De veerweg, omlaag geleid, drenkt zich. De overkant tegenover - het andere
zelfde
Er is een zweem van onvastheid, een gedeeld lot
Publiek, op doortocht op de pont aangewezen geschiedenisloos dier. Instinct
bekropen
niets
Grote gesloten vlottende ruimte - duistere
vloer
Meute tussen angst en
afweging
Geen overige wereld is er. Uit deze val schijnt ieder een goed
heenkomen te zoeken
Men voelt de huiver voor de stroom, het zwarte, de nabije nacht, het
verloren gaan
[pagina 75]
[p. 75]
Kees Ouwens schreef nevenstaand gedicht in opdracht van Jan Hoekstra bij deze tekening van Jürgen Partenheimer. Gedicht en tekening werden als nieuwjaarswens 1989 verstuurd