vrouw als deze, dat was - nee, ik wist niet wat me overkwam. Het was groter dan alles wat ik ooit gevoeld had en het enige woord dat in me opkwam was bovenmenselijk. Ik was bloednerveus, maar niet alleen dat, ik voelde ook kracht en bezitsdrang. Ik stelde me voor dat zij daar helemaal alleen voor mij was gekomen en beloofde mezelf alles te doen om dit tot in lengte van dagen te laten duren. Als het moest zou ik een monster vermoorden.
In werkelijkheid heeft de scène misschien nog geen minuut geduurd, maar voor Gerard was het lang genoeg om ongemerkt de kamer uit te komen. Op hetzelfde moment dat ik ontdekte dat hij er niet meer was, zag ik zijn zus op me afkomen met vuurrood gelakte nagels, haar gespreide vingers wapperend in de lucht. Ze draalde wat bij de hoek van de tafel, blies nog wat naar haar vingertoppen, zag toen mijn trui over de stoel hangen en gaf er een zachte aai over.
‘Dag uitvinder,’ zei ze alleen maar, en weg was ze.
Daar zat ik alleen in die wildvreemde kamer, ik wist niet hoe gauw ik weg moest komen. Maar toen ik mijn trui wilde pakken zag ik dat precies op de plek die door de vrouwenhand gestreeld was, het bruin verbleekt was. Midden op de borstpartij tekende zich een vuilgele vlek af in de vorm van een halve maan, die ik daar beslist niet eerder had gezien. Ik kon mijn ogen niet geloven.
Ik fietste zo hard mogelijk naar huis, onderweg van tijd tot tijd onder mijn jas kijkend of de halve maan er nog zat. Hij zat er nog steeds en dat bleef zo, maar uit angst dat hij onverhoeds toch weer zou verdwijnen durfde ik in de dagen daarna de trui niet meer aan te trekken. Dat ging mijn moeder opvallen en op haar vraag wist ik niets anders te doen dan haar de wonderbaarlijke kleurverandering te laten zien.
Zij was even verbaasd als ikzelf en vroeg wat ik met de trui had uitgespookt. ‘Helemaal niks!’ antwoordde ik naar waarheid.
De hele familie kwam erbij en iedereen vond het een interessant geval. Er werd een onderzoekscommissie gevormd, die uiteindelijk tot een harde wetenschappelijke conclusie kwam. Hoe was die maan op mijn trui gaan schijnen? Doordat ik 's avonds bij het afdrogen van de vaat, een van mijn vaste huishoudelijke taken, de natte borden tussen mijn linkerhand en mijn borst klemde alvorens de theedoek erop los te laten. De Lodaline die het afwaswater soppig moest maken, had stiekem ook het bruin van de trui uitgebeten.
Een bedroevende bevinding die ik nooit heb onderschreven. Als hij al waar was, en het dus om een langzaam voortschrijdend proces zou zijn gegaan, hoe was dan het vreemde feit te verklaren dat niemand die vlek op mijn borst ooit eerder had opgemerkt? Een raadsel dat altijd in de lucht is blijven zweven.
Ik ben er altijd van overtuigd gebleven dat er soms een vrouwenhand nodig is om iets zichtbaar te maken, zoals ik ook altijd ben blijven geloven dat de draad van