| |
| |
| |
Walt Whitman
Te denken aan tijd
[1]
te denken aan tijd... te denken door de terugblik,
Te denken aan vandaag... en de eeuwen die voortgaan.
Heb jij beseft dat jij zelf niet zult voortgaan? Heb je de angst gekend voor die aardkevers?
Heb je gevreesd dat de toekomst voor jou niets zou zijn?
Is vandaag niets? Is het beginloze verleden niets?
Als de toekomst niets is zijn ze even zeker niets.
Te denken dat de zon opkwam in het oosten... dat man en vrouw buigzaam waren en echt en in leven... dat alles echt was en in leven;
Te denken dat jij en ik niet voelden niet dachten ons deel niet droegen,
Te denken dat wij nu hier zijn en ons deel dragen.
| |
[2]
Geen dag gaat voorbij... geen minuut of seconde zonder verlossing;
Geen dag gaat voorbij... geen minuut of seconde zonder een lijk.
Wanneer de trage nachten voorbij zijn, en de trage dagen ook,
Wanneer de pijn van zoveel in bed liggen voorbij is,
Wanneer de dokter, na lang uitstel, de stille en vreselijke blik geeft als antwoord,
Wanneer de kinderen gehaast en huilend komen, en de broers en zussen geroepen worden,
Wanneer medicijnen ongebruikt op de plank staan, en de geur van kamfer door de kamers trekt,
Wanneer de trouwe hand van de levende de hand van de stervende niet loslaat,
Wanneer de trillende lippen licht op het voorhoofd drukken van de stervende,
Wanneer de adem stokt en de hartslag stilvalt,
| |
| |
Dan strekken de lijkenledematen zich uit op bed, en de levenden kijken ernaar,
Ze zijn tastbaar zoals de levenden tastbaar zijn.
De levenden kijken naar het lijk met hun blik,
Maar zonder blik talmt een ander leven en kijkt nieuwsgierig naar het lijk.
| |
[3]
Te denken dat de rivieren zullen komen om te stromen, en de sneeuw zal vallen, en de vruchten zullen rijpen... en ze zullen van invloed zijn op anderen zoals op ons nu... en niet op ons van invloed zijn;
Te denken aan al deze wonderen van de stad en het land... en anderen die groot belang erin stellen... en wij die klein belang erin stellen.
Te denken hoe gedreven wij zijn in het bouwen van onze huizen,
Te denken dat anderen net zo gedreven zullen zijn... en wij onverschillig.
Ik zie iemand een huis bouwen dat hem enkele jaren zal dienen... of zeventig of tachtig jaar op zijn hoogst;
Ik zie iemand een huis bouwen dat hem langer dan dat zal dienen.
Langzaam bewegende zwarte lijnen kruipen over de hele aarde... zij stoppen nooit... het zijn de graflijnen,
Hij die President was is begraven, en hij die nu President is zal zeker worden begraven.
| |
[4]
Koude golfslag bij de kaai van het veer,
Sneeuw en ijs in de rivier... half bevroren modder in de straten,
Een grijze ontmoedigde hemel... het korte laatste daglicht van december,
Een lijkwagen en koetsen... andere voertuigen laten voorgaan,
De begrafenis van een oude koetsier... de stoet voornamelijk koetsiers.
Snel de stappen naar het kerkhof,
Plichtsgetrouw slaat de doodsklok... de poort wordt gepasseerd... bij
| |
| |
het graf wordt stilgestaan... de levenden stappen uit... de lijkwagen wordt geopend,
De kist wordt uitgeladen en neergezet... de zweep wordt op de kist gelegd,
De aarde wordt vlug in de kuil geschept... een minuut... niemand beweegt of spreekt... het is klaar,
Hij is keurig weggedaan... is er meer?
Vrijpostig, opvliegend, niet onknap, opgewassen tegen het leven,
Geestig, je kon beter niet met hem dollen, hij zou zijn leven geven voor een vriend,
Gek op vrouwen, ... gokte af en toe... at met smaak en dronk met smaak,
Heeft geleerd wat het was om te verkwisten... verloor moed tegen het einde... werd ziek... werd geholpen door een bijdrage,
Stierf op eenenveertigjarige leeftijd... en dat was zijn begrafenis.
Duim gestrekt of vinger opgetild,
Boezelaar, cape, handschoenen, riem... regenkleding... zweep met zorg gekozen... baas, uitkijk, starter, en knecht,
Iemand die bij jou de kantjes ervan afloopt of jij die bij iemand de kantjes ervan afloopt... vooruitgang... man van voren en man van achteren,
Een goede of een slechte werkdag... lievelingsmaterieel of slecht materieel... als eerste naar buiten of als laatste naar buiten... 's nachts naar bed,
Te denken dat dit alles zo veel is en zo weinig voor andere koetsiers... en hij daar stelt geen belang in hen.
| |
[5]
De markten, de regering, het loon van de werkers... te denken welk belang wij eraan hechten in onze dagen en nachten;
Te denken dat andere werkers er even groot belang aan zullen hechten... en wij zullen er klein of geen belang aan hechten.
Vulgair en verfijnd... wat je zonde noemt en wat je goedheid noemt... te denken hoe groot het verschil;
Te denken dat het verschil zal blijven bestaan voor anderen, maar wij liggen voorbij het verschil.
| |
| |
Te denken hoeveel plezier er is!
Beleef je plezier aan het kijken naar de lucht? Beleef je plezier aan gedichten?
Heb je het naar je zin in de stad? of in zaken? of bij het plannen van een nominatie en een verkiezing of met je vrouw en gezin?
Of met je moeder en zussen? of in het huishouden? of in de mooie moederlijke zorgen?
Die dingen vloeien over op anderen... jij en ik vloeien verder;
Maar op den duur zullen jij en ik er minder belang in stellen.
Je boerderij en winst en oogst... te denken hoezeer je in beslag genomen bent;
Te denken dat er nog steeds boerderijen en winst en oogst zullen zijn... maar van welk nut voor jou?
| |
[6]
Wat zal zijn zal goed zijn - want wat is is goed,
Belang hechten is goed, en geen belang hechten zal goed zijn.
De hemel blijft mooi... het genot van man met vrouw zal nooit bevredigd worden... noch het genot van vrouwen met mannen... noch het genot van gedichten;
De vreugdevolle dingetjes in huis, het dagelijks huishouden of dagelijkse zaken - dit zijn geen spoken... de dingen hebben gewicht en vorm en plek;
Het verschil tussen zonde en goedheid is geen spookverschijning;
De aarde is geen echo... de mens en zijn leven en alle dingen van zijn leven zijn goed overdacht.
Je bent niet verspild... je schaart je zeker en veilig rond jezelf,
Jezelf! Jezelf! Jezelf voor altijd en eeuwig!
| |
[7]
Het is niet om jou te ontbinden dat je geboren bent uit je moeder en vader - het is om je te vereenzelvigen,
Het is niet dat je onbesloten zou moeten zijn, maar dat je vastbesloten zou moeten zijn;
| |
| |
Iets vormeloos' dat zich lang heeft voorbereid is gekomen en gevormd in jou,
Daarom ben je veilig, wat ook komt of gaat.
De draden die gesponnen zijn komen bij elkaar... de inslag kruist de schering... het patroon is systematisch.
De voorbereidingen zijn allemaal nodig geweest;
Het orkest heeft zijn instrumenten voldoende gestemd... het stokje heeft het signaal gegeven.
De gast die kwam... hij had goede redenen om zo lang te wachten... hij is nu onder dak,
Hij is een van hen die mooi en gelukkig zijn... hij is een van hen voor wie geldt dat het voldoende is naar hen te kijken en bij hen te zijn.
De wet van het verleden kan niet worden ontdoken,
De wet van het heden en de toekomst kan niet worden ontdoken,
De wet van de levende wezens kan niet worden ontdoken... hij is eeuwig,
De wet van voortgang en verandering kan niet worden ontdoken,
De wet van helden en weldoeners kan niet worden ontdoken,
De wet van dronkaards en verklikkers en valse personen kan niet worden ontdoken.
| |
[8]
Langzaam bewegende zwarte lijnen gaan onophoudelijk over de aarde,
De noorderling wordt gedragen en de zuiderling wordt gedragen... en zij aan de Atlantische kust en zij aan de Pacific, en zij daartussenin, en door het hele land van de Mississippi... en over de hele aarde.
De grote meesters en de kosmos zijn goed als ze gaan... de helden en weldoeners zijn goed,
De bekende leiders en uitvinders en de rijke eigenaars en de vromen en voornamen mogen goed zijn,
Maar er is een groter belang dan dat... er is een precies belang van alles.
| |
| |
De onuitroeibare horden van de onwetenden en slechten zijn niet niets,
De barbaren van Afrika en Azië zijn niet niets,
Het gewone volk van Europa is niet niets... de Amerikaanse inboorlingen zijn niet niets,
Een zambo of een voorhoofdloze Crowfoot of een Camanche is niet niets,
De geïnfecteerden in het immigrantenziekenhuis zijn niet niets... de moordenaar of de valse persoon is niet niets,
De eeuwige opeenvolging van oppervlakkige mensen is niet niets als zij gaan,
De hoer is niet niets... de bespotter van godsdienst is niet niets als hij gaat.
Ik zal gaan met de rest... we hebben voldoening:
Ik heb gedroomd dat we niet zoveel zullen veranderen... en ook de wet van ons is niet veranderd;
Ik heb gedroomd dat helden en weldoeners onder de huidige en oude wet zullen vallen,
En dat moordenaars en dronkaards en leugenaars onder de huidige en oude wet zullen vallen;
Want ik heb gedroomd dat de wet waaronder ze nu vallen genoeg is.
En ik heb gedroomd dat de voldoening niet zoveel veranderd wordt... en dat er geen leven is zonder voldoening.
Wat is de aarde? wat zijn lichaam en ziel zonder voldoening?
We kunnen niet op een gegeven moment worden stopgezet... dat is geen voldoening;
Om ons een goed ding of een paar goede dingen te laten zien voor een eindige periode - dat is geen voldoening;
Het kan niet anders of wij zijn van het onvernietigbare ras van de besten, ongeacht tijd.
Zo niet zouden al deze dingen slechts wederkeren tot as van mest;
Als maden en ratten ons zouden beëindigen, dan wantrouwen en verraad en dood.
| |
| |
Wantrouw je de dood? Als ik de dood zou wantrouwen zou ik nu moeten sterven,
Denk je dat ik vriendelijk en goedgekleed zou kunnen lopen naar vernietiging?
Vriendelijk en goedgekleed loop ik,
Waarheen ik loop kan ik niet definiëren, maar ik weet dat het goed is,
Het hele universum maakt duidelijk dat het goed is,
Het verleden en het heden maken duidelijk dat het goed is.
Hoe mooi en perfect zijn de dieren! Hoe perfect is mijn ziel!
Hoe perfect de aarde, en het kleinste ding op aarde!
Wat goed genoemd wordt is perfect, en wat zonde wordt genoemd is even perfect;
De planten en mineralen zijn allemaal perfect... en de onpeilbare stromen zijn perfect;
Langzaam en zeker zijn ze hiertoe gekomen, en langzaam en zeker zullen ze nog verder gaan.
O mijn ziel! als ik besef van je heb heb ik voldoening,
Dieren en planten! als ik besef van jullie heb heb ik voldoening,
Wetten van de aarde en lucht! als ik besef van jullie heb heb ik voldoening.
Ik kan mijn voldoening niet definiëren... toch is het zo,
Ik kan mijn leven niet definiëren... toch is het zo.
| |
[9]
Ik zweer dat ik nu zie dat alles een eeuwige ziel heeft!
De bomen, geworteld in de grond... de wieren van de zee... de dieren.
Ik zweer dat ik denk dat er niets anders is dan onsterfelijkheid!
Dat het grote plan ervoor is, en het troebele vlot ervoor is, en de samenhang ervoor is,
En alle voorbereiding ervoor is... en wezen ervoor is... en leven ervoor is en dood.
| |
| |
achterpeinst de docht aan dagen aan vandaag aan tijd op handen
knaagera's der aardkeveren grimmelend ontjouwen
zo niets iets is dan zeker is niets
bepeinst de docht aan zon in het oosten man en vrouw buigzaam
en echt met leven voor handen sluimerera's van jouwloos wachten
en de docht aan hunloos jou in deze dagen
gaan er dagen niet voorbij zonder ontjouwing en onthunning
en gaan de trage nachten voorbij de trage dagen voorbij
en knikt de hand van de dokter met knoken geloken het laken
over de leden komen broeders en zusters aldus ontboden
huilen kinderen uit hun functie ontheven met recht
staan de pillen nutteloos op de plank walmt kamfer door de vertrekken
met de hand van in handen klam in de hand onthand
bibberen lippen met zoveel met zoveel nog klein op het voorhoofd
stokt hart in keel en is er kijken slechts naar lamme leden
en ze zijn tastbaar zoals de levenden tastbaar zijn
is er kijken met een blik en een hogere vorm van talmen
verpeinst de docht aan rivieren en de sneeuw het rijpen van vruchten
en zij zullen onsloos rijpen de docht aan huizen gebouwd ik zie
een man hij bouwt een huis dat hem enkele jaren zal dienen ik zie
een man hij bouwt een huis dat hem zeventig jaren zal dienen ik zie
een man hij bouwt een huis dat hem langer zal dienen ik zie
traag kruipende zwarte lijnen over de aarde gaan zij stoppen
te nimmer zijn het de graflijnen hij die president was is begraven
hij die president is zal worden begraven
kille golfslag aan kaai van het veer sneeuw en ijs in de rivier
half bevroren modder in de straten een grijze moedeloze hemel
de laatste stuiptrekkingen van een vale dag in december
lijkwagen en koetsen in konvooi langs eerbiedig stilstaan ik zie
de begrafenis van een oude koetsier de stoet voornamelijk koetsiers
| |
| |
rap stap naar het kerkhof klok slaat zijn plicht door de poort
stilstaan naast gedolven graf levenden stappen uit lijkwagen open
kist uitgeladen en neergezet de zweep wordt op de kist gelegd
als een zwarte bladerloze bloem van december en vlug vlug
scheppen aarde een minuut niemand spreekt of beweegt klaar
hij is naar behoren weggedaan
hij was een peer van een okéë vent het mondje rap geroerd opvliegend
niet onknap sloeg hij het leven als een oude gabber op de schouders
hield wel van een humorgeintje zou zijn leven geven voor een vriend
dol op de vrouwtjes gematigd gokker at en dronk met smakken
kwister van duiten verloor hij de moed tegen het einde hij werd ziek
hij werd geholpen door een bijdrage hij stierf
op eenenveertigjarige leeftijd en dat was zijn begrafenis
thumbs up of up yours boezelaar cape handschoenen riem
zweep met zorg uitgekozen baas starter uitkijk knecht
de kantjes eraf of iemand die de kantjes eraf
rechtdoor tweede links eerste man of achterste man
een goede of een slechte dag goed spul of slechte spullen
de eerste buiten of de laatste binnen en dan onder de wol
verpeinst de docht hoeveel dit alles voor hem was
openingskoersen kabinetsberaad dertiende maand de docht
ontpeinst hoe wij het al bepeinzen in dagen en nachten hoe anderen
het al zullen bepeinzen en wij ontonst niet meer zullen bepeinzen
cool kut goed fout bepeinst de docht hoe danig en terdege
en hoe wij ontonst voorbij het verschil zullen varen
en dan de dingen van jippie! kijken naar wolken gedichten
shoppen op zaterdag in de stad kerstborrel nominatie verkiezing
vrouw en hond met kinderen thuis je moeder en je zussen
leuk gesnuffelde spulletjes voor het huis ah kijk eens hoe schattig
en de docht aan dat loos vloeien in ontjijenikte dagen
en dan te denken aan boeren met hun ploeterend geboer
om have winst oogst klauwzeer en zwijnenpest en dan te denken
de docht van ontnutte aarde in dagen op handen
| |
| |
wat zal zijn zal goed zijn want wat is is goed bepeinzing
is goed want goed is ontpeinzen de hemel hijgt hoog
hijgen man en vrouw buigzaam en echt met leven voor handen
hijgt de dichter in wolken bekeken hijgt de lichtgans in het kozijn
de neuspulkende files dit al is geen drogspook maar weegt
de aarde onder je stappen is geen echo de docht is doordacht
dat jij jezelf bezelft rondzelvig om jezelf verjijt
dat jij vervloeid en ontplopt uit een moeder en vader
is niet bedacht om jou te ontbinden het is bedacht om jou
aan jou te binden het is niet bedacht om jou te wankelen
op weifelende voet het is bedacht om jou op voeten te gaan
een iets heeft zich verjout als schering en inslag en alles
is nodig geweest het orkest heeft gestemd de baton viel op de één
en de gast is gekomen hij had gegoede redenen om zo lang te wachten
hij heeft content zijn intrek genomen hij is een van hen
die mooi en gelukkig zijn hij is een van hen
waarnaar je maar hoeft te kijken om mooi en gelukkig te zijn
de wet van achter de rug kan niet ontdoken de wet
van voor handen en op hand kan niet ontdoken
de wet van leefsels kan niet ontdoken de wet van voorwaarts
en anders kan niet ontdoken de wet van helden en weldoeners
kan niet ontdoken de wet van zatlap matennaaier achterbak
traag kruipende zwarte lijnen over de aarde gaan zij stoppen
te nimmer de noorderling wordt gedragen en de zuiderling wordt gedragen
en zij aan de atlantische kust en zij aan de pacific en zij daartussenin
en door het hele land van de mississippi en over de hele aarde
de grote maestro's en de kosmos gaan goed als ze gaan de helden
en weldoeners gaan goed de wereldleiders en uitvinders
en de grootgrondbezitters en de vromen en voornamen mogen goed gaan
maar er gaat een grotere gang in hun gaan en dat is waarom het gaat
| |
| |
de onuitroeibare horden van de onwetenden en slechten zijn niet niets
de barbaren van afrika en azië zijn niet niets het gemene volk
van europa is niet niets de amerikaanse inboorlingen zijn niet niets
een zambo of een voorhoofdloze crowfoot of een camanche is niet niets
de geïnfecteerden in het immigrantenziekenhuis zijn niet niets
de moordenaar of vuilschurk is niet niets de eeuwige opeenvolging
van oppervlakkige mensen is niet niets als zij gaan de hoer is niet niets
de bespotter van godsdienst is niet niets als hij gaat
ik heb gedroomd dat wij niet ontonst zullen lossen en dat de wetten
niet ontdoken dat de wet van de weldoener en zatlap niet ontdoken
want ik heb gedroomd dat de wet genoeg is ons kent voldoening
en er is geen ons geen aarde geen lijf en docht zonder voldoening
ik zal gaan met de rest onontslapen want ontslapen
kent geen voldoening tonen van hier en daar een dit of dat
en dan onteigenen dat kent geen voldoening en er is geen wet
dan de wet die zegt dat wij van het onuitroeibare ras der besten
en niet wat ons dochten bedenkt de rotting verraad van maden en ratten
zo ik maden zou raden zo zou ik gaan naar de maden
denk je dat ik vriendelijk en goedgekleed zou kunnen lopen
zo loop ik vriendelijk en goedgekleed en waarheen ik loop
kan ik niet syllogismiseren maar ik weet dat ik goed loop
want wolken kosmos en wereld zeggen dat ik goed loop
wat was en wat is zegt dat ik goed loop
hoe dier zijn de dieren hoe denkbaar mijn docht hoe aards
is aarde het kleinste ding op aarde hoe goed is wat goed is
en wat slecht is is even goed hoe plant zijn de planten en stenen
hoe diep de wateren traagzaam voorhanden gekropen
traagzaam voortend voorhanden
| |
| |
de docht van mijn docht kent voldoening de dieren en planten
kent voldoening de wetten van aarde en wolken kent voldoening
kan ik mijn voldoening niet definiëren toch is het zo
kan ik mijn leven niet definiëren
en zo wil mij zweren dat ik weet heb en mijn weet is dat onontslapen
dat het grote plan en het troebele vlot ervoor zijn en samenhang
ervoor is en voorbereiding ervoor is en wezen ervoor is
|
|