Nu poëzie alleen nog door dichters wordt gelezen en de roman door de film en de soap is achterhaald, wordt het hoog tijd om dit revolutionaire genre eens aan een serieuze analyse te onderwerpen. Hoe zit het in elkaar? Wat is het geheim van de gebruiksaanwijzing?
Hoewel er in het verleden wel pogingen zijn gedaan om de gebruiksaanwijzing op te vatten als een soort poëzie, bij wijze van ready made, is er veel meer voor te zeggen haar te beschouwen als een radicalisering van het verhaalconcept. De kern van elk verhaal is immers handeling, en dat is ook waar het in de gebruiksaanwijzing om draait: zij beschrijft een opeenvolging van handelingen en moet dus als een soort verhaal worden beschouwd.
Maar het is een verhaal dat van alle overbodige opsmuk is ontdaan. Het kent maar één personage, en dat personage is doorgaans een ding, een gebruiksvoorwerp. Eenvoudiger kan het niet: dit uitgangspunt maakt alle vruchteloze en pedante psychologie die zoveel romans ontsiert in één klap overbodig.
Even radicaal is een andere innovatie: na al het geëxperimenteer met wisselende perspectieven en gegoochel met het tijdsverloop kiest de gebruiksaanwijzing voor één onveranderlijk perspectief en een strikt chronologische, puntsgewijze opbouw van de handeling. Ze begint gewoon bij het begin: het voorstellen van de hoofdpersoon in kwestie.
Dat geschiedt door middel van een plaatje: in plaats van ellenlange beschrijvingen te moeten doorworstelen, ziet de lezer in één oogopslag hoe de hoofdpersoon eruitziet; alle onderdelen zijn genummerd en worden onder het plaatje op volgorde benoemd. Buitengewoon doeltreffend.
Direet daarna begint de handeling, en hierin schuilt wellicht de meest geniale vernieuwing die in de gebruiksaanwijzing is doorgevoerd. Want dit is het eerste genre dat werkelijk recht doet aan de rol die de lezer speelt. Sinds de receptie-esthetica werd ontwikkeld weten we dat de eigenlijke hoofdrol in elk verhaal toevalt aan de lezer. Hij is het die de personages tot leven brengt; wat ze ook doen, denken en beleven - het geschiedt door bemiddeling van de lezer die de tekst actualiseert.
Dit inzicht wordt in de gebruiksaanwijzing volledig benut. Zozeer zelfs dat de relatie tussen de lezer en de hoofdpersoon hier volledig transparant is gemaakt. En die moderne lezer - wat is dat voor iemand? Wie zou nog durven ontkennen dat hij bovenal een consument is, een gebruiker van apparaten? De hele dag is hij in de weer met magnetrons, computers, telefoons, faxen, auto's, camera's, fitnessapparaten enzovoort. Dus dat de gebruiksaanwijzing als hoofdpersoon een gebruiksvoorwerp kiest, getuigt van een realiteitszin waaraan de meeste schrijvers nog steeds niet toe zijn.
Bovendien wordt die lezer steeds expliciet in het verhaal betrokken: hij is de aangesproken persoon en de beschreven handelingen kunnen door hem niet alleen gelezen, maar ook uitgevoerd worden.
In verband daarmee is de gebruiksaanwijzing stilistisch van een betoverende eenvoud: