De Revisor. Jaargang 34

[p. 102]

medewerkers in dit nummer

A.F.Th. (1951) debuteerde in 1978 onder het pseudoniem Patrizio Canaponi. Tussen 1983 en 1996 publiceerde hij de beroemdste cyclus uit de Nederlandse literatuur: De tandeloze tijd. In 2003 verscheen het eerste boek uit de cyclus Homo Duplex: De Movo Tapes. Daarna volgde Engelenplaque, dagboekaantekeningen van 1966 tot 2003. In 2006 verscheen Drijfzand koloniseren. Begin dit jaar verscheen zijn nieuwe roman, onderdeel van de Homo Duplex-cyclus, Het schervengericht, een transatlantische tragedie.

Thomas Blondeau (1978) studeerde in Leuven en Leiden. Hij publiceerde poëzie, proza en journalistiek werk in Nederlandse, Vlaamse en Franse tijdschriften. Eind 2006 verscheen zijn debuutroman eX.

Johannes van Dam (1946) begon in 1967 als journalist van Het Vrije Volk. Vervolgens werkte hij als barman, bottelaar, inpakker, boekverkoper, druivenplukker en boekhandelaar maar keerde in 1979 terug in de journalistiek. Hij verkocht kookboeken in zijn Amsterdamse Kookboekhandel, maar kreeg daar na zeven jaar genoeg van en besloot voortaan alleen nog over eten te schrijven. Zijn restaurantrecensies en stukjes over eten verschenen aanvankelijk in Intermagazine, Elsevier, en later in Het Parool en De Morgen. In 2005 verscheen De Dikke Van Dam, een 735 pagina's dik boek over eten, gebaseerd op zijn artikelen. Van zijn Lekker Amsterdam gids is inmiddels naast een Engelse versie, de zevende editie verschenen. Dit najaar verschijnt Het volkomen krokettenboek.

Arjen Duinker (1956) is dichter en prozaïst. Voor De geschiedenis van een opsomming ontving hij in 2001 de Jan Campert-prijs. In 2005 kreeg hij de VSB Poëzieprijs voor De zon en de wereld. Hij schreef samen met Karine Martel de bundel En dat? Oneindig, die in 2006 verscheen en publiceerde in 2007 Kwartet voor twee stemmen: Starfish, Zeester, Etoile de mer, Estrella de mar.

Herman Franke (1948) studeerde sociologie en was daarna als criminoloog verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. In 1995 werd de Engelse vertaling van zijn (cum laude) proefschrift Twee eeuwen gevangen door de American Society of Criminology bekroond als beste buitenlandse studie. In 1992 verscheen zijn debuutroman Weg van loze dromen. Halverwege de jaren negentig besloot Franke zich alleen nog te wijden aan de literatuur. Voor zijn roman De verbeelding kreeg hij in 1998 de Generale Bank Literatuurprijs (AKO Literatuurprijs). Later volgden de roman Wolfstonen (2003), de verhalenbundel Notulen (2004) en enkele essaybundels. Jarenlang was Franke vaste columnist voor de boekenbijlage van de Volkskrant. In oktober 2007 verschijnt Uit het niets, het openingsdeel van zijn ‘doorlopende roman Voorbij ik en waargebeurd’.

Piet Gerbrandy (1958) is classicus, dichter en poeziecriticus. Zijn meest recente boeken zijn Omroepers van oproer. Breekijzers in taal (essays, 2006), Krang en zing (gedichten, 2006) en Het feest van Saturnus. De literatuur van het heidense Rome (Latijnse literatuurgeschiedenis, 2007).

Wouter Godijn (1955) is dichter en schrijver. Hij schreef onder andere de dichtbundels Langzame nederlaag, De karpers en de krab (genomineerd voor de VSB Poëzieprijs) en Kamermuziek of de weg naar de onverschilligheid. Onlangs verscheen van Wouter Godijn de roman De dood van een auteur die een beetje op Wouter Godijn lijkt.

Kees 't Hart (1944) publiceert gedichten, romans en verhalen, ook schrijft hij reportages en beschouwingen in onder meer De Groene Amsterdammer en Yang. Met zijn werk Ter navolging werd hij genomineerd voor de ako Literatuurprijs. In 2006 verscheen zijn roman De krokodil van Manhattan. Dit voorjaar verscheen De kunst van het schrijven, beschouwingen en interviews over schrijven en schrijvers.

[p. 103]

Lucas Hirsch (1975) studeerde geschiedenis en amerikanistiek. Hij is dichter en literair agent voor Nederland van het Vlaamse tijdschrift Dietsche Warande en Belfort. In oktober 2006 verscheen zijn debuutbundel Familie gebiedt bij De Arbeiderspers.

Laurens van Krevelen (1941) neemt sinds 1961 deel aan de internationale surrealistische beweging. Hij publiceert meestal onder de nom de plume Laurens Vancrevel. Hij was Nederlands correspondent van de tijdschriften Gradiva, Phases, en Transformaction, en mederedacteur van Brumes Blondes. Hij vertaalde werk van onder anderen André Breton, Giorgio de Chirico, Octavio Paz en Anaïs Nin. Voornaamste boekpublicaties: Surrealistische ontmoetingen. Documenten en manifesten (samen met Her de Vries, 1988), Spiegel van de surrealistische poëzie in het Nederlands (1989), De automatische verbeelding. Nederlandse surrealisten (samen met Agnes Grondman en John Steen, 1989) en Jörg Remé (Volume 1, samen met Hans Sizoo, 2003).

Astrid Lampe (1955) is dichter. Van haar kwamen onder andere de dichtbundels De sok weer aan (2000) en De memen van Lara (2002) bij Querido uit, beide genomineerd voor de vsb Poëzieprijs. Voor haar laatste bundel Spuit je ralkleur (2005) ontving ze de Ida Gerhardt Poëzieprijs en de Schrijversprijs der Brabantse Letteren. Onlangs verscheen in de Slibreeks (Slib 119) Mosselman Hallo, met tekeningen van Roland Sohier.

Menno Lievers (1959) is docent analytische filosofie aan de Universiteit Utrecht, redacteur van De Revisor en medewerker van NRC Handelsblad. In 2003 verscheen zijn boek Dat is waar bij De Bezige Bij.

Anthony Mertens (1946) is neerlandicus. Gedurende twintig jaar was hij verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. In dezelfde periode werkte hij als criticus bij De Groene Amsterdammer, later werd hij redacteur bij Querido. Hij publiceerde Lezen, man! bij De Bezige Bij. Mertens is vaste columnist van De Revisor.

Edzard Mik (1960) is schrijver en redacteur van De Gids. Voor Vrij Nederland en NRC Handelsblad schrijft hij regelmatig over kunst, theater, literatuur en architectuur. Een toneelstuk van Mik verscheen in Maatstaf. Daarnaast schreef hij korte verhalen, twee scenario's voor de vpro-televisie, en de libretto's Dark en Abrixas. Mik publiceerde onder meer de romans De bouwmeester (1995), Yak (1996) en Schaduwdagen (1998), Laatste adem (2001) en De wachters (2004). Dit voorjaar verscheen zijn roman Bleke hemel.

Bertram Mourits (1969) is redacteur bij Uitgeverij Contact. Hij schreef een boek over de Zestigers (Zestig. Een nieuwe datum in de poëzie) en schrijft onder andere voor de Poëziekrant.

Ilja Leonard Pfeijffer (1968) is poëziecriticus van NRC Handelsblad, columnist van NRC Next, redacteur van De Revisor en mede-oprichter en redacteur van het poëzietijdschrift Awater. In oktober 2006 verscheen zijn roman Het ware leven, een roman, in februari 2007 ging zijn toneelstuk De eeuw van mijn dochter in première.

K. Schippers (1936) debuteerde in 1963 met de dichtbundel De waarheid als de koe. Schrijft poëzie, romans, korte verhalen en essays maar houdt zich ook bezig met film, fotografie en beeldende kunst. In zijn werk overschrijdt hij de grenzen tussen de genres. Recent werk: De vliegende camera, (2003) en Waar was je nau? (2005). Dit najaar verschijnt Stil maar, een nieuwe bundel met verhalen en beschouwingen.

Wim T. Schippers (1942) is televisiemaker, schrijver en beeldend kunstenaar. Zijn beeldende kunst heeft verwantschap met Fluxus, Pop-art en

[p. 104]

conceptuele kunst. Als theatermaker geeft hij blijk van een groot gevoel voor humor en absurditeit. Als schrijver blinkt hij uit in het creëren van nieuwe woorden.

Allard Schröder (1946) is schrijver, vertaler en redacteur van De Revisor. Hij schreef onder andere de romans Raaf (Halewijnprijs 1995), Grover, De hydrograaf, (waarvoor hij de ako Literatuurprijs ontving) en Favonius. Schröder is tevens recensent voor Vrij Nederland. Zomer 2006 verscheen zijn essaybundel Nieuwe tijden.

Roland Sohier (1950) is tekenaar, hij werkt zowel op klein als zeer groot formaat. Hij maakte in 2004 voor de belastingdienst in Apeldoorn de muurtekening ‘Gulliver in Apeldoorn’ van 8 × 5 meter. Zijn werk is opgenomen in de door Europa reizende tekeningententoonstelling Into Drawing. Met Astrid Lampe maakte hij vorig jaar Mosselman Hallo, een uitgave van de Slibreeks-Middelburg. www.rolandsohier.nl

Manon Uphoff (1962) is redacteur van De Revisor. Zij debuteerde in 1995 met de verhalenbundel Begeerte. In 2005 verscheen de roman Koudvuur. In maart 2007 kwamen haar verzamelde verhalen uit in Schaduwvlammen. Alle verhalen tot vandaag (De Bezige Bij). Andere publicaties zijn onder andere de novellen De Vanger en De Bastaard. www.manonuphoff.nl

Hans Verhagen (1939) is dichter, beeldend kunstenaar en voormalig televisiepionier. In 2003 verscheen Eeuwige vlam, verzamelde gedichten tot op dat moment; in 2004 verscheen de bundel Moeder is een rover. In 2006 verschenen zijn nieuwe bundel Draak (Nijgh & Van Ditmar) en zijn recente reeks Vesting Holland in een bibliofiele uitgave met originele etsen van Lucassen, bij Uitgeverij Rein Ergo in Gent (België).

Joost Zwagerman (1963) schrijft romans, verhalen, poëzie en essays. Pas verschenen titels zijn Roeshoofd hemelt (poëzie, 2005), Door eigen hand (essays, 2005) en Perfect day en andere popverhalen (2006). Zwagerman is tevens samensteller van twee grote anthologieën De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 essays en De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 250 essays (verschijnt begin 2008). Eind 2006 verscheen zijn essaybundel over kunst en literatuur, Transito.

Afbeeldingen zijn zoveel mogelijk opgenomen in overleg met de rechthebbenden; wie verder rechten kan doen gelden wordt verzocht contact op te nemen met de redactiesecretaris.