de literatuur dossier, dubbelnummer 5/6
De Revisor bevatte deze jaargang onder de titel door de jaren heen dossiers over de afgelopen decennia. Diverse auteurs berichtten daarin over de ontstaansgrond van tics, onhebbelijkheden, misvormingen die de tijd overleefd hebben: rudimenten van ervaringen en belevenissen. Hun officieuze naoorlogse geschiedenis werd geschreven door verhalen die een poging deden een blinde vlek binnen te dringen.
Door de jaren heen zijn we inmiddels in de blindste vlek van het heden beland. Nieuwsgierig naar wat zich, als een soort droom, in het verborgene van hun eigen werk zou kunnen voordoen, hebben wij een aantal auteurs gevraagd in hun literaire toekomst te kijken. Wat moet er anders? In welke richting zal de literatuur zich ontwikkelen? Wat is de ideale literatuur van de toekomst?
Deze vragen legden we voor aan zowel dichters als prozaschrijvers. Voor de poëzie gold daarbij de leidraad van Gorters inleiding bij diens School der Poëzie, precies een eeuw geleden geschreven: ‘Er moet een andere weg gevonden worden, langs welke de kennis van het algemene in dat wat ons aandoet, en in onze aandoeningen zelf, bereikt wordt’. We vroegen een bijdrage waarbij men vrij was in de vorm: gedichten, een manifest, een persoonlijke ontboezeming, een kort verhaal, een essay, een brief.
de redactie december 1997