gebeitel. ‘Dank je,’ antwoordde ik opgelucht. ‘Kun je nou lezen?’ vroeg ze, ‘ik heb voor de zekerheid maar een audioboek voor je meegenomen.’ Ze overhandigde mij een cd'tje. Ik maakte het open terwijl er aan mijn tenen werd gerukt. Tonio Kröger van Thomas Mann, las ik. ‘Ik ben er heel erg blij mee,’ zei ik.
‘Ze zeggen dat het infarct je persoonlijkheid verandert,’ vulde de uitgeefster de pijnlijke stilte op. Ze keek me vragend aan. ‘Ik weet het niet,’ antwoordde ik. ‘Het enige dat ik gemerkt heb is dat ik tegenwoordig soep eet door mijn mond naar de lepel te brengen in plaats van andersom.’ Het was stil in de kamer.
‘Het is me wat,’ zuchtte de uitgeefster tenslotte... De pedicure ging tot op het bot. ‘U hebt een mooi uitzicht,’ zei ze. Ik knikte, zag vanaf de tiende etage uit over de landerijen en de bosschages. Speelgoedautootjes kropen door het landschap. ‘U ligt er als een prins zo heerlijk bij, u boft maar.’
De pedicure pakte een nieuwe vijl en ging aan de slag met mijn grote teen, de nagel was tot vijftien centimeter gegroeid, ik durfde hem nooit te knippen, was bang dat hij eraf zou vallen. Ik huiverde. De zaalzuster kwam ook even kijken en werd bijna hysterisch toen ze mijn rechterteen onder de vijl zag bewegen. Ze ging het onmiddellijk de zaalarts vertellen, die direct kwam aansnellen, de boterham nog in de mond. ‘Een fantastische ontwikkeling, meneer Mertens!’ Ik begreep het niet. ‘Dat van uw teen, fantastisch!’ De pedicure vijlde met opgetrokken wenkbrauwen verder. ‘U heeft gevoel aan uw teen. Het gaat snel bij u.’
‘Als gevolg van een cva,’ ging de dokter op collegetoon verder, ‘kan informatie niet rechtstreeks van a naar b. Hij moet zich een weg banen om de beschadigde hersencellen heen. Dat schijnt bij u te gaan lukken. U eet brood, hoorde ik van de zuster. Dan wordt het tijd dat u het ziekenhuis verlaat en aan de slag gaat met de revalidatie. We zullen u eerst naar de Amstelhof brengen waar u kunt bijkomen van de aanslag op uw hersens. Dan gaat u van daaruit naar het revalidatiecentrum aan de Overtoom. Daar gaat het serieuze werk van start. Ik verwacht dat u binnen een halfjaar thuis zult zijn. Dan kunnen we vaststellen wat er blijvend aan schade zal zijn.
Gefeliciteerd, meneer Mertens.’ De pedicure was verbijsterd dat haar beitelwerk voor mij zo'n gevolgen had gehad. ‘Gefeliciteerd...’ brabbelde ze en ik moest huilen, onbedaarlijk huilen. Ze wreef schuldbewust mijn voeten. ‘Wat doe ik u aan, meneer, ik wil u geen verdriet of pijn doen, sorry.’ Ze gaf een kusje op mijn teen. Ik braakte.
‘Het vergeten,’ zei Bruno, ‘maakt onderdeel uit van de catastrofe.’ Ik zag hem na een jaar weer terug, nog altijd elegant in de kleren. Ik had hem zo'n tien jaar geleden ontmoet bij een seminar over de transformationeel generatieve grammatica, een onderwerp waar ik me toentertijd voor interesseerde. Ik bewonderde hem mateloos. Hij was een crack op het gebied van de taalkunde, had een scherpe analytische geest waarmee hij een probleem tot op het bot kon fileren. Ik hield van zijn cynische commentaren, hij dronk te veel, net zoals ik. We vonden elkaar in het zuipen. Vervloekt zij zijn scherpe geheugen. Hij kon zich moeiteloos ons zattemansgesprek van jaren geleden herinneren. Ik was weer eens in een loslippige bui geweest. ‘Herinner je je nog dat je met Anemone Bisseroux de tango hebt gedanst? Ze draaide meesterlijk om je heupen. De wijzerplaat van je horloge besloeg ervan, vertelde je toen. Je hield haar vast aan haar elegantie, anders was je verdronken, onherroepelijk. Ben je de geur vergeten,’ bleef hij mij zout in wonden wrijven, ‘van Emile Alders, die je nog hebt opgewacht bij het Van