[2007/6]
van de redactie
In dit nummer nemen verschillende schrijvers u mee naar de kelders van het schrijven. Krijgen we inzage in fragmenten die uiteindelijk niet in de romans terechtkwamen, en die nu door de schrijver - voorzien van een (kort) commentaar - aan De Revisor zijn afgestaan. Waarom? Omdat het een nieuwsgierigheid bevredigt, ja, natuurlijk. Maar ook omdat het recht doet aan de idee van de roman als een constructie, een architectonisch bouwwerk waarin niet alles wat op de tekentafel nog een goed idee leek, altijd een plaats krijgt.
Soms blijkt het te gaan om een stuk tekst dat vanaf dat moment uitstekend op zichzelf kan staan. Soms is de context waaruit het verdween nadrukkelijk nodig, ook al is het zelf uit die context verdwenen. De schrijvers zijn uitermate genereus geweest in hun bereidwilligheid een kijkje te geven in de keuken, waaruit wij, een oneerbiedige omschrijving wellicht, ‘de kliekjes’ hebben opgevraagd. Maar zoals iedereen weet zijn kliekjes vaak heerlijk en weet je ineens weer waarom je als kind op maandag nog lekkerder at dan op zondag...
In de rubriek Het Maaiveld bespreekt Menno Lievers Dis van Marcel Möring, en natuurlijk is er de bijdrage van Mertens.
De kunst is van Tammo Schuringa.
Tot slot is er nog een rectificatie op zijn plaats. In nummer 5 is het eerste woord van het gedicht van Wouter Godijn geheel ten onrechte onder de titel terechtgekomen. Dat had niet mogen gebeuren en is toch gebeurd, waarvoor excuses van de redactie.
▲ = fragmenten die uiteindelijk niet in de romans terechtkwamen
▼ = fragmenten die uiteindelijk in de romans terechtkwamen