De Revisor. Jaargang 23(1996)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Kees 't Hart Gedicht Geachte mevrouw, Ik heb de dingen voor u neergezet zodat u ze goed kon zien ik wees ze voor u aan stofnesten dageraad broodrooster en zuster Maan ik heb de dingen alleen voor u getoond gewassen en gefilterd poederdozen windstilte rivierbeddingen deemoedige gebaren alleen voor u voor u alleen heb ik mijn woede opgeschort en broeder Zon en zuster Water gemaltraiteerd windstilte omgevormd tot glas voor u was ik reiziger geworden ik bezong u met toestemming in parodieën ik droomde van mijn eindeloze domheid ik was een brandglas in Edammer kaas voor u alleen heb ik gemasturbeerd dat was het punt niet ik reed bewust en onophoudelijk door groen ik las het Verzameld Werk van Goethe ik was ‘La Belle Dame sans Merci’ mijn oprechtheid was zo doortrapt als een nieuwslezer mijn naïviteit is in praatprogramma's doorgeprikt ik ben hondenliefhebber geworden [pagina 46] [p. 46] neem het van mij maar aan mevrouw ik zag nuttigheid over het hoofd ik was marxist uit liefdesverdriet omdat u het was voor u alleen ik dronk met toegeknepen ogen in de Oude Mannenhuispoort uit het lichaam van een hoer alle verplichtingen ben ik nagekomen ik verblindde mezelf in Zuster Zon ik was principieel ellendeling ik was gewoon een jongen met een geweer ik was tekstschrijver van Corrie Konings ik heb de ijzerwarenwinkel Auke Rauwerda aan u getoond en beschreven zoals een kind naar water kijkt en dan naar boven naar de lucht alles alles heb ik voor u neergezet ik was een hele goeie schilder en loodgieter, ik richtte de etalages in van de firma Wybra in textiel in Leeuwarden ik was lid van de Havenzangers accordeonist bij The Three Jacksons ik schreef het boekenweekgeschenk ik danste op gabberhouseparty's [pagina 47] [p. 47] nooit heb ik u vervloekt mevrouw voor u alleen nam ik een retourtje Zwolle ik verorberde citroenen met schil en al ik beval Heidegger aan bij broeder Vuur zijn er jammerlijke familie-omstandigheden? kunt u niet komen maar wilt u wel? is uw route ondergesneeuwd? acht u het verstandig mij voor aap te laten staan? ik ben verongelijkt van u ik zong van u ik ben van u ontdaan zoals een vrouw op straat zich plotseling verlaten weet de tijd is gekomen dat we duidelijke afspraken maken rond uw komst ik zet de dingen ongecensureerd neer en u hecht uw goedkeuring daaraan herinnert u zich mijn eerdere versies ik somde alles voor u op poeder, stof krekels en anemonen, sodabakjes, stopverf, winterschilder, rode lippen ik was zuster Krekel in al mijn vingertoppen bent u het nu al vergeten? laat u mij tevergeefs wachten? [pagina 48] [p. 48] bevielen mijn beelden u niet? wekte mijn afwasmethode ergernis? spoelde ik het bestek voor de glazen? was ik ruimtelijk niet precies genoeg aanwezig? u zegt het maar ik ben deemoedig ik klaag niet ik veeg het stof van mijn gezicht was mijn citatendwang u een doorn in het oog? u zou verschijnen wanneer ik empiricus geworden was wanneer ik als een empiricus zou schrijven onwetend als een graafmachine wanneer ik alles eindelijk zou laten staan bevalt dit gedicht u niet genoeg? voor u was het mevrouw voor niemand anders voor u heb ik vandaag gebloosd u permitteert het zich te zwijgen ik behing de wanden van dit huis met foto's en gebaren ik reisde zonder koffers ik schreef uw naam in stof was het nog steeds niet genoeg moet ik mezelf nog meer ontzetten nog meer dan dit moet ik mijn tong tot bloedens laten tatoeëren [pagina 49] [p. 49] ik wacht op u mijn horloge loopt gelijk ik heb me aangekleed ik kan direct vertrekken ik mag niet klagen ik vereenzelvigde me met de files op alle snelwegen geen regel heb ik weggestreept ik heb alles door de vingers gezien en dan zou u aan het kussen gaan mijn huid en haar en sentimentaliteit u zou het bloed onder mijn nagels vandaan kussen u kuste me op mijn mond ik hoefde niets te doen u had het zwart op wit gezet als alles voor elkaar is ga ik direct met jou apart dat was de afspraak weet u nog ik herinner me tijd en plaats wonderlijk precies ik was de geit die voor het huis aan het grazen was [pagina 50] [p. 50] [pagina 51] [p. 51] Vorige Volgende