Arjen Duinker (1956) is dichter en prozaïst. Voor de dichtbundel De geschiedenis van een opsomming ontving hij in 2001 de Jan Campert-prijs. In 2005 kreeg hij de vsb Poëzieprijs voor de bundel De zon in de wereld. Hij schreef samen met Karine Martel de bundel En dat? Oneindig, die in juni 2006 verschijnt. |
Jaap Grave (1964) studeerde in Nijmegen, Groningen en München en Gent en is thans werkzaam als docent moderne Nederlandse literatuur aan de Freie Universität Berlin. Zijn proefschrift Zulk vertalen is een werk van liefde: bemiddelaars van Nederlandstalige literatuur in Duitsland 1890-1914 verscheen in 2001 bij uitgeverij Vantilt. |
Wessel te Gussinklo (1941) is prozaschrijver, hij ontving zowel de Lucy B. en C.W. van der Hoogt- als de F. Bordewijk-prijs voor zijn roman De opdracht (1995). In 2003 verscheen zijn essaybundel Door goden aangeraakt. |
Lucas Hirsch (1975) studeerde geschiedenis en amerikanistiek. Hij is dichter en literair agent voor Nederland van het Vlaamse tijdschrift Dietsche Warande & Belfort. In oktober van 2006 verschijnt zijn debuutbundel Familie gebiedt bij De Arbeiderspers. |
Sjoerd de Jong (1960) studeerde filosofie en is recensent en redacteur voor nrc Handelsblad. Onlangs verscheen Spijtwraak, een bundeling columns die hij voor deze krant schreef. |
Atte Jongstra (1956) is schrijver, dichter, criticus en essayist. Recente titels zijn De tak van Salzburg (essay, 2002) en De tegenhanger (roman, 2003). Jongstra is tevens redacteur van het Vlaamse tijdschrift Dietsche Warande & Belfort. |
Kees Klok schrijft en vertaalt poëzie. Zijn bundel In dit laagland verscheen eind 2005 bij Wagner & Van Santen. Hij houdt zich ook bezig met de geschiedenis van het moderne Griekenland en Cyprus waarover hij in 2005 het boek Afrodite en Europa. Een beknopte geschiedenis van Cyprus van de prehistorie tot heden schreef. |
Onno Kosters (1962) is dichter, vertaler, publicist en werkzaam als universitair docent Engels aan de Universiteit Utrecht. Hij debuteerde bij Uitgeverij Contact met de dichtbundel Callahan en andere gedaanten. Voorjaar 2006 verscheen bij Uitgeverij IJzer zijn vertaling van Samuel Becketts roman Watt. |
Karine Martel (1968) werd geboren in Frankrijk, woonde in Nieuw Caledonië, Indonesië, Thailand en Australië - woont nu in Parijs. Ze moest haar carrière als klassiek danseres beëindigen na een ernstig ongeluk. Publiceerde een roman en de dichtbundels Textures, Franchir le peau en Poème pour un marin. Samen met Arjen Duinker schreef ze de bundel En dat? Oneindig (juni 2006). Sailor's home is een internationaal project waar o.a. ook de dichters Yang Lian, Peter Laugesen en Uwe Kolben aan meewerken. |
Anthony Mertens (1946) is neerlandicus. Gedurende twintig jaar was hij verbonden aan de Universiteit van Amsterdam. In dezelfde periode werkte hij als criticus bij De Groene Amsterdammer, later werd hij redacteur bij Querido. Onder de noemer Mertens verzorgt hij een vaste bijdrage in De Revisor. |
Lut Missinne (1960) is als docent Niederländische Philologie verbonden aan het Institut für Niederländische Philologie in Münster, Duitsland. Dit jaar was ze juryvoorzitter van de vsb Poëzieprijs. |
Jan H. Mysjkin (1955) leidt vanwege zijn vertaalactiviteiten een half nomadisch bestaan tussen Amsterdam, Boekarest en Parijs. In 2005 publiceerde hij een dwarsdoorsnede van de Nederlandse poëzie sinds 1950 in het Franse tijdschrift Europe, evenals een introductie van de Roemeense dichters Constatin Abăluţă en Mircea Cărtărescu in de Vlaamse tijdschriften Poëziekrant en Dietsche Warande & Belfort. |
Xavier Roelens (1976) was o.a. hoofdredacteur van het literaire tidschrift en er is en stelde samen met Maarten de Pourcq de bloemlezing Op het oog. 21 dichters voor de 21ste eeuw samen. In 2007 debuteert hij bij Uitgeverij Contact. |