Jacob Groot
Alleen met hem
I make a pact with you, Walt Whitman -
I have detested you long enough.
I come to you as a grown child
Who has had a pig-headed father;
I am old enough to make friends.
It was you that broke the new wood,
Now it is time for carving.
We have one sap and one root -
Let there be commerce between us.
Ezra Pound, A Pact
Dit is geen apologie, dit is een boetedoening, dit is geen bekentenis, dit is de waarheid
Waarom trekt hij mij aan, waarom trek ik hem aan, waarom willen we graag bij elkaar zijn?
Het komt door de doeltreffende choreografie van zijn eerste persoon enkelvoud.
Wat hij doet met zijn / verleidt mij, hoe dat kan heb ik geleerd van Jorge Luis Borges.
Borges vertaalde in 1969 de eerste editie van Leaves of Grass. Zijn lezersleven lang
gefascineerd door Whitman, die hij in de inleiding tot zijn essaybundel Discusión (1957,
niet in het Nederlands, wel in het Frans vertaald) boven Swinburne en Mallarmé stelde
(zijn leerstuk over Whitman in dit boek dateert van 1929), formuleert Borges in het
voorwoord van zijn vertaling de slotversie van zijn theorie over de mythe Whitman.
De mythe Whitman is een uitvinding van Whitman zelf. De mythe Whitman is het
onderwerp van Leaves of Grass. De mythe is een formele eigenschap van zijn zangstuk,
en daarmee onweerlegbaar of onweerstaanbaar.
| |
Borges stelt dat de werkelijke Walter Whitman in het splinternieuwe veelbelovende
Amerika van het midden van de negentiende eeuw een nieuwe Walter nodig had, een
ongedachte pluriforme democratische onsterfelijke alomtegenwoordige Walter. Daartoe
laat Whitman de enkelvoudige beschroomde werkelijke Walter die hij is schrijven namens
die meervoudige nieuwe gehoopte, die hij Walt Whitman doopt. Daartoe laat Whitman
zijn exuberante nieuwe Walt, voor wie en namens wie hij schrijft in dat volop zinderende
beloofde land van het schrift, het vanzelfsprekendste en wonderlijkste doen wat een
geschrevene kan: zich tot de lezer richten, zich als de lezer wanen, zich met de lezer ver-
eenzelvigen. Walt spreekt met zichzelf als met een lezer, Walt is geschreven zijn lezer.
And what I assume you shall assume.
Zo is er sprake van een ware drie-eenheid: de schrijvende Whitman, de geschreven
Whitman, de zich gelezen wetende of de gelezen Whitman.
In het schrijven is hij bedacht. Maar in het lezen ontstaat hij. Whitman leest. Whitmans
lezen. Er is sprake van de denkbeeldige die waar wordt in het uitverkoren lezen van elke
lezer afzonderlijk. Er is sprake van een talloos aantal Whitmans waar een talloos aantal
O onbeholpen brutaliteit van de stijl, obsolete straatsyntaxis, details van verouderde
topografie, sepia Amerika, politieke humbug, religieuze quatsch, opsomming, verhaspe-
ling, versplintering, verhaalloze showing off, schaamteloos exhibitionisme, pluriform frag-
ment - deze bricolage borduurt hem, door dit broddelwerk wordt hij gesmeed: hysteri-
sche aansteller, vol gaten en fouten, die net als alle grote neo-ego's van de poëzie juist
werkelijk wordt door zijn onwaarschijnlijkheid, juist een vertelling belichaamt door zijn
vertoning, juist waar wordt doordat hij zich vrijelijk en associatief bedenkt, bedacht is,
verlangd werd, zichzelf verlangt, de lezer wil. En de maat van dit verlangen bepaalt of er
poëzie van komt, de rest is schepwerk.
Maar zijn lichaam verrijst eruit. Zijn lichaam straalt erin. Zijn experiment slaagt. Hij wordt
iedereen, hij wordt iedere toekomstige lezer, hij wordt mij. Hij zorgt voor de opstanding,
de reiniging, de verspreiding, de emanatie, de vergoddelijking, de eenheid, de schittering
van hem in mij, zijn seksualisering van mij, de korte democratische onsterfelijkheid van
mij. Ik sta op, ik ga de stad door, het land in, ik ben erg heel en geheel helder, ik maak het
nodeloos ingewikkeld eenvoudig, vandaag ben ik een jongen, maar morgen ben ik mijn
| |
Dit is een exclusief verbond, dit is wat Pound een pact noemt, anderen kunnen dat ook
hebben, maar ik heb het niet met anderen gemeen, ik heb het met Walt gemeen, ik ben
met hem gemeen, ik ben het met hem, ik ben het, hij is het als ik hem lees, als ik door
hem heen lees, als hij door me heen leest. Ik heb het niet als ik hem vertaal. Dan ont-
breekt hij. Hij is er ook niet als ik over hem schrijf, ik ben alleen met hem hem als hij mij
De vertaling die ik heb gemaakt leest hij niet. Ook de andere vertalers heeft hij overgesla-
gen. Hun stukjes over de vertaling hadden ze niet hoeven durven. Elke vertaling voert ons
verder weg van hem en elk stukje doet er een schepje bovenop, maar we kunnen ook
zeggen dat we dankzij de vertaling weten waar hij is, waar hij gevonden kan worden, waar
hij kan worden gehuwd, bemind, waar hij ons ontvangt, rondleidt, binnendringt. De ver-
taling is het logo van zijn lichaamstaal.
Overal waar ik staat is het niet Whitman. U wordt door ons naar hem doorverwezen
maar u moet daarbij maar aan één ding denken.
|
|