| |
| |
| |
Walt Whitman
Voorwoord bij de eerste druk van Leaves of Grass
Amerika verwerpt het verleden niet of wat het heeft voortgebracht in zijn verschijningsvormen of tijdens andere politieke overtuigingen, of het idee van sociale klassen of oude religies... aanvaardt de leerschool met kalmte... is niet zo ongeduldig alsof verondersteld werd dat de afgestroopte huid nog steeds aan meningen en gewoonten en literatuur kleeft, terwijl het leven waarvan het ten dienste stond is opgegaan in het nieuwe leven van de nieuwe verschijningsvormen... neemt waar dat het lijk langzaam is voortgekomen uit de eet- en slaapkamers van het huis... neemt waar dat het een poosje in de deur wacht... dat het voor zijn tijd het best was toegerust... dat zijn daadkracht neergedaald was in de potige en goedgebouwde opvolger die naderbij komt... en dat die voor zijn tijd het best toegerust zal zijn.
Van alle volkeren ooit op aarde zijn de Amerikanen waarschijnlijk het meest dichter van nature. De Verenigde Staten zijn in wezen zelf het geweldigste gedicht. In de aardgeschiedenis tot dusverre lijken de groten en zij die het meeste opzien baarden mak en netjes vergeleken met hun overvloedige grootsheid en het opzien dat ze baren. Hier is eindelijk iets waarin het menselijk optreden overeenkomt met het wijd uitwaaierende optreden van de dag en de nacht. Hier is geen sprake van zomaar een volk, maar van een bruisend volk van volkeren. Hier is daadkracht, bevrijd van zijn touwen, magnifiek voortstuwend in immense massa's, noodzakelijkerwijze blind voor individuele bijzonderheden en details. Hier is de gastvrijheid die helden altijd kenmerkt... Hier zijn de ongereptheden en baarden en ruimte en de ruigte en achteloosheid waar de ziel van houdt. Hier het optreden dat het triviale minacht, ongeëvenaard in de overweldigende roekeloosheid van haar menigten en groeperingen en de dynamiek van zijn verschiet verspreidt zich onbelemmerd en vloeiend in alle breedte en sproeit in overvloed en schittering zijn weelde uit. Men ziet dat het waarachtig de rijkdommen van de zomer en de winter moet bezitten en nooit bankroet hoeft te zijn zolang er graan uit de aarde groeit of de boomgaarden hun appels laten vallen of de baaien vis bevatten of mannen kinderen verwekken bij vrouwen.
Andere landen laten in hun afgevaardigden zien wie ze zijn... maar het genie van de Verenigde Staten is niet het beste of het meest aanwezig in zijn leidinggevenden of wetgevers, noch in zijn ambassadeurs of universiteiten of kerken of salons, zelfs niet in zijn kranten of uitvinders... maar altijd het meeste in het gewone volk. Hun manieren, taal, kleding, vriendschappen - de frisheid en onbevangenheid van hun uiterlijk - de schilderachtige ongedwongenheid van hun houding - hun onsterfelijke hang naar vrijheid - hun afkeer van alles wat smakeloos of slap of platvloers is - de praktische erkenning van de burgers van de ene staat door de burgers van alle andere staten - de felheid van hun getergde verontwaardiging - hun nieuwsgierigheid en verwelkoming van alles wat nieuw is - hun eigenwaarde en bewonderenswaardige sympathie - hun gevoeligheid voor minachting - hun houding is die van iemand die nooit heeft geweten hoe de aanwezigheid van superieuren voelt - hun welbe- | |
| |
spraaktheid - hun plezier in muziek, het onmiskenbaar teken van mannelijke tederheid en aangeboren verfijning van de ziel - hun goede humeur en vrijgevigheid - de ontzagwekkende betekenis van hun verkiezingen - dat de president voor hen zijn hoed afneemt, maar zij niet voor hem... dit is ook ongerijmde poëzie. Het wacht op de gigantische en genereuze bejegening die het verdient.
De grootsheid van het karakter van een natie zou monsterlijk zijn zonder een overeenkomstige grootsheid en ruimhartigheid van de geest van de burger. Noch de natuur noch wemelende staten noch straten en stoomschepen noch welvarende ondernemingen noch boerderijen noch geleerdheid kunnen volstaan voor het ideaalbeeld van de mens... evenmin kunnen zij de dichter tevreden stellen. Herinneringen zijn ook niet genoeg. Een levende natie kan altijd haar stempel drukken en kan het beste gezag uitoefenen op de meest goedkope manier... namelijk uitgaand van haar eigen ziel. Dit is de optelsom van het nuttige gebruik van individuen of staten en van de huidige inspanning en grandeur en van de onderwerpen van de dichters - Alsof het noodzakelijk zou zijn om in looppas generatie na generatie terug te gaan tot aan de archieven van het Oosten! Alsof de schoonheid en heiligheid van het aantoonbare zich achter het mythische zouden moeten opstellen! Alsof mensen niet altijd van zich doen spreken! Alsof het openleggen van het westelijke continent door ontdekking en dat wat sindsdien doorgesijpeld is in Noorden Zuid-Amerika minder zouden zijn dan het kleine theater van de antieken of het doelloze slaapwandelen van de Middeleeuwen! De bloei van de Verenigde Staten laat de rijkdom en verfijning van de steden en al de opbrengsten van handel en landbouw en de gehele omvang van zijn geografie of vertoon van uiterlijke victorie over aan het genot van een geslacht van mensen van de grootste maat of één onverslaanbaar en eenvoudig mens van de grootste maat.
De Amerikaanse dichters moeten zowel het oude als het nieuwe bestrijken, want Amerika is het ras der rassen. Hun bard moet gelijk zijn aan het volk. De andere continenten dienen zich bij hem aan als een bijdrage... hij verwelkomt ze tot hun eigen voordeel en zijn eigen voordeel. Zijn geest beantwoordt aan de geest van zijn land... hij belichaamt zijn geografie en natuur en rivieren en meren. Mississippi met jaarlijkse overstromingen en veranderende stroomversnellingen, Missouri en Columbia en Ohio en Saint Lawrence met de watervallen en de mooie mannelijke Hudson, monden niet meer uit waar zij zichzelf verliezen dan waar zij uitmonden in hem. De blauwe weidsheid van de binnenzee van Virginia en Maryland en van de zee voor de kust van Massachusetts en Maine en van de baai van Manhattan en van Champlain en Erie en van Ontario en Huron en Michigan en Superior, en van de Texaanse en Mexicaanse en Floridiaanse en Cubaanse zeeën en van de zeeën voor de kust van California en Oregon, wordt niet meer door de blauwe weidsheid van de wateren onder de oppervlakte ingeperkt dan door de weidsheid van boven en onder. Wanneer de lange Atlantische kust zich langer uitstrekt en de kust van de Stille Zuidzee zich langer uitstrekt, strekt hij zich gemakkelijk naar het noorden of het zuiden uit. Daartussen overspant hij ook het oosten en het westen en weerspiegelt wat daartussen is. Op haar verrijst dichte begroeiing, waaruit de scheuten van de pijnboom opschieten en ceder en den en de groene eik en acacia en kastanje en cypres en notenboom en lindeboom en populier en tulpenboom en cactus en wilde wingerd en tamarinde en dadelpruim... en verloopt zich zoals een rietveld of moeras zich heeft verlopen... en bedekt wouden met doorzichtig ijs en ijspegels hangend van de takken en krakend in de wind... en de flanken en pieken van bergen... en gras, zoet en vrij als savanne of hoogland of prairie... met vliegende zwermen en gezang en gekrijs dat dat van de wilde duif
beantwoordt en dat van de gouden grondspecht en wielewaal en meerkoet en brileend en roodschouderbuizerd en
| |
| |
visarend en witte ibis en roerdomp en oehoe en langstaartjaçana en geelkruinkwak en bonte bergeendwoerd en merel en spotlijster en buizerd en condor en kwak en arend. Op haar zijn de erfelijke gelaatstrekken van zowel moeder als vader overgegaan. In haar zijn de essenties van de echte dingen en voorbije en huidige gebeurtenissen opgegaan - van de enorme verscheidenheid aan temperatuur en landbouw en mijnen - de stammen van de rode inboorlingen - de verweerde vaartuigen die nieuwe havens binnengaan of aanlanden op rotsige kust - de eerste noordelijke of zuidelijke nederzettingen - de snelle statuur en spierkracht - de verheven trots van '76, en de oorlog en vrede en vorming van de constitutie... de unie altijd omgeven door kletskousen en altijd rustig en onaantastbaar - het voortdurende binnenstromen van immigranten - de door kades omgeven steden en superieure marine - het niet in kaart gebrachte binnenland - de blokhutten en open plekken en wilde beesten en jagers en strikkenzetters... de vrijhandel - de visserijen en walvisvaart en goudzoekers - het zich eindeloos verdringen van nieuwe staten... iedere december het bijeenkomen van het Congres, de leden plichtsgetrouw overkomend uit alle klimaten en vanuit de verste uithoeken... het nobele karakter van de jonge werktuigkundigen en van alle vrije Amerikaanse arbeiders en arbeidsters... de algemene bezieling en vriendelijkheid en ondernemingslust - de volkomen gelijkheid van de vrouw aan de man... de grote zinnelijkheid - de vloeiende bewegingen van de bevolking - de fabrieken en het handelsleven en de arbeidsbesparende machines - de Yankee pakjesavond - de New Yorkse brandweerlieden en het prijsschieten - het plantageleven in het Zuiden - het karakter van het noordoosten en van het noordwesten en zuidwesten - slavernij en het bevende spreiden van de handen om het te beschermen, en de strenge weerstand daartegen, die nooit zal ophouden tot het ophoudt of het roeren van tongen en de beweging van
lippen ophouden. Hiervoor moet de uitdrukking van de Amerikaanse dichter transcendent zijn en nieuw. Het moet indirect zijn en niet direct of beschrijvend of episch. Haar kwaliteit gaat daar dwars doorheen tot veel meer. Laat de tijdperken en oorlogen van andere naties bezongen worden en hun hoogtijdagen en karakters verbeeld worden en dat is het einde van het lied. Zo niet de grote psalm van de republiek. Hier is het thema creatief en heeft het toekomstperspectief. Hier komt één der geliefde steenhouwers en ontwerpt besluitvaardig en met kennis van zaken en ziet de solide en schone verschijningsvormen van de toekomst waar nu geen solide vormen zijn.
Van alle naties heeft de Verenigde Staten, met zijn aderen vol dichterlijk materiaal, de dichter het meeste nodig; ongetwijfeld zullen ze de grootste hebben en die groots benutten. Hun presidenten zullen niet hun gemene richtsnoer zijn, dat zullen de dichters zijn. Het meest sereen van de gehele mensheid is de grote dichter. Niet in hém, maar ver van hem zijn de dingen grotesk of excentriek of ontbreekt het ze aan gezondheid. Niets is goed wat niet op zijn plaats is, niets is slecht wat op z'n plaats is. Hij verleent ieder ding of elke eigenschap passende verhoudingen, niets meer of minder. Hij is de rechter van het andere en hij is de sleutel. Hij maakt zijn tijd en land één... hij voegt toe in wat moet worden toegevoegd en gaat na wat moet worden nagegaan. Indien vrede gewoon is, spreekt uit hem de geest van vrede, groot, rijk, zuinig, enorme en bevolkingsrijke steden bouwend, landbouw bevorderend en de kunsten en de handel - licht brengend in de kennis van de mens, de ziel, onsterfelijkheid - federale, provinciale of gemeentelijke overheid, huwelijk, gezondheid, vrijhandel, reizen over land en zee... niets te dichtbij, niets te ver weg... de sterren niet te ver weg. In oorlog is hij de dodelijkste kracht van de oorlog. Wie hem rekruteert, rekruteert ruiter- en voetvolk... hij regelt batterijen, de beste die een genieofficier ooit zag. Als de tijd traag en zwaar wordt, weet hij die op te zwepen... ieder woord dat hij spreekt kan bloed
| |
| |
doen vloeien. Wat ook maar vastloopt op het gebied van gewoonten of gehoorzaamheid of wetgeving, hij loopt nooit vast. Gehoorzaamheid kan hem niet onderwerpen, hij onderwerpt haar. Hoog verheven, onbereikbaar staat hij en laat zijn intens licht rondgaan... met zijn vinger draait hij de spil... Omdat hij is wie hij is verbijstert hij de snelste lopers, als hij ze gemakkelijk inhaalt en overvleugelt. De tijd die naar ongeloof afdwaalt en wuftigheid en spot weerstaat hij met zijn vast geloof... hij deelt zijn schotels uit... hij biedt heerlijk volkorenbrood aan dat mannen en vrouwen voortbrengt. Zijn brein is het ultieme brein. Hij discussieert niet... hij oordeelt. Hij oordeelt niet zoals de rechter richt, maar zoals de zon valt op een hulpeloos schepsel. Aangezien hij het verste ziet, heeft hij het meeste geloof. Zijn gedachten zijn lofzangen over de dingen. In het gesprek over de ziel en de eeuwigheid en God is hij stil, niet langer onder gelijken. Eeuwigheid ziet hij niet zozeer als een spel met een proloog en ontknoping... eeuwigheid ziet hij in mannen en vrouwen... hij ziet mannen en vrouwen niet als dromen of stippen. Geloof is het ontsmettingsmiddel van de ziel... het doortrekt de gewone mensen en beschermt ze... nooit geven ze op te geloven en te verwachten en te vertrouwen. Er is die onbeschrijfelijke frisheid en argeloosheid in een ongeletterd persoon, die de kracht van het nobelste betekenisvolste genie nederig en onecht maakt. Voor de dichter is het een zekerheid dat een minder groot kunstenaar even heilig en volmaakt kan zijn als de allergrootste kunstenaar... Het vermogen te vernietigen of om te vormen wordt door hem vrijelijk gebruikt, maar nooit het vermogen tot agressie. Wat gebeurd is, is gebeurd. Indien hij geen superieure voorbeelden laat zien en zichzelf niet in iedere stap die hij zet bewijst, is hij niet wat verlangd wordt. De aanwezigheid van de grootste dichter brengt de zege... niet het vergaderen of worstelen of een of andere
voorbereide aanslag. Nu hij op die weg voorbijgegaan is, laat hem niet alleen! er is geen spoor van wanhoop of mensenhaat of doortraptheid of uitsluiting of schande van afkomst of kleur of waanidee of hel of de noodzaak van een hel... en niemand zal voortaan vernederd worden vanwege zijn domheid of zwakte of zonde.
Een groots dichter weet nauwelijks wat het bekrompene of onbenullige is. Geeft hij zijn adem aan iets waarvan ooit was gedacht dat het klein was, zet het zich uit met de pracht en het leven van de kosmos. Hij is een ziener... hij is ondeelbaar... hij is zichzelf genoeg... de anderen zijn net zo goed als hij, alleen hij ziet het en zij niet. Hij is niet één uit het koor... hij wacht niet op regels... hij is de president van de regels. Wat het gezichtsvermogen voor de rest doet, doet hij voor de rest. Wie kent het opmerkelijk raadsel van het gezichtsvermogen? De andere zintuigen versterken elkaar, maar dit is ver van elk bewijs, behalve zijn eigen, en loopt vooruit op de identiteiten van de onstoffelijke wereld. Eén enkele blik tart elk onderzoek van de mens en alle instrumenten en boeken op aarde en elk redeneervermogen. Wat is wonderbaarlijk? wat is onwaarschijnlijk? wat is onmogelijk of ongefundeerd of vaag? als je alleen maar eenmaal de holte van een perzikpit hebt geopend en gehoor hebt gegeven aan het verre en nabije en aan de zonsondergang en alle dingen hebt opgenomen met een elektrische snelheid, zacht en zoals het hoort, zonder verwarring of gedoe of obstakel.
Het land en de zee, de dieren, vissen en vogels, de hemelboog en het uitspansel, de wouden, bergen en rivieren zijn geen kleine thema's... maar de mensen verwachten van de dichter dat hij meer toont dan de schoonheid en waardigheid die altijd aan stomme, echte dingen hangen... men verwacht dat hij het pad wijst van de werkelijkheid naar hun zielen. Mannen en vrouwen nemen de schoonheid heus wel waar... waarschijnlijk net zo goed als hij. De gepassioneerde vasthoudendheid van de jagers, houthakkers, zij die vroeg opstaan, tuinlieden en boomkwekers en landarbeiders, de voorliefde van gezonde vrouwen voor de mannelijke gestalte, zeevarenden, ruiters, de hartstocht voor het licht en de
| |
| |
openlucht, alles is een oud, veelsoortig teken van het nimmer aflatend waarnemen van schoonheid en van de verankering van het poëtische in buitenmensen. Dichters kunnen hen nooit helpen te zien... sommigen wel, maar hen niet. Dichterlijke kwaliteit wordt niet geordend in rijm of uniformiteit of abstracte toespraken tot iets, noch in melancholische klachten of goede voorschriften, maar is daar het leven van en veel meer, en zit in de ziel. Het voordeel van rijm is dat het zaadjes laat vallen van een zoeter en weelderiger rijm en van eenvormigheid, dat het zichzelf uit het zicht overbrengt naar haar eigen wortels in de grond. Het rijm en de eenvormigheid van volmaakte gedichten laten een onbelemmerde groei van metrische wetten zien en ontspruiten er even feilloos en losjes uit als seringen of rozen uit een struik en nemen vormen aan die even compact zijn als de vormen van kastanjes en sinaasappels en meloenen en peren, en verspreiden het parfum dat onbereikbaar is voor vorm. Het vloeiend verloop en de versieringen van de beste gedichten of muziek of redevoeringen of voordrachten zijn niets onafhankelijks maar afhankelijks. Iedere schoonheid komt voort uit prachtig bloed en een prachtig stel hersenen. Het is genoeg indien de grootsheden verenigd zijn in een man en een vrouw... het feit zal de overhand hebben in het hele heelal... maar de grappen en glans van miljoenen jaren zullen niet de overhand hebben. Wie zichzelf pijnigt over zijn versieringen en welbespraaktheid is verloren. Dit is wat je moet doen: houd van de aarde en zon en de dieren, verafschuw rijkdom, geef aalmoezen aan iedereen die er om vraagt, kom op voor de stommen en gekken, wijd je inkomen en arbeid aan anderen, haat tirannen, ga niet discussiëren over God, wees geduldig en verdraagzaam jegens het volk, neem je hoed af voor niets, bekend of onbekend, of voor welk mens of aantal mensen ook, ga vrijuit met machtige, niet-opgeleide mensen en met jongeren en de moeders van
families, lees ieder jaargetijde van ieder jaar van je leven deze bladeren in de openlucht, heroverweeg alles wat je verteld is op school of in de kerk of in enig boek, zet alles van je af dat je eigen ziel beledigt, en je vlees zelf zal een groots gedicht zijn en niet alleen in woorden rijk van taal zijn, maar ook in de stille lijnen van zijn lippen en gezicht en tussen de wimpers van je ogen en in iedere beweging en gewricht van je lichaam... De dichter zal geen tijd spenderen aan onnodig werk. Hij moet weten dat de grond altijd omgeploegd en bemest is... anderen zullen dat wel niet weten, maar hij wel. Hij zal direct op de schepping afgaan. Zijn vertrouwen zal zich het vertrouwen eigen maken van alles wat hij aanraakt... en zal zich elke genegenheid eigen maken.
Het bekende universum heeft één volmaakte minnaar en dat is de grootste dichter. Hij verteert een eeuwige passie en het maakt hem niet uit welk toeval zich voltrekt en welke mogelijke contingentie van geluk of ongeluk en hij ‘overtuigt dagelijks en ieder uur zijn verrukkelijke betaler’. Wat anderen terugschrikt of breekt is voedsel voor zijn brandende drang tot contact en verliefd plezier. Andere maatstaven om plezier te ervaren verschrompelen tot niets in vergelijking met zijn maatstaven. Met alles wat van de hemel en de hoogste verwacht wordt, heeft hij een goede verstandhouding in het zicht van de morgenstond of een tafereel in winterse wouden of de aanwezigheid van spelende kinderen of met zijn arm om de hals van een man of vrouw. Zijn liefde boven alle liefde is ongedwongen en breed... vóór hem laat hij ruimte. Hij is geen besluiteloze of wantrouwende minnaar... hij is zeker van zijn zaak... hij smaalt onderbrekingen. Zijn ervaring en de buien en opwinding zijn niet voor niets. Niets kan hem schokken... lijden en duisternis kunnen dat niet... dood en angst kunnen dat niet. Geklaag en jaloezie en afgunst zijn voor hem lijken, begraven en weggerot in de aarde... hij zag dat ze begraven werden. De zee kan niet zekerder zijn van de kust of de kust van de zee dan hij van het genot van zijn liefde en van alle volmaaktheid en schoonheid.
| |
| |
Het genot van schoonheid is geen toevalstreffer... het is even onontkoombaar als het leven zelf... het is even exact en absoluut als de zwaartekracht. Uit het gezichtsvermogen komt een ander gezichtsvermogen voort en uit het gehoor komt een ander gehoor voort en uit de stem komt een andere stem voort, eeuwig nieuwsgierig naar de harmonie der dingen met de mens. Hieraan beantwoorden volmaaktheden niet alleen in commissies die verondersteld werden de rest te vertegenwoordigen, maar evenzogoed in die rest zelf. Deze begrijpen de wet der volmaaktheid in massa's en stromen... dat haar doel voor ieder is voor zichzelf en verder vanuit zichzelf... dat het vrijgevig is en onpartijdig... dat er geen minuut licht of donker, en geen are aarde of zee zonder is - en geen enkele windrichting, geen enkele handelsovereenkomst of werkgelegenheid, geen enkele ommekeer in de gebeurtenissen. Dit is de reden dat er in de uitdrukking van schoonheid precisie en evenwicht is... het ene deel hoeft het andere niet te verdringen. De beste zanger is niet degene met het soepelste en krachtigste orgaan... het plezier van gedichten zit 'm niet in hun elegante maat en vergelijkingen en klank.
Zonder inspanning en zonder ook maar op enige manier te onthullen hoe het gemaakt wordt brengt de grootste dichter, als je hem hoort of leest, de geest van enkele willekeurige of alle gebeurtenissen en hartstochten en scènes en personen, sommige in mindere andere in meerdere mate, in verband met je eigen, individuele karakter. Om dit goed te doen moet je de strijd aangaan met de wetten die de tijd volgen en gehoorzamen. Zeker, het doel moet er zijn en het spoor daar naartoe... en de subtielste aanwijzing is de aanwijzing van het beste en wordt dan de helderste aanwijzing. Verleden en heden en toekomst zijn niet ontbonden maar verbonden. De grootste dichter formeert de samenhang van wat is uit datgene wat geweest is en zijn zal. Hij sleurt de doden uit hun grafkisten en zet ze weer op hun benen... hij zegt tot het verleden: Sta op en ga heen voor mijn ogen opdat ik u mag verwerkelijken. Hij leert de les... hij plaatst zichzelf daar waar de toekomst heden wordt. De grootste dichter laat zijn stralen niet slechts schijnen over karakter en scènes en hartstochten... uiteindelijk verrijst hij en maakt alles definitief... hij laat de toppen zien waarvan geen mens kan zeggen waarvoor ze zijn of wat er daarachter ligt... voor even gloeit hij op aan de uiterste rand. Hij is het wonderbaarlijkst in zijn laatste, half verholen glimlach of frons... door die flits op het moment van zijn vertrek zal al wie het ziet moed scheppen of nog jaren later doodsbenauwd zijn. De grootste dichter moraliseert niet en past geen zeden toe... hij kent de ziel. De ziel heeft die mateloze trots die erin bestaat nimmer enige wijze les te accepteren behalve haar eigen. Maar zij heeft meegevoel, even mateloos als haar trots en het een weegt op tegen de ander en geen van tweeën kan te ver gaan omdat ze dat zij aan zij doet met de ander. De diepste geheimen van de kunst slapen met deze twee. De grootste dichter heeft dicht tussen hen in gelegen en zij zijn de levenskracht in
zijn stijl en gedachten.
De kunst van kunst, de glorie van uitdrukkingskracht en de zonneschijn van het licht der letteren is eenvoud. Niets is beter dan eenvoud... niets kan overdaad goedmaken of het ontbreken van het welomschrevene. De impuls van een opwelling door te zetten en door te dringen tot intellectuele diepten en alle personen hun eigen stem te geven zijn geen wijdverbreide noch erg zeldzame talenten. Maar om in de literatuur taal te gebruiken met de volmaakte correctheid en de zorgeloosheid van de bewegingen van dieren en het zuivere gevoel van de bomen in de bossen en gras langs de kant van de weg is de vlekkeloze triomf van de kunst. Als je opkijkt naar hem die daarin geslaagd is kijk je op naar een van de leermeesters van de kunstenaars van alle landen en tijden. Daarna zul je niet met meer voldoening nadenken over de vlucht van de grijze meeuw over de baai of de temperamentvolle bewegingen van een volbloedpaard of het hoge buigen van de zonnebloemen op hun steel of het
| |
| |
verschijnen van de zon op zijn hemelreis of naderhand het verschijnen van de maan dan je over hém zult nadenken. De grootste dichter gaat het minder om een uitgesproken stijl, hij is meer het kanaal van gedachten en dingen, zonder overdrijving of afbreuk te doen, en het vrije kanaal van zichzelf. Hij zweert bij zijn kunst: ik zal niet bemoeiziek zijn, ik zal in mijn schrijven niets van elegantie dulden of effectbejag of originaliteit dat als een gordijn tussen mij en de rest hangt. Ik wil niet dat er iets in de weg hangt, zelfs niet de kostbaarste gordijnen. Wat ik vertel, vertel ik precies voor wat het is. Laat wie wil in vervoering raken of geschokt of gefascineerd of getroost worden, ik zal doelen hebben als gezondheid en hitte of sneeuw, ongeacht wat ik waarneem. Wat ik ervaar of schilder komt voort úít mijn compositie zonder een greintje ván mijn compositie. Je zult aan mijn zijde staan en samen met mij in de spiegel kijken.
Het oude rode bloed en roestvrije adeldom van grote dichters zal bewezen worden door hun ongebreideldheid. Een heroïsch mens wandelt op z'n gemak door middel van en vanuit die gewoonte of traditie of autoriteit die hem niet past. Van de karaktertrekken van schrijvers, wijze mannen, musici, uitvinders en artiesten is geen enkele voortreffelijker dan stille ongehoorzaamheid, die zich uit in nieuwe vrije vormen. Ten dienste van gedichten, filosofie, politiek, mechaniek, wetenschap, gedrag, het kunstvakmanschap, een passende autochtone grand-opera, scheepsbouw, of enig ander vakmanschap, is hij de grootste voor altijd en altijd die het grootste, originele, praktische voorbeeld bijdraagt. De zuiverste expressie is die welke geen gebied vindt waarin hem recht gedaan wordt en maakt er zelf een.
De boodschappen van grote dichters aan iedere man en vrouw zijn: Kom tot ons op voet van gelijkheid, Alleen dan kun je ons begrijpen, we zijn niet beter dan jou, Wat in ons zit zit in jou, Wat wij genieten, kun jij genieten. Dacht je echt dat er maar één Allerhoogste kon zijn? Wij geven je de verzekering dat er talloze Allerhoogsten kunnen zijn, en dat de een geen tegenwicht vormt tegen de ander net zo min als dat het ene gezichtsveld een tegenwicht vormt voor het andere... en dat mensen alleen goed of verheven kunnen zijn in het besef van hun allerhoogste-zijn in zichzelf. Wat denk je dat de verhevenheid van stormen en afgerukte ledematen en de dodelijkste veldslagen en wrakken en de wildste razernij der elementen en de kracht van de zee en het bewegen der natuur en van de kwellingen van menselijke hartstochten en waardigheid en haat en liefde? Het is dat iets dat in de ziel zegt: Ga tekeer, Storm voort, Ik treed op als meester hier en overal, Meester van de hemelkrampen en het zieden van de zee, Meester van de natuur en de hartstocht en de dood, En van alle verschrikkingen en alle pijn.
De Amerikaanse barden zullen gekenmerkt worden door hun weldaden en warmte en voor het aanmoedigen van mededingers... Ze zullen de kosmos zijn... zonder monopolie of geheimzinnigheid... met plezier geven ze van alles aan iedereen door... nacht en dag hunkerend naar gelijken. Ze zullen niet zuinig zijn met rijkdommen en voorrechten... ze zullen zelf rijkdommen en voorrecht zijn... ze zullen merken wie de welvarendste mens is. De welvarendste mens is hij die alle optredens die hij ziet confronteert met wat gelijkwaardig is uit zijn eigen, groter schatten. De Amerikaanse bard zal geen klasse van personen uitverkiezen noch één of twee uit verschillende interessegebieden noch liefde noch de ziel noch het lichaam... noch de oostelijke staten boven de westelijke of de noordelijke boven de zuidelijke.
De exacte wetenschap en haar praktische gevolgen zijn geen belemmeringen voor de grootste dichter maar hem altijd tot aanmoediging en steun. De aanvang en de herinnering zijn daar... daar de armen die hem voor het eerst optilden en hem het beste steunden... daar keert hij terug na al zijn komen en gaan. Zeeman en reiziger... de anatoom chemicus astronoom geoloog frenoloog spiritualist
| |
| |
mathematicus historicus en lexicograaf zijn geen dichters, maar zij zijn de wetgevers van dichters en hun bouwwerk draagt de structuur van elk volmaakt gedicht. Ongeacht wat bovenkomt of geuit wordt, zij zonden het zaad voor zijn conceptie... van hen afkomstig en naast hen staan de tastbare bewijzen van zielen... Steeds moeten de pezige rassen der dichters verwekt worden uit de stof van hun vaders. Als er tussen de vader en de zoon liefde en tevredenheid zal zijn en als de grootheid van de zoon de neerslag is van de grootheid van de vader, zal er liefde zijn tussen de dichter en de man van de bewijsbare wetenschap. In de schoonheid van gedichten schuilt de pluim en het slotapplaus van de wetenschap.
Groot is het vertrouwen in de overvloed aan kennis en in het onderzoek naar de diepten van eigenschappen en dingen. Het laat de ziel van de dichter zwellen hier zich een weg te banen en rond te gaan, al blijft hij altijd de president van zichzelf. De diepten zijn onpeilbaar en daardoor kalm. De onschuld en naaktheid worden in ere hersteld... ze zijn noch eerbaar noch oneerbaar. De hele theorie van het speciale en bovennatuurlijke en al wat daarmee vervlochten was of daarvan afgeleid, vertrekt als een droom. Wat ooit gebeurd is... wat gebeurt en wat ooit zou kunnen of gaat gebeuren, de wetten van het leven omvatten alles... ze voldoen voor een enkel geval en voor alle gevallen... geen hoeft opgejaagd of vertraagd te worden... ze voldoen voor elke wonderlijke stand van zaken of wonderbaarlijke persoon, die niet toelaatbaar is in het uitgestrekte schema der dingen, waar iedere beweging en ieder grassprietje en het geraamte en de geest van mannen en vrouwen en al wat er mee te maken heeft onuitsprekelijk volmaakte wonderen zijn, allen verwijzend naar allen en ieder afzonderlijk en op z'n plaats. Het is ook niet consistent met de werkelijkheid van de ziel toe te geven dat er in het bekende universum iets goddelijker is dan mannen en vrouwen.
Mannen en vrouwen en de aarde en alles op de aarde moeten eenvoudigweg genomen worden voor wat ze zijn, en het onderzoek naar hun verleden, heden en toekomst zal ononderbroken zijn en worden gedaan met absolute eerlijkheid. Op deze basis speculeert de filosofie, terwijl zij voortdurend de blik op de dichter gericht houdt en terwijl zij de eeuwige hang van iedereen tot geluk nooit als inconsistent beschouwt met wat helder is voor de zintuigen en voor de ziel. Want de eeuwige hang van iedereen tot geluk is het enige punt van gezonde filosofie. Al wat minder omvat dan dat... al wat minder is dan de wetten van het licht en van de astronomische beweging... of minder dan de wetten die de dief, de leugenaar, de veelvraat en de dronkelap in dit leven volgen en ongetwijfeld daarna... of minder dan de uitgestrekte perioden van de tijd of de langzame vorming van steen of het geduldige opeenhopen van bodemlagen - heeft geen enkele waarde. Al wat God in een gedicht of in een filosofisch systeem zou onderbrengen als bestrijder van een ander wezen of een andere invloed, heeft evenmin enige waarde. Gezond verstand en oog voor het geheel kenmerken de grote meester... als één beginsel bedorven is, is alles bedorven. De grote meester heeft niets te maken met wonderen. Hij ziet gezondheid voor hemzelf in het feit dat hij één uit de massa is... hij ziet de onvolledigheid in van enkelvoudige voortreffelijkheid. Voor de volmaakte vorm komt overeenstemming. Het is fantastisch om onder de algemene wet te vallen want dat betekent dat je ermee overeenstemt. De meester weet dat hij onuitspreekbaar groot is en dat allen onuitspreekbaar groot zijn... dat niets bijvoorbeeld groter is dan het verwekken van kinderen en ze goed op te voeden... dat te zijn net zo groots is als waar te nemen of te vertellen.
Voor het creëren van de grote meesters is de idee van politieke vrijheid onontbeerlijk. Overal waar mannen en vrouwen bestaan, wordt vrijheid aangehangen door helden... maar nooit wordt zij meer aangehangen of verwelkomd dan door dichters. Zij zijn de stem en het vertoon van vrijheid. Zij zijn
| |
| |
door de eeuwen heen de grote idee waardig gebleken... aan hen is zij toevertrouwd en zij moeten haar onderhouden. Niets heeft voorrang boven haar en niets kan haar compromitteren of haar degraderen. Het is de instelling van grote dichters om slaven moed in te spreken en despoten angst in te boezemen. Het draaien van hun nekken, het geluid van hun voeten, de beweging van hun polsen, zijn vol gevaar voor de een en hoop voor de ander. Treed een poosje nader tot hen en ook al spreken of adviseren zij niet, zul je de trouwe Amerikaanse les leren. Vrijheid wordt matig gediend door mensen wier goede bedoeling de kop in wordt gedrukt door één mislukking of twee mislukkingen of een heel aantal mislukkingen, of door nonchalante onverschilligheid of ondankbaarheid van het volk, of door het ontbloten van de scherpe tanden van de macht, of het naar voren schuiven van soldaten en kanon of strafwetten. Vrijheid vertrouwt op zichzelf, nodigt niemand uit, belooft niets, woont in rust en licht, is positief en beheerst, en kent geen ontmoediging. De strijd woedt voort met luide signalen en voortdurende opmars en aftocht... de vijand zegeviert... de cel, de handboeien, de ijzeren halsketting en enkelband, het schavot, worgijzer en loden kogels doen hun werk... het goede doel slaapt... de sterke kelen worden verstikt door hun eigen bloed... de jonge mannen slaan hun ogen neer wanneer zij elkaar passeren... en is vrijheid vertrokken uit dat oord? Nee, nooit. Wanneer vrijheid vertrekt is zij niet de eerste die gaat of de tweede of de derde... zij wacht tot iedereen weg is... zij is de laatste... Wanneer de herinneringen aan de oude martelaren volkomen uitgewist zijn... wanneer de grote namen van patriotten worden gehoond op de lippen van sprekers in de openbare ruimtes... wanneer jongens niet meer naar hen worden vernoemd maar naar tirannen en verraders... wanneer de wetten van de vrijen met tegenzin gestand wordt gedaan en wetten voor verklikkers en bloedgeld
als honing zijn voor de smaak van het volk... wanneer ik en jij buiten over de aarde wandelen getroffen door medeleven ten overstaan van talloze broeders die onze gelijkwaardige vriendschap delen en niemand meester noemen - en wanneer wij opgetogen zijn in een nobele vrolijkheid ten overstaan van slaven... wanneer de ziel zich terugtrekt in de koele ruggespraak van de nacht en haar ervaring overziet en in grote extase geraakt over het woord
en de daad die een hulpeloze, onschuldige persoon hebben teruggebracht in de greep van vergrijpers of in een andere wrede vernedering... wanneer diegenen in alle delen van deze staten die gemakkelijker het ware Amerikaanse karakter zouden kunnen verwezenlijken maar het nog niet doen - wanneer de zwermen kruipers, sukkels, schijnheiligen, luizen van politici, strategen van sluwe verwikkelingen ten eigen bate in gemeentehuizen of openbare ministeries of rechtbanken of het parlement of de burelen van de president, een warme respons en natuurlijke achting krijgen van het volk of ze die ambten nu verkrijgen of niet... wanneer het beter is een domkop te zijn met handen en voeten gebonden en een bedrieger in een officiële functie tegen een hoog salaris dan de armste vrije monteur of boer met zijn pet stevig op zijn hoofd en vastberaden ogen en met een eerlijk en edel hart... en wanneer corruptie door de gemeentelijke of de staats- of de federale overheid of enige onderdrukking op een grote of kleinere schaal wordt aangeklaagd zonder haar eigen straf die terecht en in de juiste maat volgt zonder kans op ontsnapping... of beter: wanneer al het leven en alle zielen van mannen en vrouwen verjaagd zijn van alle delen van de aarde - alleen dan zal het vrijheidsinstinct verjaagd zijn van dat deel van de aarde.
Aangezien de eigenschappen van de dichters van de kosmos samenkomen in het echte lichaam en de echte ziel en in het genieten van dingen, zijn zij superieur in zuiverheid aan alle fictie en romans. Als zij zich uiten worden de feiten overspoeld door licht... het daglicht wordt verlicht met levendiger licht... ook de diepte tussen zonsondergang en
| |
| |
zonsopkomst wordt vele malen dieper. Ieder nauw omschreven object of omstandigheid of samenstelling of proces vertoont een schoonheid... de tafel van vermenigvuldiging de hare - de ouderdom de zijne - het timmermansgilde de zijne - de opera de hare... de klipper met de enorme romp uit New York op zee op stoom of met volle zeilen glanst met ongeëvenaarde schoonheid... de Amerikaanse kringen en grote harmonieën van bestuur glanzen met de hunne... en de alledaagse vaste plannetjes en handelingen met de hunne. De dichters van de kosmos dringen door alle onderbrekingen en dekkingen en beroeringen en krijgslisten tot de eerste beginselen door. Ze zijn nuttig... zij verlossen armoede van behoefte en rijkdom van hoogmoed. Jullie rijke eigenaren, zeggen zij, jullie zullen niet meer teweegbrengen of waarnemen dan iemand anders. De eigenaar van een bibliotheek is niet degene die recht op haar heeft omdat hij haar heeft gekocht en voor haar heeft betaald. Eenieder en iedereen is eigenaar van de bibliotheek die op dezelfde manier kan lezen in alle variëteiten van tongvallen en onderwerpen en stijlen, waarin ze op hun gemak naar binnen gaan en zich thuis voelen en aangetrokken tot vaderschap en moederschap, en zich soepel maken en machtig en rijk en groot... Deze Amerikaanse staten, sterk en gezond en talentvol zullen niet blij zijn met schendingen van natuurlijke modellen en moeten ze niet toestaan. In schilderijen of afgietsels of gravures in steen of hout, of in de illustraties in boeken en kranten, of in een komische of tragische prent, of in weefpatronen of iets om kamers te verfraaien of meubels of kleding, of geplaatst op deklijsten of monumenten of op voorstevenen of achterstevenen van schepen, of geplaatst waar dan ook voor het menselijk oog binnen of buiten, dat eerlijke vormen verdraait of dat griezelige wezens of plaatsen of gebeurtenissen schept is ergerlijk en walgelijk. De menselijke gedaante in het bijzonder is zo groots dat zij
nooit belachelijk gemaakt mag worden. Aan ornamenten van een werk kunnen geen buitenissigheden worden toegestaan... alleen die ornamenten kunnen toegestaan worden die zich aanpassen aan de volmaakte feiten van de openlucht en die uit het karakter van het werk voortvloeien en onbedwingbaar daaruit voortkomen en noodzakelijk zijn voor de voltooiing van het werk. De meeste werken zijn het mooist zonder ornament. Overdrijvingen worden gewraakt in de menselijke fysiologie. Schone en krachtige kinderen worden alleen geworpen en verwekt in die gemeenten waar de modellen van natuurlijke vormen iedere dag publiekelijk aanwezig zijn... Grote genieën en het volk van deze staten moeten nooit verlaagd worden tot romantische verhalen. Zodra geschiedenis op de juiste manier wordt verteld bestaat er geen behoefte meer aan romantische verhalen.
De grote dichters worden ook herkend aan het ontbreken van trucs en aan de rechtvaardiging van volmaakte, persoonlijke oprechtheid. Dan echoot het volk een nieuwe, goedkope vreugde en een goddelijke stem die uit hun hersenen naar buiten springt: hoe mooi is oprechtheid! Hem kunnen alle fouten worden vergeven die volmaakt oprecht is. Laat van nu af aan niemand van ons liegen, want we hebben gezien dat openheid de binnen- en de buitenwereld overwint en dat er geen enkele uitzondering bestaat, en dat nog nooit sinds onze aarde zich heeft samengeklonterd tot massa, bedrog of voorwendselen of leugens ook maar het kleinste deeltje hebben aangetrokken of de zwakste schakering van een schaduw - en dat een doortrapt of sluw persoon zal worden ontmaskerd en veracht ongeacht de rijkdom of statelijke dan wel federale rang die hem omkleedt... en dat de ziel nog nooit bedrogen is en nooit bedrogen kan worden... en dat streven zonder de liefdevolle knik van de ziel niets is dan stinkende damp... en nog nooit op een van de continenten van de wereldbol noch op enige planeet of satelliet of ster, noch in het middelste van hardheid, noch onder het vloeiend nat van de zee, noch in die toestand die voorafgaat aan de geboorte van baby's, noch op enig moment tijdens
| |
| |
de veranderingen van het leven, noch in die toestand die volgt op dat wat wij dood noemen, noch in enig proces of vorming of hervorming waar dan ook, is een wezen opgegroeid met een instinct dat de waarheid haatte.
Buitengewone voorzichtigheid of zorgvuldigheid, de sterkste organische gezondheid, grote hoop en vergelijking en liefde voor vrouwen en kinderen, ruimhartig voorzien in levensonderhoud en vernietigingsdrang en oorzakelijkheid, met een perfect gevoel voor de eenheid van de natuur en de geschiktheid van dezelfde geest toegepast op menselijke zaken... deze worden opgeroepen uit de diepten van de hersenen van de wereld om onderdelen te zijn van de grootste dichter vanaf zijn geboorte uit zijn moeders schoot en vanaf haar geboorte uit die van haar moeder. Voorzichtigheid gaat zelden ver genoeg. Men heeft wel gedacht dat de zorgvuldige burger de burger was die zich wijdde aan solide inkomsten en die goed deed voor zichzelf en zijn gezin en die een leven binnen de grenzen van de wet wist af te sluiten zonder schulden of misdaad. De grootste dichter ziet en erkent deze huishouding zoals hij de huishouding van voedsel en slaap ziet, maar heeft hogere ideeën van zorgvuldigheid dan te denken dat hij veel geeft wanneer hij een paar aardigheidjes weggeeft aan de poort van het hek. De vooronderstellingen van de zorgvuldigheid van het leven zijn niet de gastvrijheid ervan, of de rijpheid en oogst ervan. Voorbij de onafhankelijkheid van een klein bedrag opzij gelegd voor de kosten van een begrafenis, en een paar schuttingen rond en dakplaten boven een stuk Amerikaans grondbezit, en de makkelijke dollars die goed zijn voor de gewone kleren en maaltijden in een jaar, de melancholische zorgvuldigheid van het verliezen van zo'n groot wezen als een mens is aan de deining en verbleking van jarenlang geld verdienen met al hun verzengende dagen en ijzige nachten en al hun onthutsende bedrog en onderhandse betalingen of infinitesimale salons of schaamteloos schransen terwijl anderen verhongeren... en al het verlies van bloesem en geur van de aarde en van de bloemen en atmosfeer en van de zee en van de ware smaak van vrouwen en mannen die je voorbijloopt of ontmoet in je jeugd of
op middelbare leeftijd, en de erop volgende misselijkheid en wanhopige opstand aan het einde van een leven zonder verheffing of ongekunstelde eenvoud en het afgrijselijke gerinkel van een dood zonder sereniteit en waardigheid, is het grote bedrog van de moderne beschaving en toekomstplanning die het oppervlak en systeem, onweerlegbaar ontworpen door de beschaving, bevlekt en die met tranen de immense trekken bevochtigt die zij uitstrekt en uitstrekt met enorme snelheid vóór de bereikte kussen van de ziel... Maar de juiste verklaring omtrent zorgvuldigheid moet nog steeds gegeven worden. De zorgvuldigheid van de louter rijken en de respectabiliteit van het hoogst gewaardeerde leven schijnt te zwak voor het oog om überhaupt te worden waargenomen, wanneer arm en rijk stil bijeenkruipen bij de gedachte aan zorgvuldigheid die geschikt is voor onsterfelijkheid. Wat is de wijsheid die een oppervlakkig jaar diepte geeft of zeventig of tachtig jaar vergeleken met wijsheid die zich uitstrekt over eeuwen en terugkomt op een bepaald moment met krachtige versterkingen en rijke geschenken en de heldere gezichten van bruiloftsgasten die zover als je kunt zien in iedere richting vrolijk op je aflopen? Alleen de ziel is van zichzelf... al het andere verwijst naar wat er uit voortvloeit. Alles dat een persoon doet of denkt heeft een consequentie. Geen enkele beweging kan een man of een vrouw maken die hem of haar beinvloedt tijdens een dag of een maand of enig deel van de directe levenstijd of het uur van de dood of hetzelfde beïnvloedt hem of haar vervolgens achteraf door de indirecte levenstijd. Het indirecte is altijd even groot en reëel als het directe. De geest ontvangt van het lichaam net zoveel als zij aan het lichaam geeft. Geen enkele naam of woord of daad... niet van zweren van geslachtsziekten of verkleuringen... niet de intimiteit van de onanist...
| |
| |
niet van de vervuilde aders van veelvraten of rumdrinkers... niet fraude of list of verraad of moord... geen slangengif van diegenen die vrouwen verleiden... niet het domme toegeven van vrouwen... geen prostitutie... geen enkele van de verdorvenheden van jonge mannen... niet van het verkrijgen van voordeel op schandelijke wijze... geen enkele smerige begeerte... geen enkele hardvochtigheid van een officier jegens zijn mannen of rechters jegens gevangenen of vaders jegens zonen of zonen jegens vaders of echtgenoten jegens hun vrouwen of bazen jegens hun jongens... niet van hebzuchtige blikken of malicieuze wensen... noch een van de streken die mensen zichzelf leveren... is altijd of kan altijd gestempeld worden op het programma maar wordt trouw gerealiseerd en teruggegeven, en dat teruggegeven in andere uitvoeringen... en zij worden weer teruggegeven. Noch kan de hulp van liefdadigheid of eigen kracht ooit iets anders zijn dan de diepste reden, of het nu redeneringen oplevert of niet. Een specificatie is niet noodzakelijk... optellen of aftrekken of delen baat niet. Klein of groot, geleerd of ongeletterd, wit of zwart, legaal of illegaal, ziek of gezond, van de eerste inademing door de luchtpijp tot de laatste adem, alles wat een man of een vrouw doet dat krachtig is en welwillend en schoon is strekt tot zijn of haar voordeel in de onwankelbare orde van het universum en door het hele bereik ervan voor altijd. Als de wilde of de schurk wijs is, is het goed... als de grootste dichter of geleerde wijs is, is het eenvoudigweg hetzelfde... als de president of de opperrechter wijs is, is het hetzelfde... als de jonge monteur of boer wijs is, is het niet meer of minder... als de prostituee wijs is, is het niet meer of minder. De rente zal terugkeren... alles zal terugkeren. Alle goede handelingen in oorlog en vrede... alle hulp gegeven aan familie en vreemden en armen en ouden van dagen en bedroefden en jonge kinderen en weduwen en zieken, en aan alle mensen
die gemeden worden... alle zorg voor vluchtelingen en van ontsnapte slaven... alle zelfopoffering die stevig en onbewogen op scheepswrakken stond en er op toe zag hoe anderen in reddingsboten gingen zitten... alle opofferingen van materiële zaken of het leven voor het goede doel, of ten bate van een vriend of om een overtuiging... alle pijn van bezetenen uitgelachen door hun buren... alle onmetelijke innige liefde en oprecht lijden van moeders... alle eerlijke mannen verwikkeld in opgemerkte of onopgemerkte ruzies... alle grandeur en goedheid van de paar antieke naties waarvan we fragmenten van annalen hebben geërfd... en alle goedheid van de honderden veel machtiger en antiekere naties waarvan we de naam niet kennen of de tijd of de plaats... alles wat ooit door de mens is begonnen, of het nu gelukt is of niet... alles wat op enig moment goed is geopperd is door een goddelijk hart van een mens of door de goddelijkheid van zijn mond of gevormd door zijn grootse handen... en alles wat vandaag goed gedacht of gedaan wordt op enig deel van het oppervlak van de wereldbol... of op een van de reizende of vastliggende sterren bij diegenen daar zoals wij hier zijn... of wat in de toekomst goed gedacht of gedaan zal worden door jou wie je ook mag zijn, of door wie dan ook - deze werden afzonderlijk en geheel van kracht in hun tijd en zijn nu van kracht en zullen altijd van kracht zijn voor de persoonlijke identiteit en waaruit ze voort zijn gekomen of zullen komen... Dacht u dat ieder van deze alleen op het moment zelf bestond? De wereld bestaat zo niet... geen tastbare of ontastbare delen bestaan zo... geen resultaat bestaat zonder afkomstig te zijn van een veel eerder resultaat, en dat van een nog eerder, en zo verder terug zonder dat de verste nog benoembare plek dichter bij het begin komt dan enige andere plek... Wat ook maar de ziel voldoening geeft is waar. De zorgvuldigheid van de grootste dichter beantwoordt tenslotte aan het hunkeren en de verzadiging
van de ziel, kijkt niet neer op mindere vormen van zorgvuldigheid mits zij zich aanpassen aan haar manier van doen, wijst niet af, staat niet toe het niet nalatig te zijn in zijn eigen geval of in enig geval, kent geen speciale
| |
| |
sabbat of dag des oordeels, scheidt de levenden niet van de doden of de rechtschapenen van de niet-rechtschapenen, is tevreden met het heden, kan iedere gedachte of handeling evenaren met zijn correlaat, kent geen mogelijke vergeving of alternatieve verzoening... weet dat de jonge man die willens en wetens zijn leven geriskeerd heeft en het verloren heeft het buitengewoon goed voor zichzelf gedaan heeft, terwijl de man die zijn leven niet geriskeerd heeft en het tot op hoge leeftijd behoudt in welstand en gemak misschien niets noemenswaardigs gepresteerd heeft... en dat alleen die persoon geen zorgvuldigheid hoeft te worden bijgebracht die geleerd heeft de voorkeur te geven aan echte dingen van lange duur, en net zoveel geeft om lichaam en geest, en waarneemt dat het indirecte zelfverzekerd het directe volgt, en dat wat voor kwaad of goed hij doet vooruit springt en hem weer opwacht - en die in zijn geest in welke noodsituatie dan ook de dood niet bespoedigt of vermijdt.
De directe beproeving van hem die de grootste dichter zou zijn, is vandaag. Als hij zichzelf niet overspoelt met onmiddellijke tijd als met de uitgestrekte getijden van de oceaan... en als hij niet zijn eigen land, lichaam en ziel aantrekt en rond zijn nek hangt met onvergelijkbare liefde en zijn edele deel in haar verdiensten en tekortkomingen duwt... en als hij zelf niet een transfiguratie is van zijn tijd... en als de eeuwigheid voor hem niet geopend is die gelijkenis biedt aan alle perioden en plaatsen en processen en bezielde en onbezielde vormen, en die het snoer van de tijd is, en die opdoemt vanuit zijn onvoorstelbare vaagheid en oneindigheid in de zwemmende vorm van vandaag, en vastligt aan de rekbare ankers van het leven, en die de plek van dit moment tot een passage maakt van wat was naar wat zal zijn, en zichzelf toevertrouwt aan de representatie van deze golf als een uur en deze ene van de zestig prachtige kinderen van de golf - laat hem opgaan in de maalstroom en op zijn ontwikkeling wachten... Toch blijft de laatste test van gedichten of van enige persoon of werk over. De vooruitziende dichter projecteert zichzelf eeuwen vooruit en beoordeelt de uitvoerder of uitvoering na de veranderingen van de tijd. Overleeft het die? Houdt het nog steeds onaflatend stand? Zal dezelfde stijl en houding van het genie tegenover vergelijkbare punten nu nog tevreden stellen? Heeft geen wetenschappelijke ontdekking of aankomst op hogere niveaus van denken en oordeelsvermogen en gedrag hem en zijn werk gedateerd gemaakt zodat er op een van beide neergekeken kan worden? Hebben de optochten van tientallen en honderden en duizenden jaren bereidwillig omleidingen gemaakt van de rechter- naar de linkerhand om zijnentwille? Is hij geliefd lang en lang nadat hij begraven is? Denkt de jonge man vaak aan hem? En de jonge vrouw vaak aan hem? En denken de mensen van middelbare leeftijd en de bejaarden aan hem?
Een groots gedicht is voor eeuwen en eeuwen gezamenlijk en voor alle opleidingen en huidskleuren en alle afdelingen en sekten en voor een vrouw net zo goed als voor een man en voor een man net zo goed als voor een vrouw. Een groots gedicht is geen eindpunt voor een man of vrouw maar een begin. Heeft iemand gefantaseerd dat hij eindelijk onder een gepaste autoriteit zou kunnen ressorteren en tevreden zou zijn met verklaringen en geld zou verdienen en tevreden zou zijn en genoeg zou hebben? Zo'n eindpunt brengt de grootste dichter niet... hij brengt geen ophouden of beschutte weldoorvoedheid en gemak. Zijn sporen laat hij na in de actie. Degene die hij in de greep krijgt brengt hij met stevige, vaste hand naar levende regionen die voorheen onbereikbaar waren... van daar af aan is er geen rust... zij zien de ruimte en de onverwoordbare glans die de oude plekken en lichten verandert in dode vacuüms. Zijn metgezel aanschouwt de geboorte en vooruitgang van sterren en leert een van de betekenissen. Nu zal er een man samengesteld worden uit tumult en chaos... de oudere moedigt de jongere aan en laat hem zien hoe dat gaat... zij tweeën zullen samen onverschrokken gelanceerd
| |
| |
worden tot de nieuwe wereld een omloop voor zichzelf gevonden heeft en onbeschaamd kijkt naar de mindere omlopen van de sterren en raast door de onophoudelijke ringen en nooit meer stil zal zijn.
Spoedig zullen er geen priesters meer zijn. Hun werk zit erop. Ze mogen een poosje wachten... misschien een of twee generaties... gradueel afnemend. Een superieur ras zal hun plaats innemen... de groepen van kosmos en profeten zullen hun plaatsen en masse innemen. Een nieuwe orde zal zich aandienen en zij zullen de priesters van de mens zijn, en ieder mens zal zijn eigen priester zijn. De kerken die onder hun schaduw gebouwd zijn zullen de kerken zijn van mannen en vrouwen. Door hun eigen goddelijkheid zal de kosmos en het nieuwe ras van dichters duiders zijn van mannen en vrouwen en van alle gebeurtenissen en dingen. Ze zullen hun inspiratie vinden in echte objecten van de dag van vandaag, symptomen van het verleden en de toekomst... Zij zullen zich niet verwaardigen om onsterfelijkheid te verdedigen of God of de volmaaktheid van dingen of vrijheid of de uitzonderlijke schoonheid en realiteit van de ziel. Zij zullen opstaan in Amerika en er zal op ze gereageerd worden vanuit de rest van de wereld.
De Engelse taal is een vriend voor de grandioze Amerikaanse uitdrukking... zij is gespierd genoeg en lenig en vol genoeg. De kranige stam van een ras die onder veranderende omstandigheden nooit de idee van politieke vrijheid opgaf, die de ziel is van alle vrijheid, heeft zij de woorden aangetrokken van sierlijker en vrolijker en subtielere en elegantere talen. Het is de krachtige taal van het verzet... het is het dialect van de common sense. Het is de spraak van de trotse en melancholische rassen en van iedereen die ambitie heeft. Het is de uitverkoren taal om groei, geloof, zelfrespect, vrijheid, rechtvaardigheid, gelijkheid, vriendelijkheid, overvloed, zorgvuldigheid, daadkracht en moed in uit te drukken. Het is het medium dat welhaast het onuitdrukbare kan uitdrukken.
Geen enkele grote literatuur noch enige vergelijkbare vorm van gedrag of voordracht of sociale omgang of huishoudens of publieke instellingen of de behandeling door directeuren van hun personeel, noch een lijst van uit te voeren opdrachten of opdrachtenlijst van het leger of de marine, noch de geest van de wetgeving of rechtbanken of politie of onderwijs of architectuur of liederen of amusement of de kleren van jonge mannen, kunnen lang ontgaan aan het jaloerse en hartstochtelijke instinct van Amerikaanse maatstaven. Of het teken nu al dan niet verschijnt uit de mond van het volk, het ondergaat een levendige ondervraging die het hart van iedere vrije burgerman en burgervrouw doet bonzen al naar gelang het voorbijgaat of gebouwd is om te blijven. Is het eensluidend met mijn land? Zijn de beschikkingen zonder schandelijke kenmerken? Is het voor de immer groeiende gemeenschappen van broeders en minnaars, groot, hecht, trotser dan de oude modellen, vrijgeviger dan de oude modellen? Is het iets vers gegroeid in de velden of ontnomen aan de zee dat ik vandaag hier kan gebruiken? Ik weet dat wat mijn antwoorden zijn, voor de Amerikaan de antwoorden moeten zijn voor enig individu of natie die voor een deel van mijn materiaal zorgt. Wordt dit antwoord gegeven? of wordt er niet verwezen naar universele behoeften? of voortkomend uit de behoeften van de onderontwikkelde gemeenschap van speciale klassen? of oude behoeften aan plezier bedekt door moderne wetenschap en vormen? Erkent dit vrijheid met hoorbare en absolute erkenning, en streeft het op leven en dood naar de afschaffing van slavernij? Zal het ertoe bijdragen een goedgebouwde en zwaargeschapen man te telen, en een vrouw die zijn volmaakte en onafhankelijke gezellin zal zijn? Verbetert het onze manieren? Is het voor het voeden van de jongsten van de republiek? Lost het makkelijk op in de zoete melk van de tepels van de borsten van de moeder van vele kinderen? Heeft het de oude maar altijd actuele tolerantie en
onpartijdigheid? Kijkt het met dezelfde liefde op de
| |
| |
laatstgeborene en op diegenen die bijna verharden tot een beeld, en op de dwalende, en op diegenen die alle geweld minachten?
De gedichten die zijn gedestilleerd uit andere gedichten zullen waarschijnlijk verdwijnen. De lafaard zal zeker verdwijnen. De verwachting van het vitale en het grootse kan alleen vervuld worden door het gedrag van de vitale en de grootste.
De zwermen gepolijsten, lakers en kaatsers en de beleefden drijven weg en zullen geen herinnering nalaten. Amerika bereidt zich zelfbeheerst en goedgehumeurd voor op de bezoekers die bericht hebben gestuurd. Het is niet intelligentie dat hun waarborg en welkom zal zijn. De getalenteerde, de kunstenaar, de vernuftige, de redacteur, de staatsman, de belezene... zij worden niet ondergewaardeerd... zij vallen op hun plaats en doen hun werk. De ziel van de natie doet ook zijn werk. Geen vermomming kan eraan voorbijgaan... geen vermomming kan het verhelen. Het wijst niemand af, het laat allen toe. Het zal alleen halfweg tegemoetkomen aan diegene die zo goed is als hijzelf en aan diegene die op hem lijkt. Een individu is even uitmuntend als zijn natie wanneer hij de eigenschappen heeft die een natie uitmuntend maken. De ziel van de grootste en welvarendste en trotste natie kan best die van haar dichters halfweg tegemoetkomen. De tekenen zijn afdoende. Er is geen angst voor fouten. Indien het ene waar is, is het andere waar. Het bewijs van een dichter is dat zijn land hem even liefdevol opneemt als hij haar opgenomen heeft.
vertaling: Menno Lievers met medewerking van Ilja Leonard Pfeijffer en Allard Schröder
| |
[pagina 20-21]
[p. 20-21] | |
|
|