Hans Dagelet
Heb je d'r nou getongd of niet?
Jaren geleden deed ik als groentje aan het ‘Grote Toneel’ een screen-test voor de hoofdrol in de film Turks Fruit. Film-acteur wilde ik best worden, wereldberoemd ook. Bij aankomst op de filmset kreeg ik een tekstblaadje in mijn trillerige vingers gedrukt alsmede een plastic bekertje koffie, om te wennen. De tekst moest even uit het hoofd geleerd. Ik was de drieëndertigste acteur die proeve van bekwaamheid af kwam leggen. Intussen was ik getuige van de kunsten van de tweeëndertigste acteur, die het in mijn ogen fabelachtig deed, heel overtuigend. De casting-director nam de rolletjes van vader en moeder voor zijn rekening. Hij gaf ze meer áán dan dat hij zijn best deed om doorleefd over te komen. In de scène die uitgekozen was moest ik Willeke van Ammelrooy op bed smijten, bestijgen, en onder het zeggen van kordate zinnetjes een ruige beurt geven. Filmregisseur Paul Verhoeven deed zijn uiterste best mij tot grote hoogten te voeren. Ik besprong Willeke maar echt loskomen lukte me niet. Allereerst dit probleem: moest ik bij het kussen van Willeke nou tongen of juist niet. Mijn stekelbaard hinderde Willeke, enige omzichtigheid was geboden. Toen bleef mijn gouden oorbelletje hangen in Willeke's krulletjeshaar. Ik speelde de scène drie keer, steeds belabberder. Onder het overbekende ‘U hoort nog wel van ons’, kon ik huiswaarts keren. Door alle stress vergat ik mijn oorbelletje. Dat was ik dus kwijt.
Als je toneelspeler bent, mag je in principe alles doen. Je moet echter niet zenuwachtig zijn, dan kan je niks. Heerlijk is het, om alles te mogen zijn en alles te mogen doen, terwijl je er nog voor betaald krijgt ook. Voor de film en de televisie heb ik dikwijls professioneel gekust. En dan hebben we het niet over slappe kusjes, maar over tongen. Als de actrice in kwestie het ook lekker vond, dan ‘klikte’ het. Het leek dan net of je verliefd op zo iemand was. Spel en werkelijkheid dreigen op zo'n moment door elkaar heen te lopen. Soms voelde ik mij erg op mijn gemak. Temeer daar ik al uitverkozen wás, ik hoefde geen ingewikkelde screentest meer te doen. Een enkele keer ‘klikte’ het ook niet, omdat de ander bijvoorbeeld gewoon goor uit z'n bek stonk, of dat de karakters botsten.
Film en televisie lijken soms verdomd veel op de werkelijkheid, dat moet dan ook. Je hoeft niet te doen alsóf je aan het tongen bent, je dóet het gewoon. De camera komt heel dichtbij en veinzen valt op. Bij het toneel is dat anders. Toneel heeft meer dat artificiële van bordkarton, dat is voor mij ook de charme. Ik vind Toneel geen spiegel van de werke-