De Revisor. Jaargang 27(2000)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] [pagina 40] [p. 40] Jan Kuijper Twee gedichten Albumblad voor Christine D'haen Slechts één idee was 't eerst en 't laatst: ontkomen aan wat in plaats van vrijheid voedsel geeft. Wie dood is is veel vrijer dan wie leeft, dus volgens Bartjens noemer nul genomen. Zo voel ik al mijn bloed naar boven stromen (dat klopt voor wie ondersteboven zweeft) - 't is dat één pootje geen speelruimte heeft, maar de rest zwemt als in mijn stoutste dromen. Zo'n mallemolen gaat maar doller draaien, Zo'n spiegeltje houdt mij maar voor de mal. Van mijn zegeningen raak ik de tel kwijt. Ik bijt de hand dus die mij dreigt te aaien, braak het vreten uit dat die nochthands zal verstrekken. Zonder bel kwijl ik ook wel. [pagina 41] [p. 41] Albumblad voor Jacques Hamelink Jij, verziendheid van de hoge ouderdom, de dood voor ogen tenzij ingekeerd, hebt van het leven, goddank, niets geleerd, dus wie je ziet is er niet stommer om. Daar trekt er een van leer, vrij onverveerd, bloedsinaasappelprins. Met slaande trom en vliegende wimpelkwast zwijgt hij krom en goed wat hij recht en slecht heeft beweerd. Het ei staat voor Columbus op de dis. Dat slaat op het bovendek van de Oranje en niet op een katholieke kampanje. Een kinderhand tekent onfeilbaar mis. Wie is de uitvinder van de stoommachine? Wat? Hardhorendheid gaat de prijs verdienen! Vorige Volgende