubliceerde versie wel het geval. In dat archief wordt alles nog eens bevestigd en aangevuld, waaronder de emigratie naar Zuid-Afrika, omdat andere landen vader Van Woerden afwezen.
Het lijkt een vertrouwd patroon: de gevoelige autobiografische informatie wordt in de uiteindelijke versie op een afstand gehouden, minder herkenbaar gemaakt - bevattelijker voor de literaire lezer, en minder pijnlijk voor het onderwerp zelf.