Kort en Klein
de meesten laten zich liever iets voorschrijven dan voorlezen
poëzie is een bijsluiter zonder medicijn
het Woord schiep eerst het licht, het allerlaatst de taal
onder het water het land, boven de vloed het gedicht
na een renaissance komen er te veel soorten barok
de os herkauwt zijn kerstverhaal voor een publiek van ezels
het publiek griezelt minder van spoken dan van geesten
tussen twee gedichten heerst de afasie
de literaire traditie is even imposant en illusoir als de Chinese muur
Ik kan niet liegen.
Dat ik de waarheid spreek is onvermijdelijk, en daai mee verliest die waarheid zijn waarde. Ik moet daarom een fantasia van waarheden organiseren, waar de leugens als mirages boven komen hangen. Aan de toeschouwers is het maken van ongerijmde, hoezeer ook door mij voorziene gevolgtrekkingen wel toevertrouwd.
Wie fictie en non-fictie ondereenmengt maakt zich ongrijpbaar, maar niet onfeilbaar. Wie mij een vlieg afvangt, krijgt een boek.
De kinderspeelplaats is het domein van de libellen: tegen de avond zijn er altijd wel twee of drie actief. Doen de boven de huizen opererende gierzwaluwen aan jachtvliegtuigen denken, zij lijken met hun vier doorzichtige wieken en hun lange, horizontale achterlijf op gevechtshelikopters. Hun vooruitgestoken poten hebben zelfs wel iets van mitrailleurs, en zijn niet minder effectief. Die op de grond moeten altijd nog roepen: jij bent dood.
Jan Kuijper