De Revisor. Jaargang 22(1995)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Peter de Visser Gedichten De drie stadia van de wedergeboorte Zie, het verterende, trekt zich in en strijkt neer. Zie, de vervulling op de schaal, schitterend en aanwezig. Hoor, de kinderen ze groeien, ze groeien als een huis groeit, zijn kieren opvult. De kleren, het pianospel, de koorts. Natte lippen, een huid, een cirkel die langzaam wegdraait. Kennis van aanwezigheid Niets als het weigeren, de alvermalende, zeeën stroomden toe. We richtten ons op, spraken, dolven wit zand: glaskorrels. Met onze welgevormde zintuigen over de welgevormde bodem: we zagen onze handen, beklommen trillende ketens. Over het land gingen we, raakten gezichten, ademden. Aanschouwden. [pagina 23] [p. 23] De reflecties van de monochromie Ik verstond mijn handschrift en wierp mijn kleine, trillende lichaam af, weerstond het zuiverste water. Hier, in China, marchandeert men met hondekoppen, bereidt men negenjarig nieskruid. Op de eeuwen van verdeeldheid volgden de eeuwen van verlatenheid, op de eeuwen van verlatenheid die van de eeuwigdurende weerzin. Of betreden wij Afrika, gazellen doorklieven de savanne? Bezien wij het trillend oerwoud? Zie de eeuwige zee met het eeuwige licht, een man wrijft zijn handen met boombast, ontgint eeuwenoude lagen, schiet wortel en scheuten. Verlaat niet het voor altijd beërfde. Vorige Volgende