Floor Haakman
Deze prinses heeft een schoot nodig
Viktor & Rolf
Paillettenjurk 1993
Alsof je rechtstreeks uit een sprookje bent weggelopen! Daar ga je:
(Je hebt geen schoenen aan, net als je stiefdochter, altijd blootvoets.)
Je Jurk net hoog genoeg getild om je vuile te liefkozen voeten te tonen. Die balletpasjes waarbij eerst het voorste deel van je voet en dan pas de hiel vluchtig, bijna strelend, de straat roert. Als een verboden aanraking, als een blozende uiting van wat jij wil dat er met jou gebeurt, maar dan bij jou niet vluchtig maar krachtig en doortastend, eigenlijk met bruut geweld. Daar ga je: haast meer dansend, haast meer huppelend, alsof je zo licht bent, alsof je iedere keer dat je op de grond komt, omhoog wordt geveerd, hoger geveerd wordt, en doorspringen, en steeds grotere halen en daar ga je. Je springt, danst, huppelt mee je balletverleden, wat een heerlijke onbezorgde bekoorlijkheid.
Als een prinses ren je naar een sprookje bij de Amstel, helemaal zonder buiten adem te raken, je bent zo licht als een veertje en ontzettend opgewonden. Daar is de boot. Daar zitten ze. Hij die haar telefoonnummer na een keer zeggen uit zijn hoofd kende (een encyclopedie! Die jongen is een huis-, tuin- en keukenencyclopedie!) en zij die naast hem zit. Zij zit naast hem. Genoeg over haar.
‘Hé,’ roep je, je hebt een bijpassende zakdoek uit je tasje tevoorschijn getoverd en zwaait ermee, ‘hé’ roep Je, ‘hier ben ik.’
Als mensen naar jou kijken, begint er meteen een achtergrondorkestje te spelen. Een strijker, een fluit, iets weelderigs.
Je steekt je hand uit. Hij pakt hem vast. Hij leidt je bij je hand terwijl je oversteekt, het podium beklimt. Het tintelt. Je lijkt wel een een koorddanseres, hoe jij die loopplank oversteekt: het hoofd geheven, de rug recht en trots. Heel trots. De voeten neergezet met grote innerlijke precisie.
Je sluit je ogen en spreidt de armen om het applaus te ontvangen.
Daarna nodig je jezelf uit te gaan zitten. Je gaat zitten op het randje van het voordek. Uit je handtas vis je een spiegeltje op en een rode stift.
Je bent eventjes niet langer daar. Je bent nu lippen in de spiegel. Je bent vale lippen in de spiegel maar omdat het maar een deel is van het gezicht, omdat het zomaar een losstaand onderdeel binnen het gezicht is, volledig uit zijn verband gerukt en omlijst door de zilverblauwe rand van het spiegeltje, schrik je er niet van.