geen zendtijd besteedt, betekent niet dat de Pindarus-lezer in zijn bestaan wordt bedreigd. Ik ken trouwens vrijwel niemand die zich bij het lezen laat leiden door de media. Misschien bevind ik me toevallig in de laatste elite op aarde, maar waarschijnlijker is dat het met de ondergang van de beschaving wel meevalt. Er is misschien meer rommel, er zijn zeker meer domme mensen die zich in het literatuurbedrijf opwerken, maar zijn er minder goede boeken? Goede boeken zijn qualitate qua altijd een zeldzaamheid geweest.
Botho Strauß betreurt het dat hij, door de proletarisering van de cultuur, gedwongen is zich terug te trekken in ‘denk- en gevoelsreservaten’. Tja, dan had hij maar geen schrijver moeten worden. Sinds de literatuur zijn Hoge Aanspraken begon te maken - de megalomanie van de Romantiek, het Symbolisme, het Modernisme - heeft de kunstenaar de wereld als onverschillig ervaren en zich teleurgesteld teruggetrokken. Het mooist zijn dan de tijden die je kunt dromen: het verleden en de toekomst, want van alle tijden is de eigen tijd, het hatelijke heden, de verschrikkelijkste. Terug naar vroeger, op naar later - dat is de enige hoop die de dromers rest.
Schrijven is een daad van onmacht, het is een poging zich te verheffen in de zware slagschaduw van de onvermijdelijkheid. En de naïeve schrijver die verwacht dat de wereld zich iets zal aantrekken van wat hij schrijft, zal steevast teleurgesteld worden. Is het ooit gebeurd dat de mensen na het lezen van een roman massaal de straat op renden om in opstand te komen tegen de gevestigde orde der dingen? ‘Engagement’ is een misvatting. Er zijn hoogstens schrijvers geweest die banieren en plakkaten van simpele leuzen hebben voorzien, zoals er ook schilders zijn die wel eens een uithangbord hebben geschilderd - al is zulks iets wat iedereen kan, en wat iedereen kan is geen kunst. In die zin kan een schrijver pas geëngageerd zijn wanneer hij ophoudt schrijver te zijn, d.w.z. uit zijn ‘denk- en gevoelsreservaat’ treedt, en opruier wordt, politicus of samenzweerder. De afzondering is des schrijvers natuurlijke biotoop. Met zijn ene stem zal hij nooit op kunnen tegen de honderdduizend stemmen der machthebbers.
De kunst is een schijnwereld, een tegenrijk zo je wilt, maar wat dáár van het hoogste belang wordt geacht, speelt in de reële wereld geen enkele rol.
Gelukkig niet, zou ik zeggen. De wetten van de reële wereld zijn erop gericht om de oorlog van allen tegen allen te voorkomen, om te zorgen dat niemand tekort komt en om de burgers een gezonde nachtrust te garanderen. Er heerst noodzakelijkerwijs de dictatuur van de middelmaat, opdat iedereen een beetje aan zijn trekken komt. De wetten van de verbeelding staan daar haaks op. Middelmaat is in de kunst verboden, extremisme een voorwaarde. Het is dan ook het rijk van de eenling, en wie alleen is, hoeft met niemand rekening te houden. Ergo, wat goed is voor de