Mertens heeft uit ouder materiaal zijn definitieve Ferron-opstel samengesteld, elders in het blad gaat hij ook verder met het relaas van zijn wederopstanding. Voorts wordt Ferrons werk door Th.C.W. Oudemans, Arnold Heumakers en Kester Freriks van verrassende kanttekeningen voorzien. Onno Blom, zijn redacteur, publiceert alsnog het geschrapte eerste hoofdstuk van Niemandsbruid, de laatste roman van Louis Ferron.
Het volgende nummer wordt iets bijzonders. Op initiatief van De Revisor zijn inmiddels dertien dichters en schrijvers en dertien zangers/liedjesschrijvers aan het werk gegaan om een liedje te maken met hitpotentie, zoals het van begin af aan is geformuleerd. Maar muziek moet klinken en daarvoor is een literair tijdschrift natuurlijk niet het aangewezen medium. De NPS en Dahl TV hebben zich liefderijk over het project ontfermd, zodat er op 2 oktober in Paradiso ‘de Avond van het Liefdeslied’, zoals het project is gaan heten, zal plaatsvinden. De avond zal worden opgenomen en, onder voorbehoud, op 8 oktober in een negentig minuten durend programma worden uitgezonden. Wie de avond wil bijwonen kan zich wenden tot de bekende verkoopkanalen van Paradiso. Haast u, het aantal kaarten is beperkt.
Wat u thuis voor de televisie of in de zaal zult aantreffen? Gloednieuwe liedjes van Menno Wigman en Spinvis, Kees 't Hart en De Jeugd van Tegenwoordig, Hafid Bouazza en Laïs, Neeltje Maria Min en Thé Lau, Peter Verhelst en An Pierlé, Gerrit Komrij en Huub van der Lubbe, Hagar Peeters en Martin Buitenhuis, Joost Zwagerman en Fré Spigt, Ilja Leonard Pfeijffer en Ellen ten Damme, Erik Jan Harmens en Roos, Antjie Krog en Wende Snijders, Manon Uphoff en Maarten van Roozendaal en Alfred Schaffer en Bent van Looy van Das Pop.