Maria Barnas
Zonnen zijn rood
Een meisje maakt van de zon een waterverfschilderij. Ze doopt haar rode kwast in een glas water en krijgt trek in limonade. Recht onder de zon schildert ze een tomaat.
De tomaat is zo zwaar dat hij van zijn tak valt. Hij groeide in de tuin van een echtpaar dat alles voor elkaar over heeft. De vrouw laat de tomaat liggen omdat ze haar man de vondst gunt. Bij het ontbijt zegt ze er niets over.
's Middags wandelt haar man door de tuin en ziet de tomaat. Hij knielt erbij neer en ziet in de vrucht alle liefde voor zijn vrouw. Vol en lekker. Dit ontroert hem.
Hij bedwingt zijn verlangen een hap uit de tomaat te nemen. Hij wil dat zijn vrouw de tomaat vindt omdat hij weet dat zijn vreugde vooral bestaat uit ontdekking.
De tomaat krijgt bruine, holle plekken en rot bitterzoet weg.
Het meisje neemt een grote slok.
Het is de eerste keer dat ik kleuren drink.