De Revisor. Jaargang 25

[p. 43]

[p. 44]

Jan Kuijper
Albumblad voor F. Harmsen van Beek

In een vreemd land en zo eenzaam te dwalen
verwarren wij de bouw van slot en zin.
Ons werk is opgegeten door de spin
die zichzelf ergens hier hoopt te herhalen.
De pracht van het eerste bracht geen gewin:
verlies van energie bezorgt een schrale
draad, heen en weer in scheve en schotse stralen,
goede bedoelingen ertussenin.

Het is niet makkelijk erin te vliegen.
Mislukt het ons, dan blijven wij apart.
Wanneer wij wachten op een derde start
dan zal dat kunnen leiden tot geen draad
en blijft de liefde luchtkastelen liegen
tot de lust in het labyrint vergaat.

[p. 45]

Albumblad voor Tomas Tranströmer

De taal marcheert in de maat met de beulen
en loopt in lijnen van gerechtigheid.
Wij doen iets en vervolgens komt de spijt:
een zware last, die wij vooral voortzeulen
als er op ons wordt neergekeken. Keulen
en Aken krijgen voor torens de tijd;
voor ons alle talen van de overheid,
wij bouwen op het met de beulen heulen.

Wij lopen om, bij Keulen en bij Aken;
de lichtstad langs want het gaat om ons hoofd,
of om brandmerken, hechtenis, radbraken.
De zin van dat geweld? Heb jij beloofd
het stad en schijf aannemelijk te maken?
Zo oud als... maar het licht is al gedoofd.