De Revisor. Jaargang 30
(2003)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
[pagina 3]
| |
[2003/4]Wie de jaargangen van breibladen, vistijdschriften, computermagazines e.d. doorbladert merkt dat alle nummers als twee erwten op elkaar lijken. Bij een literair tijdschrift overkomt je dat maar zelden. Literair is het alleen in zijn vorm, voor het overige is alles mogelijk. Zo ook dit keer. De redactie geeft toe dat ze nooit gedacht had ooit een nummer als dit te maken. Maar nu het er ligt zijn we onverwacht verguld met onszelf. Want zegt u nu zelf, een blad met zes debuterende dichters, waar vind je dat? Hier zijn ze: Esther Boelsma, Hans Hoenselaars, Sjoerd de Jong, Peter den Tex, Linda Vekemans en Nico Weber. Moge het hen zo vergaan als Myrthe Bartels, Evelien Chayes en Onno Koster die in De Revisor gedebuteerd zijn en nu met het vervolg komen.
Sinds we aandacht hebben besteed aan ultra-korte verhalen, blijven ze op de redactie binnendruppelen. En ook dit keer niet geschreven door de geringsten: J.M.A. Biesheuvel, Peter Drehmanns, Herman Franke, Stefanie Menzinger en Ilja Leonard Pfeijffer. Een langer verhaal is er van Alexandra Pareira.
Het essay heeft een erudiete vertegenwoordiger in David Rijser, terwijl de wat meer polemisch aangelegde heren Andriessen, Den Boef en Ekkel hun messen hebben geslepen om achtereenvolgens de heren Nico Keuning, Teun van Dijk en Ilja Leonard Pfeijffer onder handen te nemen.
Voor de tijdschriftenrecensent van De Volkskrant nog even dit: alle gedichten zijn als gewoonlijk geschreven door de auteurs die er bij vermeld staan en niet door Ilja Leonard Pfeijffer, al jeukten zijn vingers om een echt Zwamborngedicht te maken. |
|