De Revisor. Jaargang 30

[p. 3]

[2003/3]

Een langgekoesterde droom van de redactie is uitgekomen. Met gepaste opwinding presenteren wij u het themanummer dat al is aangekondigd in de Marie Claire van augustus 2002 (p.66): het Grote Viespeukennummer. Erkende en minder erkende smeerlappen als A.F.Th., Sevtap Baycili, Ad ten Bosch, Herman Franke, Kees 't Hart, Ilja Leonard Pfeijffer, Henk van Woerden en de debuterende vuilbakken Onno Boeke en Robert Cleirmaekers behandelen smeerpijperij als volksdansen, boerenkoolsoep, een wasje, dood zaad, hondenhaar, de gerechtsbeeldhouwer, Vincents gebungelte, intertekstualiteit en het baggerwezen. Kortom: eindelijk een fel realistisch en volkomen autobiografisch nummer van De Revisor.

Verder vindt u in dit nummer een voor zijn doen erg keurig en kuis verhaal van Atte Jongstra, werk in uitvoering van Allard Schröder, spetterend verse poëzie van Astrid Lampe en een nieuw gedicht van Lodewijk van Oord, die vorig jaar in De Revisor debuteerde. Waar andere literaire tijdschriften uit luiheid, lamlendigheid of gebrek aan bezieling nummer na nummer hun snel vergelende pagina's vullen met telkens dezelfde voorspelbaar belegen namen, daar is het er de redactie van De Revisor veel aan gelegen ruimte te bieden voor verrassende en interessante debuten. Wij zijn er trots op dat wij u in dit nummer niet minder dan drie gloednieuwe dichters kunnen presenteren: Thomans Blondeau, Evelien Chayes en Richard Dekker. In ‘De laatste stelling’ spreekt Nico Keuning over zijn biografie van Jan Arends.

Met verslagenheid heet de redactie kennis genomen van het overlijden van Jean-Paul Franssens. In dankbaarheid voor alles wat hij heeft geboden, gedenken wij hem als een groot en gepassioneerd mens, schrijver en kunstenaar.