De Revisor. Jaargang 21(1994)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Jan Kuijper Sonnetten De tombe van Michelangelo Buonarroti Mijn woorden gaan zoals u ademhaalt. Ze wachtten, wachtten in de dunne lucht zoals een beeld in marmer. En uw zucht heeft ze verlost en naar zich toe gehaald en zij zijn in uw longen afgedaald en wat maar een gerucht was werd gerucht - het gerucht zonder gerucht overbrugt de stilte waar de stem van Stentor faalt. Mijn Mentor ben jij, jij staat achter mij en leest over mijn schouder, en als ik iets verkeerd opschrijf, wordt het vanzelf goed: ik voel mijn hart te keer gaan net als jij - geen stipte steen, geen keihard klokgetik maar kloppend vlees en ademhalend bloed. [pagina 47] [p. 47] De tombe van John Keats Van sterfelijk onsterfelijk te maken lukt iedereen die in het heden leeft en ons in het bijzonder. Wie niets heeft zal ook dat aan zijn hoop of spijt kwijtraken, maar wie het leven iets bijzonders geeft, wie vandaag verder nergens naar wil haken heeft meer gewonnen dan wie bij het schaken de kwaliteit behaalt, want nog steeds streeft die naar het hele punt. Wij zijn er al. Er zweeft ons iets moois voor ogen, een vaas misschien waarop het innigste gebaar van liefde is uitgebeeld. Tot na de val zijn wij de tijd, zijn wij de dood de baas - zij lijmen onze scherven aan elkaar. [pagina 48] [p. 48] De tombe van Gysbert Japix Met eigen glans geglansde glans! ...glans met zalmglans glanzend... Met eigen glans geglansde glans! ...glans met zalmglans glanzend... Met eigen glans geglansde glans! ...glans met zalmglans glanzend... Met eigen glans geglansde glans! ...glans met zalmglans glanzend... Met eigen glans geglansde glans! ...glans met zalmglans glanzend... Vorige Volgende