Hugo Brandt Corstius
Het heeft vijftig jaar geduurd voor ik mij in de gaten had. Veel te lang heeft dat geduurd. Ik werd enigszins gek van ongeduld. Een mens, dat ben ik dus, denkt namelijk dat hij is zoals andere mensen zeggen dat hij is. Dit misverstand heeft het inzicht in mij een halve eeuw opgehouden.
Mijn ouders en leraren dachten: Hugootje is een buitengewoon lastig kereltje. Dus dacht ik: ik ben een buitengewoon lastig kereltje. Maar dat ben ik helemaal niet. Die zogenaamde lastigheid is slechts een uitvloeisel van mijn... (dat onthul ik pas in mijn laatste zin).
Mijn hoogleraren en medestudenten dachten: Hugo is een tamelijk slim ventje. Dus dacht ik: ik ben een tamelijk slim ventje. Maar dat ben ik helemaal niet. Die zogenaamde slimheid is slechts een gevolg van... (dat komt dus aan het eind van dit zelfportret).
Mijn geliefden en andere vrouwen dachten: die Hugo is een erg geil mannetje. Dus dacht ik: ik ben een erg geil mannetje. Maar dat ben ik helemaal niet. Die zogenaamde geilheid is slechts een uiting van... (u weet waar het antwoord staat, en als u niet vooruitgesneld bent om het te lezen, dan lijkt uw karakter niet op het mijne).
Mijn kinderen en leerlingen dachten: die Hugo is een vreselijk veeleisende en onbarmhartige man. Dus dacht ik: ik ben vreselijk veeleisend en onbarmhartig. Maar dat ben ik helemaal niet. Die zogenaamde onbarmhartig- en veeleisendheid komt slechts voort uit mijn... (ja, zie slot).
Mijn lezers en critici denken: die Brandt Corstius is een oppervlakkige veelschrijver. Dus dacht ik: ik ben een oppervlakkige veelschrijver. Maar dat ben ik helemaal niet. Die zogenaamde oppervlakkigheid is alleen maar de zoveelste consequentie van mijn Ongeduld. ik heb geen geduld voor niemand en niets, zelfs niet voor mijzelf. Ik haat Janmaat en Pinochet en Brinkman, maar ik zou ze niet op straat neerschieten als ik de kans had. Maar een volslagen onbekende die op de stoep draalt en me zo een tel de weg verspert, die zou ik onmiddellijk neerknallen als ik de kans had. Ik ga nog liever dood dan dat ik in een rij sta. Iemand die niet direct reageert op een aanvalletje van mij, die kan pas een echte aanval verwachten.
ik ben ongeduldig. Daarom ben ik misschien lastig, slim, geil, veeleisend en oppervlakkig. ik heb haast. Ik kan me al bij voorbaat doodergeren aan het getalm bij mijn begrafenis. Ik zou nooit deze laatste zin pas lezen als hij aan de beurt was. En dat ik vijftig jaar heb moeten wachten tot ik dit verbluffend eenvoudige inzicht in mijzelf verkreeg, dat is onvergeeflijk.