De Revisor. Jaargang 16(1989)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Koos Geerds De valkenier Vrouwe, alvorens mijn instructies te beginnen omtrent de listen en genoegens van de jacht, waarom u mij verzoekt in uw vererend schrijven, dat mij zojuist bereikt - bezweet nog van een tocht haast ik mij u vooreerst mijn wijding te betuigen. De afdruk van uw ring in 't donkerrode lak deed mij straks duizelen, maar ik vermande mij; zo ongemerkt ging dit: ik greep een beker wijn en dronk, alsof ik dra van dorst bezwijmde, dat wel geen sterveling (ik zweer het bij het licht dat uit uw ogen straalt) iets laags van uw bericht kon denken. Wanneer wij ons onledig houden met het spel - waarover ik, wanneer ik aanstonds op gepaste wijze een bad genomen heb en het inwendige versterkt, tot in bijzonderheden voor u hoop uit te weiden - is het de kunst steeds hogerop te jagen en alle drift te sturen naar de wil van de techniek, die God ons openbaarde om in elk deel van de natuur Zijn wet en regel te ontwaren en van Zijn welbehagen een louter en volkomen deelgenoot te zijn. Zo brengt ons elke ademtocht de dienst te binnen waarom de schepping aan ons hart werd toevertrouwd; laat ons de vrede en de onschuld in elkaar beminnen, opdat de liefde niet als buit wordt neergehaald. Het vluchtbeeld van de prooi en van de valken zij daarom niet het voorwerp van de allereerste zorg, om van de paarden en 't gezelschap nog te zwijgen, hoewel verwaarlozing hiervan de mooiste jacht bederft. [pagina 29] [p. 29] Elk mensenkind houdt voor de hoogste vreugd waarvan hij meer geniet dan van de rest; geen streling van de zinnen doet mij deugd, iets beters heb ik en wel 't allerbest. Zag ik u tussen hoge beukestammen ooit weer verschijnen als toen ik uit uw oog nog niet was weggebannen; uw heerlijk haar, dat op uw schouders valt, het hemelsblauwe kleed neergolvend op uw voeten, als een gespannen veer zich om uw handschoen klemmend de Vogel, de telganger met liefkozing beloond; ja dan geloofde ik niet alleen, maar zag: Haar gunst is sterker dan de slechtste naam, meer waard dan aanzien, kostbaarder dan kledij, een groter vreugd dan paard en havik samen - Op deze lust, op Haar beroem ik mij. O, glimlach niet om William, u kent het hard bedrijf zeer wel 'k Beijver mij hier om het spel, dat mij van u verdreef... Lees, ons verenigend, en herlees, wat ik van ver u schreef. Vorige Volgende