De Revisor. Jaargang 32(2005)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 118] [p. 118] Hans Verhagen Bidsprinkhanen op de wind Het sujet in de toren Wie wil leven onderdoor de wetten van de wereld moet zich in de illegaliteit begeven, houdt zich elders op, zorgt ervoor dat hij zich niet verroert (of alleen mondjesmaat) tot hij helemaal wordt doodgezwegen Voorlopig heeft de vrijheid die hij zoekt hem de mond gesnoerd; op de tonen van de halvezolen van de hiphop kan hij op z'n hoogst één grote teen bewegen Als niet-identificabel rondcrossend sujet dat in verre holle torens bivakkeert blaast hij met de wind een stormachtig duet, leert hij van beton het dialect en ontdekt van seks het schizofrene schrikbewind, tyrannosaurus rex In een nieuwe, opgefokte versie keert hij op zijn schreden, gaat als brulboei overdreven hoog of laag tegen een tyfoon staan schreeuwen, maar de vrouw van zijn leven blijft weg De schatkamer die moeder aarde hem ooit openbaarde geeft niet langer zoveel warmte af dat hij meer vindt dan een gat er waarin iedereen z'n nachtmerries bewaarde, geboortegrond gedolven in nat graf [pagina 119] [p. 119] Als een wolfpack heet gebakerd, op het nippertje ontsnapt aan het verschroeide water, lichtelijk geblakerd en scherp over koralen schavend lijkt hem te ontgaan waarop hij jaagt... Op later? En hij sluit niet langer uit dat vrijheid niet bestaat en dat een mens pas wordt geboren als hij op de wetten van de wereld stuit [pagina 120] [p. 120] Eenzame hoogten Pestilentie treitert zijn contreien toch blijft hij bouwen aan de allerhoogste troon; hij kan er geen einde aan breien Zijn gestoelte woedt in een ravijn Het streven naar globale eenheid moet geheim blijven Een monster moet veelkoppig zijn De in maanlicht glinsterende sneeuwbedekte bergtoppen doen hem denken aan de schitterende kille en eenzame hoogten van roem en succes waartoe hij is gestegen Wordt gillend wakker, roept om hulp, kan niet meer bewegen, beeft van angst zo hard, zijn ledikant trilt ervan, schreeuwt ongebruikelijke zinsneden ‘Hij is hier geweest! Breng me mijn wapen!’ ‘Daar! Daar in die hoek! Daar zit er één te veel’ Men krijgt de indruk dat hij bang is te gaan slapen ‘Ik ben de eenzaamste persoon op aarde’ verzucht hij later tot het keukenpersoneel Kon hij er maar een eind aan maken [pagina 121] [p. 121] Bidsprinkhanen Met de stroming tegen maar muziek hard in de rug vallen we als bidsprinkhanen op de wind naar het lang voorbije terug waar de wederopstanding begint Op alle lijnen tegelijk kun je niet van de partij zijn dus worden volgelingen in het rond gezonden die voor jou doorgaan; nu ziet iedereen je ook nog voor je eigen volgeling aan Het lek dat we per ongeluk traceren lekker laten liggen lekken om de plaats van oorsprong te ontdekken of een nieuwe cirkelgang te concipiëren Dit gebeurt met veel gezever en getreuzel en gezeur, de heren van de vrije wereld gaan gebukt onder de terreur van eigen hebzucht De bazen hebben zich geknecht Snoezig geglaceerde baby's worden vetgemest en vervolgens zwaar bewapend voor een nobel en misdadig universeel streven ingezet Wil men jou tot Leider bombarderen duik je als het weerlicht in de grootste glasbak van de stad zo verkwansel je je kansen Doe het snel Het westen walst omdat het niet kan dansen want dansen leer je in de hel [pagina 122] [p. 122] Wie z'n hele leven stilstaat bij zijn dood heeft van zijn geboorte iets niet helemaal begrepen We hopen dat je er een suikerspin van oploopt Maar van enkel vrede kunnen we niet eten We leerden altijd het verkeerde We wisten zelf niet wat we deden We leefden in de greep van de gereformeerden [pagina 123] [p. 123] Witte monsters Soms hebben ze ook vleugels en altijd gonst het in hun buurt van de bedrijvigheid maar je ziet er niets van - iets wat je niet ziet en er toch is tast het recht aan van de sterkste, maakt de witte mannen bang Ze slikken alle nonsens en dromen van een witte kerst... ... is dat geen metafoor voor zelfbevlekking? Vroeger, in de glossy kathedralen van Parijs en Rome kon de onbevlekt ontvangene zich evenmin vertonen Hier ging, niet eens zo lang geleden, de menselijke hovaardij over de top Al wat op het ware leven leek, de liefde en haar kringlopen voorop, werd door harteloze houten klazen afgedaan als een kwajongensstreek Rond de ritueel misbruikte dennenboom (als piek een doorgeprikt condoom) zongen witte monsters troosteloos (in de wandeling: kapotje) de lof van de zojuist geboren mensenzoon (half de bevolking was een motje) Een dag later slaan ze iedereen verrot en alleen een enkel godshuis, bedoeld in vlammen op te gaan, laten ze voorlopig staan, voor gebruik bij drugstransporten neemt men aan Vorige Volgende