‘Hoe kom je daar nou bij? Dat is een heel enge beweging, hoor.’
‘Wat is een beweging?’
‘Een vereniging. Een club. Die padvindersclub heeft zelfs een wet, en je moet beloven dat je aan die wet gehoorzaamt. Je moet het zelfs zwéren.’
Ze streek bruusk haar haren naar achteren, met haar pols, want haar hand was nat van de afwas.
Zweren. Dat klonk serieus. Dat was iets met bloed en pleisters en met heet sodawater. Mmmm.
Haar moeder ging intussen door, met de vaat en met haar betoog tegen de padvinderij. Ze kende die wet verder ook niet, maar hij was verwerpelijk, want hij ging ongeveer zo: een padvinder ís eerlijk, een padvinder is gehoorzaam.
‘En dat kun je dus nóóit zeggen, ís. Je kunt hoogstens beloven dat je zult probéren om eerlijk te zijn. Hoe dan ook, ik hou d'r niet van. Dat zijn geen dingen om van kleine meisjes te eisen.’
Eisen. Ijsje.
‘En dan dat pakje,’ hoonde haar moeder verder, ‘dat is een úniform.’
Uniform.
De padvinderij werd onweerstaanbaar.
‘Toch wil ik erop.’
Haar moeder goot het teiltje leeg. Wijzend naar het afdruiprek van wit geplastificeerd ijzerdraad, droeg ze haar op af te drogen en ging de keuken uit.
Joke zette de kopjes nat in de kast en liet het er niet bij zitten.
Morgen verder.
Doordat ze doorzeurde, hoorde ze weer een nieuw woord: ‘militaristisch’. Ook heel verwerpelijk. Militairen waren soldaten, en ‘daar houden wij niet van’.
‘Waarom dragen soldaten uniformen?’
‘Om te herkennen wie ze moeten vermoorden als het oorlog is.’
Haar moeder meende dat hiermee toch wel het laatste woord gezegd was, want ‘dat is dus walgelijk’.
Helpen en vermoorden. Hiermee was het uniform nog begeerlijker.
Joke dramde door en dat kostte moeite, want haar moeder was haar grote liefde. Altijd wilde ze het haar naar de zin maken, altijd. Beter dan wie ook wist zij hoe ongelukkig ze was. Dat was de schuld van papa en dus ook een beetje van haar, want zij ging elke zondagmiddag met hem mee naar de Cineac. Om dat verraad recht te trekken wilde ze voor mama alles doen.
Maar nu even niet. Ze wilde die padvinderij, want ze moest en zou dat uniform aan, naar school.
Ze zocht uit waar de padvinderij was. Vlak bij hun flat, in een maïsgeel geverfd