herhaling je polsen door’ < +zeldzaam, dramatisch> vs. <+achteloos, gewoonte>, ‘een plek om krankzinnig te zwijgen’ <+uitbundig, ontsporend > vs. <+ingetogen, teruggetrokken>.
Dat kan nog klassieke beeldspraak genoemd worden. Kenmerkend voor ‘ouder dan 50’, de hoogst genoemde leeftijdscategorie, wordt geacht dat de toegesprokene ‘alleen nog kreeften en splinters at’. Ook dit kan worden uitgelegd: een kariger en selectiever eten op hogere leeftijd.
We beginnen echter nattigheid te voelen bij 40+: kijken naar gozers met flitsende heupen. Een karakterisering die we niet alleen eerder bij 10+ of 20+ zouden verwachten, maar die des te vervreemdender werkt door de woordkeuze ‘gozers’ en ‘flitsende heupen’, bij uitstek onpoëtische termen. Daarna wordt de ontregeling versneld doorgevoerd. De leeftijd ‘ouder dan o’ wordt ingevuld met het kopen van een ouderwetse vissersboot. Afgezien van de onwaarschijnlijkheid van een dergelijke transactie in deze leeftijdscategorie, wordt de deviatie versterkt door het woord ‘ouderwets’, dat een rijpe en ietwat melancholieke voorkeur van de koper veronderstelt, moeilijk denkbaar voor een persoon ‘ouder dan o’.
De ontregeling wordt totaal door het consequent doornummeren onder de nul. We zijn nu definitief het domein van de fictie binnengekomen. Iedere associatie met het werkelijke en zelfs het mogelijke is afgeschud. Ieder logisch verband tussen leeftijd en gebeurtenis is doorbroken. We zijn nu sprookjesfiguren in een fictieve wereld geworden. Ondanks de leeftijdsaanduidingen is er geen duidelijk begin of einde aan te wijzen.
Dat ons ieder houvast aan de buitenwereld ontnomen wordt, blijkt ook daaruit dat we over het leven van de voorgeschotelde ‘persoon’ geen enkele uitspraak kunnen doen als: hij/zij werd steeds... (wijzer, zotter, extraverter, introverter, cynischer, liever). Er zit geen enkel verband tussen de ervaringen en de genoemde leeftijden, de ervaringen onderling, en de ervaringen en ons verwachtingspatroon op basis van onze ervaringen in de wereld. Om nog maar te zwijgen van leeftijdsaanduidingen onder de nul. We zijn totaal ontspoord en verblijven in een wereld zonder oorzaak en gevolg. Opperste deviatie, die pijnlijk contrasteert met de uiterst toegankelijke vorm en het verwachtingspatroon dat die vorm daarmee schept.
Nu kan men wel allerlei isotopieën in de tekst vinden. Zo resoneren +40 en -30 in de aspecten <+lichamelijkheid, mannelijke seksualiteit>, evenals +20 en -40 <+hang naar introvertie> en uiteraard +10 en -10 <+depressie>. Maar hoewel er velden met identieke betekeniskenmerken zijn aan te wijzen blijft een systematische samenhang uit.
We tasten in het duister. Wat gebeurt er in dit gedicht? We zagen dat de verraderlijke talige orde ons het normale suggereert: er wordt iets zinnigs over iemand