Van veel schrijvers wordt beweerd dat, als hun oeuvre is afgerond, ze gedurende hun hele leven maar één boek blijken te hebben geschreven, hoezeer ze ook hun best hebben gedaan elke volgende roman weer heel anders in te richten. Bedoeld wordt dan doorgaans dat ze, bij alle betrachting van verscheidenheid in de vorm, altijd hetzelfde thema zijn blijven omcirkelen - vaak zonder het zich bewust te zijn. Soms draagt een dergelijke constatering de onvriendelijke suggestie in zich dat de auteur zich de moeite van een heel oeuvre had kunnen besparen, om het bij één boek te laten, zijn eersteling, waarin ‘al het latere al aanwezig was’
Of het zo'n overweging was, of eerder jeugdige intuïtie, die A.F.Th. van der Heijden op zijn zeventiende deed besluiten gedurende zijn leven maar één boek te schrijven (en dan wel één waar ‘alles’ in zou staan) zal moeten blijken uit een groot autobiografisch essay dat hij bezig is te voltooien over het ontstaan in zijn leven van de obsessieve gedachte aan eenheid-bij-voorbaat. In een visioen zag hij zichzelf langs caféterrassen flaneren in een wit zomerpak, nageroepen door de mensen: ‘Ach, jongen, schrijf toch nog eens zo'n boek...!’, waarop hij wuivend met zijn witte hoed terug zou roepen: ‘Het spijt me. Geen vervolg. Alles staat er al in...’ De praktijk noopte hem later zijn Ene Boek, inmiddels ‘De tandeloze tijd’ geheten, in meerdere delen te publiceren, en zo de verscheidenheid te zoeken binnen de eenheid, maar bij alle versplintering bleef de opzet die van één omvattende roman. (Zelfs het werk dat niet onder de vlag van ‘De tandeloze tijd’ verscheen, zoals de roman Het leven uit een dag en de requiems De sandwich en Asbestemming, omschrijft Van der Heijden als ‘satellietboeken’ van de cyclus.)
In zijn autobiografische essay ‘Het Ene Boek’ gaat de auteur niet alleen op zoek naar de verschillende opeenvolgende versies van het ‘moeder’-manuscript waarop, als ware het een palimpsest, uiteindelijk ‘De tandeloze tijd’ gebaseerd zou worden, hij keert ook terug naar de tijd vóór de literaire vormgeving, zelfs naar die vóór de vorming op school, toen hij nog met zand schreef.