De Revisor. Jaargang 32



[pagina 71]
Lucas Laherto Hirsch Gedichten ik Napoleon aan de Amstel aan de hand van een werkwijzer (achter een raam liegen, het ervoor, erachter zoeken tegen het kozijn, kijken naar de toelaatbare houding, het ervoor, erachter schuiven) krijg je het nu volgende; Oceanië, poëtisch eiland, bewoner met regels van zand taalarbeider, noeste werkkracht buig, smeed, bouw met woorden dievegge van klank het ritme verlaat het dak vaak ongezien gevallen dictator sterf de tyfus maar zoals het moet Napoleon wordt niet begrepen Napoleon is dichter

[pagina 72]
oom kaptein oom kaptein verdrinkt, vannacht weet hij het zeker hij is week, de mosselvanger met de zoute huid daar gaat hij dan dag familieman die niemand kende hij maakt bespreekbaar wat de ochtend een dagverachting noemt de structurele kluizenaar heeft vrouwen- namen op zijn armen voorvechter van het weekdier, afscheidsman in habijt wat is er waar van uw natte schelp, van uw pet met anker van uw pijptabak wat draagt de kade nog aan, wat de stad, nu de regen op uw hoofd ligt niet op de keien durft, niet op maar zonder waarden valt, zonder overweging opgenomen geen heldenlied voor oom kaptein deze morgen, hij is op grond gaan staan droog getrokken zijn tong ingeklonken hij is ketter, verworpen, is broer van dat wat drinkt is bang geworden, dat wat rookt gedood
[pagina 73]
*Frank Van den Broeck Zonder titel, 2004. Houtskool op papier*