Vaak nutteloos, toch is zij tegelijkertijd ons enige wapen om de leugen te ontmaskeren. Niemand laat zich graag voor de gek houden, zelfs niet door zichzelf. De waarheid heeft ons niet nodig, maar wij de waarheid wel.
Wij jagen de waarheid na, omdat zij buiten ons ligt. En dat betekent dat wat wij weten niet hetzelfde is als de waarheid. Het verschil tussen ons beeld van de werkelijkheid en de ware werkelijkheid is onvermijdelijk.
Maar hoe groot is dat verschil? Zal de waarheid ons alleen op afstand verleiden? Zullen we haar nooit eens mogen beetpakken, knuffelen, koesteren, omarmen?
Toch is er hoop waaraan we enig zelfvertrouwen kunnen ontlenen. De wetenschappelijke revolutie van de 17e eeuw heeft onze kennis zo verrijkt en zo gecompliceerd gemaakt, dat die ons voorstellingsvermogen te boven gaat. Geen mens kan meer bevatten wat het volledige beeld van de werkelijkheid is dat de wetenschap presenteert. En komt dat wetenschappelijke beeld van de werkelijkheid niet neer op een absoluut begrip van de werkelijkheid, op een beeld van de werkelijkheid vanuit het niets, zonder waarnemer?
Maar waar blijft de regenboog in die wetenschappelijke werkelijkheid? ‘In feite staat de waarnemer met de zon en het middelpunt van de regenboog op één lijn’, maar als de waarnemer verdwenen is, kan er dan nog een lijn vanuit de zon getrokken worden?
Je kunt natuurlijk de waarnemer beschrijven als een wat ouderwets apparaat dat gevoelig is voor licht van bepaalde golflengtes. Regendruppels zijn rond, dus heeft de breking van zonlicht een boogvorm. Water breekt het licht dat van de zon afkomstig is en door onze dampkring vak op de voor die vloeistof kenmerkende manier, terwijl wit licht uit meerdere kleuren is samengesteld, die ieder een eigen brekingsindex hebben, dus ziet dit apparaat dat wij ‘mens’ noemen, een boogvormige diffractie van zonlicht, bestaande uit lichtgolven met die en die golflengte. Maar is dat spectrum aan lichtgolven nog de regenboog?
We lijken hier op een paradox te stuiten. Aan de ene kant gaat het wetenschappelijke wereldbeeld ons voorstellingsvermogen te boven; aan de andere kant doet het wetenschappelijke wereldbeeld ons voorstellingsvermogen tekort. Als ik alle natuurwetenschappelijke feiten ken over de menselijke waarneming van de regenboog, dan wil ik nog steeds graag zelf een keer die regenboog zien.
Wie de waarheid alleen maar wil bekijken vanuit het niets, zal haar nooit kunnen verleiden, want je doet haar tekort. Als we de verleiding van de waarheid blijven zien als een lokroep uit de verte, en we willen dat die lokroep ook buiten het absolute beeld van de werkelijkheid gehoord en begrepen kan worden, dan moeten we ontkennen dat de wetenschap de enige weg tot de waarheid is.
Zijn er andere toegangswegen tot de waarheid denkbaar? Sommigen denken dat meditatie of religieuze ervaring zo'n toegangsweg is. Van oudsher worstelt de kunst