gebogen, stapt hij op de eerste drager af. Hij stopt voor de rand van de bak en beweegt zijn handen met gestrekte armen van zich af, de handpalmen naar buiten gekeerd, in de richting van de eerste kaas. Hij dringt in één vloeiende beweging van bovenaf de mozzarella binnen. Frank zegt snel, met zijn ogen open, terwijl zijn handen de handeling voortzetten, dat de man dit doet zoals een Filippijnse wonderdokter met zijn blote handen dwars door de huid van een zieke glijdt. Op het moment dat hij de mozzarella binnendringt wendt hij zijn gezicht af en maakt met zijn handen een draaiende beweging naar binnen, traag en moeizaam omdat zij naar het hart van de mozzarella moeten reiken. Op Franks voorhoofd parelen zweetdruppels. De man die het hart van de mozzarella zoekt, oefent hierbij een grote druk uit. De drager moet de kaas al die tijd op dezelfde plaats houden. Als de kaas valt, is alles voor niets geweest. Als de twee handen van de mozzarellamaker elkaar hebben gevonden, valt er uit de grote kaas een kleine kaas in het water.
Hierop stapt de mozzarellamaker naar de tweede drager en volvoert dezelfde handeling. Vervolgens komen de andere dragers aan de beurt. Na bij alle vijf het hart uit de kaas te hebben verwijderd, keert hij terug naar de eerste. Bij deze drager is de kaas inmiddels weer dichtgetrokken tot één geheel.
De mozzarellamaker weet wat hem te doen staat. Uiteindelijk drijven in de waterbak enkele honderden kleine mozzarella's. Hun gewicht verschilt hooguit anderhalve gram aan weerszijden van de beoogde twee ons.
Frank en ik laten zijn ooggetuigeverslag bezinken en spreken over ons eigen kunstwerk, waarmee we iets hebben gemaakt door iets anders in het niets te laten verdwijnen. Soms komt het voor dat je iets wilt doen dat je niet helemaal kunt verantwoorden. De schade die dit bij jezelf aanricht, valt meestal wel te overzien en, als je niet al te ver heen bent, ook nog wel te herstellen. Het vermogen om niet alles aan de oppervlakte te willen brengen, noemen we de esthetica van het onzichtbare.
Frank vertelt dat ons kunstwerk, Het Verdwenen Boek, is verkocht. Hij komt me de helft van het geld brengen.
Het Verdwenen Boek kan onmogelijk mooi genoemd worden. Ik schreef een verhaal op twintig houten panelen. Ieder paneel was ongeveer zo groot als de bovenkant van een ijskast. De oppervlakte werd daarna door Frank, die immers beeldhouwer is, bewerkt zodat de tekst onleesbaar werd. Het was niet hetzelfde als een verhaal schrijven in het zand, dat door de opkomende vloed zou worden uitgewist. Het was ook niet hetzelfde als het schrijven van een boek, waarin, onvermijdelijk, alles dat is gesneuveld, weggelaten, geschrapt of verbeterd, onder de oppervlakte een rol is blijven spelen. Natuurlijk staat in ieder boek ook alles wat er niet in is gekomen. Maar zoiets was het niet.