De Revisor. Jaargang 33(2006)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 100] [p. 100] Alfred Schaffer Gedichten Ode aan de gehoorzaamheid Een mijnenveld, deze conversatie, een stenen drama, we zijn los, gewapend tot de tanden toe met sexappeal en tegelwijsheden. We scheren over je getroffen grondgebied - no pictures please. Of hier het huis stond van de koning? Waar is dan de koning? Wij zijn zo anders, jij en ik, ziedaar de eendracht, je was zo pril, zoals je trouw beloofde, achter me aan bleef huppelen, eenvoudig te doorgronden en ik sloeg en sloeg, daar ging je beschermlaag, door mijn tranen kon ik nauwelijks iets zien, ik sloeg en sloeg, ik zag je niet en sloeg, bijna was je uitgewist, naakt geboren, naakt gestorven. Prijs de ramp die ons behoedde voor gezichtsverlies, in mijn bunkers kun je schuilen. Denk aan de wens van je publiek, observeer me dag en nacht, blijf spoken, hartendief, riemen vast. Het is nu droog en opgeklaard, tijd om nooit meer weg te gaan. Dus geef acht, kom in de verleiding, ik zorg voor brood en spelen. [pagina 101] [p. 101] De weg naar Hamelen Je bent weer thuis, de harmonie was ver te zoeken. Door een technisch mankement heb je de hele dag gewerkt. Wij spelen nu uw opgeslagen berichten af. Doe dat nog eens, dat met je vingers. Dat je bestaat, ook met de gordijnen dicht, het neonlicht vertekent je gelaatstrekken, ik voel de botten nog onder je vel, je fijne smaak tijdens kantooruren en na zonsondergang liet je het losgeld rinkelen. Aldoor onderweg, stekeblind, dit is mijn lichaam, dit mijn bed, dit mijn uitgestorven ambacht, vergeven en vergeten, probeer me dan te vinden. De stad een kijkdoos, opgedeeld in warm en koud, de harmonie was ver te zoeken - nee, dat zijn mijn woorden niet, dat zijn jouw woorden niet, dat ik je wonden ik en read my lips, vannacht wordt er gevochten in de straten. Vorige Volgende