Yasunari Kawabata
Gezichten
Vanaf een jaar of zes, zeven tot ze veertien of vijftien was deed ze niets anders dan huilen op toneel. In die tijd huilde het publiek ook vaak.
De gedachte dat het publiek altijd zou huilen als zij huilde was de eerste opvatting die zij over haar eigen leven huldigde. In haar ogen zagen de gezichten van mensen eruit alsof ze zouden gaan huilen, wanneer ze haar op toneel zouden zien. Aangezien er geen enkel gezicht bestaat dat ze niet begreep, leek de wereld voor haar op een makkelijk te doorgronden gezicht.
Er was geen acteur van het hele gezelschap die zovelen in het publiek kon laten huilen als deze kindactrice.
Hoe het ook zij, op haar zestiende kreeg ze een kind.
‘Het lijkt helemaal niet op mij. Het is niet mijn kind. Ik wil er niets mee te maken hebben,’ zei de vader van het kind.
‘Het lijkt ook helemaal niet op mij,’ zei de jonge vrouw. ‘Maar het is wel mijn kind.’
Het gezicht van haar dochter was het eerste dat ze niet kon begrijpen. Je zou kunnen zeggen dat haar leven als kindactrice geruïneerd werd toen zij dit kind kreeg, want toen besefte zij dat er een grote gracht bestond tussen het toneel in het theater, waar ze huilde en het publiek liet huilen, en de werkelijkheid. Wanneer zij in die gracht keek zag ze dat het daar pikkedonker was. Talloze ondoorgrondelijke gezichten, zoals dat van haar kind, verschenen in het duister.
Ze verliet de vader van het kind, ergens op tournee.
Toen de jaren voorbijgingen begon ze te denken dat het gezicht van het kind leek op dat van de man die ze verlaten had.
Uiteindelijk begonnen de optredens van haar dochter de toeschouwers aan het huilen te maken, net zoals die van haar dat gedaan hadden toen ze jong was.
Ze verliet haar kind ook, ergens onderweg.
Later begon ze te denken dat het gezicht van haar dochter op dat van haarzelf leek.
Meer dan tien jaar later trof de jonge vrouw eindelijk haar eigen vader, een rondreizende acteur, in een plattelandstheater. Daar vernam ze de verblijfplaats van haar moeder.
Ze ging naar haar moeder. Zodra ze die zag, schreeuwde ze het uit. Overstuur klampte ze zich aan haar moeder vast. De vrouw zag haar eigen moeder voor de eerste keer in haar leven. En voor de eerste keer ooit huilde ze oprecht.
Het gezicht van de dochter die ze op tournee achtergelaten had, was een exacte replica van het gezicht van haar eigen moeder. Net zoals de vrouw niet op haar eigen moeder had geleken, net zo leken zij en haar eigen dochter niet op elkaar. Maar grootmoeder en kleindochter waren nauwkeurige duplicaten van elkaar.
Terwijl de vrouw huilde aan haar moeders borst, besefte zij dat zij wel degelijk oprecht had gehuild toen ze een kindactrice was geweest.
Hierop, haar hart als dat van een pelgrim onderweg naar een heilig land, ging de vrouw terug naar de gezelschappen rondreizende artiesten om haar dochter te vinden, en de vader van de dochter, en hun te vertellen van de gezichten.