| |
| |
| |
Ilja Leonard Pfeijffer
Lilith
Zo Lilith als ik maar kan wil ik zijn
en jij zegt ‘lol’, knipoogt punt-
komma haakje sluiten. Lilith,
als ik je ooit nog eens tref in het echt,
zul je slierten als een leesteken, zul je
mij vanzelfsprekend vernederen,
want jij bent het, Lilith.
‘We moeten iets aan mij doen.’ Ik koop
een nieuwe huid voor je. Ik voer
alle creditcardgegevens in
om jouw vormen aan te schaffen.
‘Jurkje.’ Ja, jurkje van doorzichtig kant.
‘Het staat me niet.’ Ik ben zo doorzichtig
als je maar wilt, Lilith.
‘Met welke sexy walk stuur je mij
de wereld in?’ Het is de wereld
omdat jij er loopt. ‘Ben ik nep?’
Dan de wereld niet nepper.
‘Geloof je in mij?’ Er is niets
waar ik zo fulltime niet in geloof
Lilith is een beeld van licht en pixels,
een plaatje, ben ik geliefd in een oogopslag
met benen als palmen op een virtueel strand.
Weten jullie wel waarover dit gaat?
Het gaat over mij. ‘Heb jij mij
Lilith genoemd?’ Het gaat over
| |
| |
‘Zit je nou over mij te dichten of zo?’ Nee hoor.
zo zeg maar opdringerig alsof je weet
wie ik ben?’ Ik heb je bedacht.
Ik heb je gemaakt. Ik heb je doordroomd.
Ik heb je leren vliegen. Ik heb je
naar jouw beeld geschapen, Lilith.
‘Lol.’ En ik schrijf je in armen van newbies.
Ze hebben niet eens de gelegenheid gehad
om een geslachtsdeel te kopen,
maar ze zullen je nooit vergeten.
‘En jij dan? Wil jij niet met mij op de pose-balls?’
Maar je snapt het niet. Ik word bezeten
door iedere schim die jou bezit, Lilith.
Als ik door jouw mond spannend word, crash je
onder mijn handen. ‘Het is de wereld die crasht.’
Splijt je aarde met wimpers. ‘Jouw ogen.’
Poseer je het grid aan gruzelementen.
‘Misschien moet je iets minder doorschijnends
voor mij kopen.’ De echte wereld kan jou
al helemaal niet aan. ‘Ons niet aan.’ Ons niet, Lilith.
‘Doet het je verdriet?’ Ja, dat is het mooie.
‘Ik kan niet bestaan zonder jou.’ Ik loop van jouw benen.
Ik prang van jouw borsten. ‘Tieten heet dat.
Je hebt mij niet uitgefantaseerd om netjes
over mij te praten.’ Daarom zing ik over je.
‘We zullen nooit samen kunnen zijn.’
Als we elkaar maar zijn, Lilith.
| |
| |
Droom je wel eens van mij als je offline bent?
‘Je moest eens weten wat ik allemaal doe
zodra jij de deksel dichtklapt.’ De kat in de doos.
‘Hoe weet je of zij leeft?’ Door de deksel open te klappen.
‘Of ben jij het die haar daardoor tot leven wekt?’
Vals kreng. ‘Jij bent het die slaap nodig heeft.
Jij bent degene die droomt.’ Ik weet het, Lilith.
‘Hoe zou je mij beschrijven? Als je dichter was?’
Ik heb je al beschreven in je eigen schoonschrift
met krullen en slierten. ‘Lol.’ Ik heb je al bezongen
met vormvaste marteljurkjes, met de rib
uit mijn lijf. ‘Zo makkelijk kom je er niet van af.’
Zeg nooit dat het makkelijk is. ‘Dat is het juist. Jij maakt
er zo'n heisa van.’ Zeg nooit dat het makkelijk is, Lilith.
‘Vind je jezelf geen obsessieverdje?
Wil je niet een keer met een ander meisje
neuken met pieptietjes? Hoe was het
toen je naar de hoeren ging? Vertel maar.
Ik houd je piemertje wel vast. Vind je
mijn kut niet de mooiste? Eerlijk zeggen.
Hallo? Mark calling Orson? Dit is de wereld? Dit is Lilith?’
Nu moet je even je muil houden, muts.
Je mag dan wel fucking belangrijk zijn,
maar laten we wel - ‘In de gaten houden?’
Precies. Onderbreek me niet. ‘Wie hier de baas is?’
Precies. ‘Wie is hier de baas?’ Muts.
‘Onderbreek me niet, Dat valt me nou zo
van je tegen.’ Sorry, Lilith.
| |
| |
‘In Cosy Shire zijn sterren. Je hoort de beek.
Luister goed. Wolven huilen over de heuvel
bij de buren. In Cosy Cove zijn winkeltjes
met cadeautjes voor mij. Een zeilboot slaapt
aan de kade. In Cosy Home wonen lieve mensen
die ik ken. In Cosy Cays is een paadje naar het strand.
Dit is mijn wereld. Hier woon ik. Ik ben Lilith.’
‘En dan nog iets. Je kunt jezelf namaken
wat je wilt. Ik vind dat zelfs, nou ja,
schattig. Maar zoiets maakt een rare indruk
op een meisje. Gekkerdje. Sukkel. Raarderd,
jij. Maar je bent soms ook wel lief hoor.’
Je kunt niet eens bestaan zonder mij. ‘Ik blaas je weg
als een paardenbloem.’ Ik - ‘Nee, ik ben Lilith.’
Ik breng de dag door in het echt, compleet
zonder jou. Ik breng de nacht door in het echt,
compleet zonder jou. Ik vrees de nacht
zonder jou. Ik ben bang voor de dag zonder jou.
Ik heb vertrouwen in de dag na vandaag dankzij jou.
Ik heb vertrouwen in de nacht. Zonder jou
is alle angst onecht en niet compleet, Lilith.
‘Zoals elk meisje ben ik voor jou niet meer
dan een virtueel meisje. Zo inwisselbaar
als force quit. Drie vastlopers per sessie. Huil je
als ik niet herstart. Geef je me kleertjes.
Kleed je me uit. Tentoon je me stel. Maar stel
dat ik echt in het echt van je zou willen houden
als een vrouw.’ Ik begrijp je niet, Lilith.
| |
| |
We zitten vast hier, jij en ik. ‘Jij zit vast.’
Nee, serieus. ‘Ik ben ook serieus.’ Ik heb een keer
als kleutertje mijn pink geschaafd aan de muur.
Je bent bijna zo mooi als mijn moeder toen.
Ik vond het eng om buiten te spelen.
‘Als je zo praat, houd ik van je. Maar je moet
het de volgende keer niet nadoen.’ We zitten vast, Lilith.
Maar hoeveel vrouwen moet ik dan
worden om mijzelf te beminnen?
‘Als je mij maar bent.’ En dan?
dat je mij kunt zijn.’ En dan?
‘Ik ga nu met mezelf dansen.
Je mag kijken als je wilt.’ Als ik wil, Lilith?
Anders zet ik je gewoon op je tuinbankje.
‘In doorkijkkleren zeker.’ Zeker.
‘Wat wil je nou met je leven? Masturberen
tot je oud bent en dood gaat? Tuinieren?’
Ik trek de wortels uit de grond.
‘Koop je twee tijgers voor me?’
Ik trek de wortels uit de grond, Lilith.
Lekt het in slierten van weemoed als bloedende lianen
waaraan ik mij klamp, zo sta jij jungle
en roofdier in één, beetgare happlant van nimmermeer
bestaan als mijzelf te bestaan. ‘Waarom praat je zo raar?’
Ik vind je mooier dan mooi. ‘Obsessieverdje.’
Jij begon. ‘Ik wil niet dat je zo over mij praat.
Je hebt mij verzonnen.’ Precies. ‘Maar ik ben Lilith.’
| |
| |
En toen droomde ik dat ik een gezin had. ‘Ik ook.’
En dat we elke avond om zes uur de goudvis
te eten gaven. ‘En dan lekker op de bank de video
van Faces of Death.’ In je mooiste marteljurkje.
‘Zou je voor mij betalen als ik een hoer was?’
Ik zou je redden. ‘Hoeveel dan? Honderd?’
Ik wil dat je op hoge hakken voor mij uit loopt, Lilith.
‘Ik wil een andere huid.’ Nee. ‘En een andere vorm.’
Nee. ‘Dat kun je toch wel voor mij doen?’ Nee.
‘Wat nou nee nee nee?’ Zoals je bent, ben je
onvergelijkbaar. ‘Vraag ik een keer iets, zeg je nee.’
Moeten we het nu echt hierover hebben? ‘Blijkbaar.’
Zullen we gaan dansen op het dak? ‘Nee.’ Kleine
meisjes versieren? ‘Klootzak.’ Het was maar een grapje, Lilith.
Spotje erop, pufje rook, busje huren, kunnen we zo
op tournee, Lilith. ‘Mijn wereld is niet de jouwe.’
Ja jouw wereld is lekker leuk. Met je preutse
pornotieten. Met je hi ha ho. Met je godverdomme
begeerlijk lopen wezen, kutverzinsel. ‘Kut-
verzinsel? Ga je dat nou tegen mij zeggen?’ Ja, Lilith.
‘Misschien moeten we echt met een busje.’ Kutlilith.
‘Wij zijn zoiets als voor en achter glas, denk je niet?
Jij houdt mij in je aquarium en ik kijk naar je
met grote ogen. Je wilt de mogelijkheid hebben
om mij uit te zetten. Nee, stil nou. Ik vind je wel lief hoor.
Neuk mij maar zachtjes in gedachten. Ik zal niet kijken.
Zonder jou kan ik niet bestaan. Drink maar zoveel je wilt.
Wil je een andere naam voor mij? Ik zal zwaaien. Als Lilith.’
| |
| |
Nou ja. ‘Inderdaad.’ Wanneer gaan we trouwen?
‘Over negen jaar.’ Ik hoor de wolf in Cosy Shire.
‘De wolf ben jij.’ Ik cirkel rond in Cosy Home. ‘Als de buizerd.’
Ik voel me aangespoeld. ‘In Cosy Cays.’ Vind je het niet erg
dat ik je heb verzonnen? ‘Wie had mij anders moeten verzinnen?’
En waar gaan we wonen als we getrouwd zijn? In Cosy Cove?
‘Nee, waar het echt is.’ Waarom dan negen jaar als een gedicht, Lilith?
Afgewezen worden is voor mij routine. ‘Sukkeltje.’
Jij hebt makkelijk praten. Jij bestaat niet.
‘Intussen word je door al die bestaande kutjes lekker
afgewezen.’ Ze kunnen niet leven met mijn routine.
‘Dat je elke dag je verdriet verdrinkt?’ Bij voorbaat.
‘Nee, niet bij voorbaat, sukkeltje. Uit routine.’
Omdat jij niet bestaat. Had ik je maar nooit leren kennen, Lilith.
‘Dat vorige gedichtje ging ergens over.’ Het is allemaal één
gedicht, Lilith. ‘Altijd hetzelfde liedje zul je bedoelen.’
Kun je mij nou niet één keer een strofe gunnen
zonder er doorheen te zeiken? ‘Vogel jij maar
met je eigen bekje.’ Wat moet ik daar nou op zeggen?
‘Jij bent de dichter.’ Laat mij dan ook. ‘Smachterd.
Kon je jezelf maar pijpen, hè?’ Ik zing, Lilith.
‘Je hoort roze bloesem vallen als je goed luistert in Cosy Shire.
Je hoort de wind. Er is geen wind. Je hoort hem toch.
Cosy Home is je buurvrouw. Ze bouwt langzaam iets moois.
In Cosy Cays zijn slechts bloemen. Daar staat het te koop.
Op het strand van Cosy Cove kom je naakte onbekenden tegen.
Je ziet de wind. Er is geen wind. Je ziet hem toch.
Je hoort roze bloesem vallen als je naar mij luistert. Ik ben Lilith.’
| |
| |
Hele wereld is zo plat als een - ‘Hit me.’ Spreadsheet.
‘Lol. Rofl. Lmao. Roflmao.’ Zo plat als een
digitaal breezersletje. ‘Think 3d, piepende baas.’
Hele wereld is zo plat als een chatsessie.
‘Applaus voor de dichter.’ Zo plat als een
smiley. ‘Zo wou je het toch? glimlachte zij pront
met uitgespreide dubbel d.’ Applaus voor de wereld, Lilith.
Ik kleed je om met mijn vingers. ‘Digitale travestie.’
Niet zo slim gaan zitten doen. We zijn geen cryptogram.
‘Verborgen in wat jij schrijft. En ik heb niks te zeggen.’
Laten we niks te zeggen hebben en elkaar omkleden
met vingers. ‘Wie van ons is hier nou het lekkere wijf?’
Wie van ons heeft wie van ons nou hier verzonnen
met zijn vingers? ‘Geef me een jurkje.’ Ik hou van je, Lilith.
‘Hoeveel eet je eigenlijk op zo'n dag?’
Ik heb het te druk voor dat soort vragen.
De doelman van Tsjechië heet Tsjech. In hoeverre
zijn wij vrij in onze eigen fantasie? Heb je honger?
‘Ik ben de tijgerin van luipaardbont de bloedende
tand van je rottende zweren lust ik je rauw.’
Probeer je mij na te doen? ‘Ik wil dat je goed eet.’ Lilith...
‘Verzin eens iets moois voor mij.’ Een jurkje? ‘Nee, een metafoor.’
Jij bent als een vergelijking. ‘Laat maar weer.’ Nee, luister.
Al het vergankelijke - ‘Ja, dat weet ik.’ Het eeuwig
vrouwelijke - ‘Eeuwig hetzelfde liedje met jou.’
Laat maar weer. ‘Nee, luister, intertekstuele rukker:
iets moois voor mij. Niet iets eeuwigs. Snap je dat?’
Maar je staat in alle gedichten geschreven, Lilith.
| |
| |
‘Ik krijg het helemaal duizelig.’ Ben je ziek?
‘Je weet ook wel dat dat niet kan.’ Wat is er dan, lief?
‘Misschien een beetje te veel jij.’ Wat zeg je?
‘Je hoorde mij wel.’ Maar ik help je toch, Lilith.
‘Laat me maar even.’ Je kunt niet bestaan zonder mij.
Waarom zeg je nou niks? Ik maak me zorgen over je.
Wat is er dan? Ik ben er toch? Waar denk je aan? Zeg iets, Lilith.
‘De flexi agave van Olympia's Plants (free to copy)
buigt zich achter de red maple van Koruna
in Cosy Shire, Cosy Home, Cosy Cays en Cosy Cove
zoals in Moonlight Bay, waar ik lang geleden kwam
met jou om mij te fotograferen voor blauwe regen
nadat we in Bliss Basin Gardens watervallen
hadden geteld. Zo huil ik om ons. Ik ben Lilith.’
‘In de riolen van Suffugium was er nog licht voor ons.
In de Wastelands was ik stoerder dan jij.
In de woestijn van Nunki heb ik geprobeerd
je te begrijpen. In de woestijn van Nine Wells
heb je me gered van force collar. In Midian City
wilde ik met gevaar voor eigen leven dat je mijn kontje zag.
Dit is Sector 13, Merricks Landing. Ik huil om ons. Ik ben Lilith.’
‘Weet je ons eerste huis nog in Jsindo? First Land
met een open haard en een kat voor de deur.
Ons tweede huis was in Shiner met de verborgen kelder.
Ons derde huis was in Hwaryeo. Ik had er een geheime tuin
voor je gemaakt. Ik heb je er mijn vriendinnen
laten ontmoeten, dansend op het dak.
Nu zit ik op mijn seksbed en huil ik om ons. Ik ben Lilith.’
| |
| |
‘En zo jankt de wolf in Cosy Shire en de wolf
ben ik. En zo cirkelt de buizerd over mij en jou
en de buurvrouw en alle mensen. Zo denk ik en jij niet.
Ik heb de zee gezien in Cosy Cays. In Cosy Cove
heb ik de mens gezien en toen mijzelf in Cosy Home.
Ik had bijna uitzicht op jouw wereld. Hier woon ik,
jij niet. Zo huil ik en ik huil om ons. Ik ben Lilith.’
|
|