een hotel zoeken. Dat moet geen probleem zijn geweest: in ons hotel zijn kamers genoeg vanwege de vele afzeggingen. Het ligt aan Argyle Square, waar na de oorlog George Edalji woonde, de tweede hoofdpersoon in Julian Barnes' nieuwe, bijzondere roman Arthur & George. Een jonge, hooggeschoolde migrant die op wankele gronden veroordeeld was voor dierenmishandeling, maar mede door het speurwerk van Sir Arthur Conan Doyle vrijkwam.
Spergebied. Als we in de kamer de tv aanzetten, zien we Argyle Square live. Horen iets meer. Verschrikkelijk. Het gaat om bus 30, waarin traditioneel veel migranten zitten. Om de metrostations King's Cross, Edgware Road, Russell Square, Aldgate en Moorgate. Geen details nog. Ingrijpende verandering van de plannen: we besluiten naar de boekwinkels in Charing Cross Road te lopen en onderweg te lunchen. Morgen zien we wel hoe de verbindingen zijn. Fish & chips in de onverwachte zon op een hoek halverwege Marchmont Street. De wandeling naar Charing Cross Road duurt eindeloos, bij elke nieuwe hoek een afzetting, die ons steeds verder van de bestemming verwijdert. Vriendelijke en geduldige agenten. Wij zijn vrijwel de enigen in deze richting. De tegenliggers marcheren in grote drommen naar de treinstations, in de hoop op bussen. Eenlingen grotendeels. Weinig mensen praten met elkaar, veel praten in een gsm.
Eindelijk bij Murder One, waar ik mijn verzameling Sherlock Holmes-pastiches pleeg aan te vullen. Vandaag, 7 juli, is het vijfenzeventig jaar geleden dat Arthur Conan Doyle is overleden. Misschien besteden ze daar aandacht aan. Maar de winkel is naar de overkant verplaatst! En gesloten.
Nu pas besef ik dat mijn Londen niet meer mijn Londen is. En nooit is geweest. Al die keren heb ik zorgvuldig vermeden ook maar één toeristische plek te bezoeken. Geen huis van Dickens, geen Sherlock Holmes Pub, laat staan Museum. Al mijn Engelse vrienden wonen buiten Londen. Mijn eigen Londen bestaat uit de musea, de theaters, de concertgelegenheden en de interessante architectuur. En plekken die verwijzen naar literatuur, muziek en politiek. Die niets meer te maken hebben met de tijd van ontstaan. Een virtuele stad waarin de reële mensen je alleen maar hinderen. Naamloze passanten in het gunstigste geval.
Voor het eerst de behoefte aan contact met hen. In een volgende pub horen we waar de bus is ontploft. Tavistock Square. Om de hoek van de fish & chips. Maar ook een belangrijke locatie in La marque jaune (1953), een van mijn lievelingsstripverhalen uit de Belgische serie Blake & Mortimer. Het enige dat in Londen speelt. Aan Tavistock Square staat het prachtige, grote huis van doctor Jonathan Septimus, die achteraf de schurk blijkt te zijn. Daar staat die puissante woning nog steeds, zoals ik vaak heb gezien, maar niet vandaag. Het is een belangrijke locatie in het verhaal. Net als King's Cross. Daarvandaan vertrekt een trein met de twee helden, die na een