| |
| |
| |
H.H. ter Balkt
Het lam van bikini (1954)
Dat waren mooie dagen, voor de ananas voortreffelijk
Schepen legerden zich in een ring om het eiland
Oude oorlogsbodems; goed in de verf
De eilandbewoners verteld ‘Jullie moeten gaan;
neem alles mee wat je dragen kunt. Het wordt hier
warm en schitterend, er zal een teken verschijnen
boven jullie eiland Bikini dat iedereen leren zal
wat eerbied is; ja, voortaan zullen jullie vijanden
huilend van schrik zich in een hoekje verstoppen
Maar eerst gaan jullie uit jullie behuizingen’
De huizen op Bikini werden in de as gelegd
en de eilandbewoners vertrokken in houten bootjes,
ze keken om naar hun branding en hun strand
Stalen schepen, frivool blauw bemand,
legden zich in een ring om de roestende wrakken:
op die oudjes werden schapen, geiten, lammeren
vastgeklonken aan hekken: dat was om te kunnen zien
wat het effect van het grote teken op hen was
(Voor alle zekerheid werden de schapen geschoren)
Niet uit Ur steeg het aartsvaderlijk vliegtuig op
Boven het bomluik de verlossing verborgen, 't probate
medicijn, toepasbaar wanneer een paradijs vlam vatte
Een vrolijke plankenkoorts woedde op de schepen,
de gloednieuwe, van de vreemdelingen in de Oceaan,
terwijl ratten haastig van boord klauterden, diepzee-
vissen zich met grote snelheid weghaastten van Bikini
Oogkleppen op; de wind viel stil; het vliegtuig
| |
| |
naderde, wierp zijn geschenk af voor ‘Utopia’;
een rond vuur verteerde de hemel, de zee steeg
als een verdronkene hemelopwaarts, maar de hemel
had zich al (witte gemaskerde) vermomd als vuur
Alchemie die eindelijk de vier elementen mengde!
Een gloed als van goud daalde uit de doorgesneden
wolken, uit het gevierendeelde water, uit de ogen
van die andere offers, vastgeketend aan de dekken
De alchemisten - als piraten! - enterden
de afgeschreven oorlogsbodems (geen enkel gevaar)
en stelden koudbloedig vast dat het geschut
vervaarlijk was gekromd, op de dekken schots en
scheef hangend, en hun frisse verf was zeer
(onvoorstelbaar) geblakerd; alle proefdieren stil
verkoold - met tedere zorg verdonkeremaand; één
lam was blijven leven, het schudde zachtjes heen
en weer; het kreeg voer (radio-actief hooi) uit een zak
Zijn bloedig oor getoond, het verzette zich niet,
het had als ontketende leeuwen horen brullen
de getransplanteerde zee, de hemel en de aarde, stil
in zijn leeuwenkuil... Een hymne aan dat lam prevelen
- zingen kunnen ze niet - sindsdien de onbewoonde stranden van Bikini
want de tongen die ooit hymnen zongen kunnen dat niet meer
| |
| |
| |
China, juni
De dichter is maar blinde
vlier, hij kreunt en zingt
in de wind die in hem klimt
In juni bloeiden op dat plein papaver en gentiaan
(die elkaars geheime zwijgende geliefden zijn)
Demonische kweekgras-wortels mokten... Bloemkronen
lokten duizend plukkers uit hun schaduw
Woest doemden voerlieden op in hun maaidorsers
van steen waarvan de stenen wielen ratelden; hard
snerpten zwepen in de stenen hand van de menners
die neermaaiden de papaver en de gentiaan
De dichter is maar blinde
vlier, hij zwijgt en zinkt in de wind
| |
De puzzelaars
Vleermuisogig, ingeklapt hun vleugels,
legpuzzelstukjes als molshopen op de tafel
staren mompelend tovenaars en tovenaressen
(geheime radar verbindt hen met 't duister)
hoog in hun grijze toren - het landschap draagt
scheve wegwijzers aan, droevige grassen -,
drukken de legpuzzelstukjes vast aan elkaar,
met een knap die op een wiekslag lijkt
en smeden onder de rookwolken fotografieën
van kleurrijke steden, bewolkte havens met
een enkele wandelaar; auto's sluw naderend;
zij zijn de regisseurs en de regelaars;
geen stukje mag ontbreken, en telkens wanneer
of tafel een stad of een haven verschijnt licht
hun gezicht op, krimpt 't gras ineen: iemand
in die landschappen verdwijnt voor altijd
| |
| |
| |
Hoe nu verder
aan de vervaardigers van atlassen
Medicijnmannen weten niets
[uit de vervlogen pluktijden]
maar de snelweg weet niets
Hertshooi, breek het raam
Onweer, teken een rode tak
aan de hemel van 1 februari
Wie iets weten breken wij
Onder de luide zucht van wind
ratelen wij in trams; op wielen
Wij slapen, eten, drinken
Maar verder weten wij niets
Wij de liefsten van 't niets
dat misschien meer is dan wij weten
| |
In de Italiaanse espressobars
Zelfs zij die een ei eten eten 't ei fijnzinnig
En de koffiemachines smeden doorschijnend bijna
Hun verfijnde dampen. Geuren trekken eeuwenbrede
Rivieren over. Glas wordt hier kristal. Dranken
kleuren tot elixers. Bezoekers zijn haast al fresco's op de tegelwand
| |
Hakblok
Zoals op het hakblok de hanekop valt
zoals de hanekop valt, zo staarde ik
een tijdlang rond in jullie wereld
|
|