De Revisor. Jaargang 29
(2002)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 27]
| |
Hans Verhagen
| |
[pagina 28]
| |
Stralende vlag. Iedereen ging,
van de vrijheid om tekeer te gaan ten volle profiterend,
tekeer tegen de verkeerde.
| |
[pagina 29]
| |
Aan bakboord met haar hebbende ontbeten
word je aan stuurboord overboord gezet.
Sta je midden in een hittegolf op water.
Met liefde omringd worden je mooiste momenten gemist.
Geen wonder dat je denkt aan boze opzet.
Je wordt ontiegelijk op je achilleshiel getrapt,
in onderbuik afdoende gelocaliseerd.
Je bekreunt de zielepoot, zwaar van de emolumenten,
die al met één been door z'n sokkel is gezakt.
Pas als hij onthoofd is zal hij zien waar hij tekortschiet.
Grote kans dat hij dan de kracht mist voor een doorstart.
Kan hij waardig worden opgelaserschakeld, de verrader.
| |
[pagina 30]
| |
In de cel zucht... wat u nu hoort is het janken van een rat
of acht, hebben we allang gehad,
vier vierjarige personen op trompet,
onder wie de nieuwe Mozart.
Gewaarwordt hij - die grotendeels uit reukorgaan bestaat,
gestoken in een dwingender materie dan de wetenschap
dat de mystiek er niet om liegt, al zou ze graag willen -
dat ook-bekend-als-neus is afgezet, op die plek
bevindt zich nu een modieuze tennisarm
conform de allernieuwste toegevoegde waarde-
dezelfde die hij op z'n elfde al had onderkend
als één van de grootste dompers op aarde.
Domweg dapper zijn gelukkig niet,
maar onbezoedeld sneuvelen.
Drogerende wijn op het lichaam geclusterd met mispels,
gebotteld aan longen, in monden ontzield, ietwat kurkig.
Alleen in deze heuvelen.
| |
[pagina 31]
| |
Haalt, goed getimed, zijn brutaalste oogopslag van zolder,
waarin we een geschiedenis van oorlogszucht moeten vermoeden
en een lange lijn van herderinnen,
waarvan de vroegsten nog mammoeten hoedden.
Sociaal vaardig tot en met, in een creatie met veren en strepen,
niet zonder sprankeling en, in dit land altijd onderschat:
de lust zich te bezingen.
Voelt zich reuzetof op aardkloot overlopende van delfstof.
Voor hem hoeft niemand
naar een volgende dimensie mee te dingen.
| |
[pagina 32]
| |
|