De Revisor. Jaargang 16(1989)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 78] [p. 78] Stefaan van den Bremt Eén grote waakvlam is de dag. Een baai van goud en diepblauw is de hemel. Jij zit in de tuin en kijkt op als een kraai hikt van de hitte en krast, of op een lei- en dak gegriffeld wordt. Je zit te schrij- ven in het eerste leerjaar. Hou je taai, 't is hanepoot en baksteen. Ben je blij- ven zitten? En nog vind je niet je draai? Alleen waar vuur heerst, heilig vuur, ontwaakt de ware schrijfaandrift. Dat vuur volmaakt het handwerk van het schrijven, een gedreven aaneenrijgen van letters die gaan leven en naderhand het woord, de zin, los zand tot glas versmolten, hard en transparant. [pagina 79] [p. 79] Met andere ogen 1 Bij elke blik in de spiegel leest hij me de les, levens- groot. En zonder een woord houdt-ie me 't gezicht voor dat hij aan mij toeschrijft en ik herlees. 2 Schrikken blijf je, telkens als je omziet en je bent 'm, hij is op jouw levenspad: de held van de dag tot de laatste snik die je op kousevoeten op de hielen zit, - nachten lang lig je te rennen als een gek om aan die kwelgeest te ontkomen. Nog ben je niet ik, de wenkende ginds voor je uit die weer in je slaap zal verzinken. Je bent de plotselinge uithaal naar de einder en het begin van de nieuwe zin, de gedachtenstreep ben je die de held op een zijspoor zet, uit- weiding weg van het asfalt in het vrije veld. 3 Bij elke blik in de spiegel verrijst mijn dubbelganger en ik lijk dood. En rouwig schouwt hij met andere ogen die hij erkent als de mijne en ik herleef. Spiegel, open baar jij de toe komende in mijn huid. En ik ga dicht. Vorige Volgende