[2002/2]
van de redactie
De dagen van l'art pour l'art en de discussie over Vorm of vent zijn passé. Desondanks is het leerzaam als de redactie van een literair tijdschrift zich afvraagt waar zij zichzelf plaatst, ook ten aanzien van die historische debatten. Uit de twee themanummers die de redactie het afgelopen jaar heeft uitgebracht (Zoals het is en Alexandrië) zal het duidelijk zijn dat de redactie van De Revisor literatuur primair als een kunstuiting ziet en niet als een persoonlijk verslag van hoe het allemaal zo gekomen is. In de beoordeling van literatuur komt het in de eerste plaats aan op de vorm en niet op de vent, hoe aardig hij of zij ook mag zijn.
Dit themanummer zet deze lijn voort, waarmee De Revisor zich onderscheidt van de andere literaire tijdschriften in Nederland. Ultra-kort proza, een genre waarin de vorm zware eisen stelt aan de inhoud, vertellen op het scherp van de snede, kunst derhalve en daarom echt iets voor De Revisor. Kort proza is een volwaardige literaire vorm die van tijd tot tijd aandacht verdient. Ondanks de geringe omvang is niet iedere redactie of uitgever blij met dergelijke miniatuurtjes, zeker niet in een literair klimaat waar de grote roman - wat dat ook moge zijn - voor de buitenwacht als het nec plus ultra in de letteren geldt.
Misschien is dat de verklaring voor het feit dat niet veel Nederlandse schrijvers tijd konden vrijmaken om iets van maximaal 500 woorden te schrijven. Des te verheugender is het dat Maarten Biesheuvel acht verhalen heeft bijgedragen. Biesheuvel, ten onrechte door bepaalde literatuur-historici ingedeeld bij ‘de vertellers’, toont zich een meester in dit genre.