Gorge Luis Borges
De gevangene
Ze vertellen dit verhaal in Junin of in Tapalqué. Een jongen verdween na een overval door indianen; men zei dat hij was weggevoerd door de indianen. Zijn ouders dwongen een vergeefse zoektocht naar hem af. Na lange jaren vertelde een soldaat die uit de binnenlanden kwam hen over een indiaan met hemelsblauwe ogen die heel goed hun zoon zou kunnen zijn. Uiteindelijk vonden ze deze man (de kroniek verliest het zicht op de exacte omstandigheden en ik wil niet verzinnen wat ik niet weet) en dachten dat ze hem herkenden. De man, gevormd door het eenzame leven in de wildernis, begreep de woorden van zijn moedertaal niet meer, maar liet zich, onverschillig en gedwee, naar hun huis leiden. Daar stopte hij, misschien omdat de anderen stopten. Hij keek naar de deur, maar zonder begrip. Plotseling deed hij zijn hoofd omlaag, stiet een schreeuw uit, liep op een draf de hal en de twee patio's door, en viel de keuken binnen. Zonder te aarzelen stak hij zijn arm omhoog in de zwartgeblakerde schoorsteen boven de open haard en haalde een klein mes met een hoornen handvat tevoorschijn dat hij daar als jongen had verborgen. Zijn ogen straalden van vreugde en zijn ouders huilden omdat zij hun zoon hadden gevonden.
Misschien volgden andere herinneringen op deze, maar de indiaan was niet in staat om tussen muren te leven, en op een dag ging hij ervandoor om zijn wildernis op te zoeken. Ik vraag me af wat hij voelde in dat tollende moment toen het verleden en het heden verdraaid waren; ik zou graag willen weten of de verloren zon herboren werd en stierf in dat ogenblik van vervoering, of hij in staat was, zoals een kind, of op z'n minst een hond, zijn ouders en zijn thuis te herkennen.