De Revisor. Jaargang 25(1998)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] René Huigen Regenboog Mijzelf ter beoordeling voorgelegd wat niet te beoordelen is en nooit te beoordelen zal zijn, maar waarover ik eens zeer stellig was, te weten dat de poëzie was een wetenschap, en dat wie veel mooie gedichten schreef anderen het schrijven van mooie gedichten onmogelijk maakte, want ieder gedicht was een definitie, een variant die een andere variant als ondeugdelijk weerlegde Zo wilde ik niet weten dat rood en blauw mooie kleuren zijn, alleen voor wie rood en blauw mooie kleuren zijn, en dat ditzelfde geldt voor woorden die kleuren mijn dag en voor de regenboog die ontspringt aan mijn gedachten als was ik kleurenblind en ik mijzelf niet helemaal snapte Waarom moest het altijd miezeren om te mogen zeuren Beter was het niet te zeuren, er was al genoeg gezeurd Men moest mij niet vragen naar zaken waarop geen antwoord mogelijk was Naar wat zwaarder woog, het leven of de poëzie en waarom niet beide een evenredige plaats innamen [pagina 69] [p. 69] en woog als een steen in de palm van mijn hand die tegelijkertijd te groot was om te omvatten Soms deed ik een gooi mijzelf te snappen maar naar wie en in welke zee? Als niets mij raakte En daar niets mij kon raken Vorige Volgende