De Revisor. Jaargang 22(1995)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Hans R. Vlek Eschatologiën I De solo's van Hank zijn voor eeuwig: luisterend mag je je als Trotsky voelen voor diens mexicaanse moordenaar je met 'n ijshamertje refontaneliseert, maar vrees niet, Mobley kan niet sterven, en tussen honderden leren barbaren wint de muze. Moogt gij z'n Carnegiehallconcert beërven en 'n maagzweer om rock aan z'n hoorn te fusen! 'n Saxuoloog in bed is beter dan een sexkundige die van Hank's hoorn niet weet, o malle damen! De saxuologie heeft met uw pornè niets van doen, 'n hoornexpert bedelft U onder heilge namen die gij weerspreekt, sacrilegérend van 't zundigen: de solo's van Hank in Carnegie, oh, de fataalste zoen! II Laat Kelly zilv'ren niagara'tjes pinklend dansen, zitten de drinkers in hun Helwalhal kletsend te sjansen, doof voor Wynton's jakobsladders in diens Themabars: ‘Nee, zwarte Rubinsteins stemmen ons nors en wars van horen, die man rinkelt zo maar wat op blank ivoor!’ Kelly wacht twee maten, maat Cobb slaat 'n doodlijk koor. Tussen jool en ernst bespelen ze de negen zeeën waar Kelly's water hooggezegend plienkt en klotst. Uit Chamber's contrabas verklinken dan de zachte feeën in 'n dans die ritmen leert aan wat buiten hotst in rare carnavallen, carnaal in koersen zonder doel. Kelly laat nog 'n Ledalethe los, verstijft in stalen smoel. ‘'n Ledalethe, van zwarte Wynton, ben je gek geworden?’ Durban's domineesvrouw gooit woest met Wedgwoodborden - Vorige Volgende