De Revisor. Jaargang 15(1988)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 166] [p. 166] Kees 't Hart Jeugd In geuren stond Assisi onder de regenboog in geuren stond ik boven de stad Assisi Ik was donker als glas ik woonde bij de tempel van de stad Assisi ik was stof van de stad Ik proefde stof en beelden ik verfde mijn kleren ik sliep onder de toonbank van mijn vader en moeder Ik plakte boeken dicht ik voelde hoornvlies en maag ik verzamelde stenen ik opende en sloot mijn anus Ik waste de stenen van de lange bruggen ik richtte vitrines in ik speelde beelden na O, ik sliep en scheet onder de bruggen van Assisi de zon was mijn zon de maan was mijn maan Ik wist: in stenen van Assisi schijnt de zon groeien de stenen de tegels mijn stenen mijn tegels Ik leefde als jongen in de straten van Assisi ik was gemaakt voor de wolken van Assisi Ik noemde: mijn regen mijn krekels mijn zon ik vertelde: dit is mijn stem, mijn vuurvlieg Mijn voeten kletterden door de stegen van Assisi ik verfde mijn bruggen mijn muren mijn uitstalkasten Ik noemde stof en poeder bij de namen van Assisi ik zwierf langs de ramen en vitrines van Assisi Ik riep: Assisi jij bent mijn toonbank mijn vitrine van wereld mijn stof en bloemen, mijn zon Stof, speeksel, toonbeeld, wolk, ezel, doos en stof, goud en stem, en beeld: ik was een stoffen beeld Mijn moeder waste de stenen van Assisi mijn vader telde de stenen van Assisi [pagina 167] [p. 167] Zeg niet: het waren de stenen van Assisi zeg: het waren mijn stenen van mijn Assisi Ik nam kersen mee uit de heuvels van Assisi vuurvliegjes en kamperfoelie emmers en verfkwasten Ik zag: vader en moeder slapen onder de toonbank ik wist: de zon is mijn eigen minnezanger Ik oefende mijn stem ik sloeg mijn borst ik toverde vissen op mijn schorre huid Zout naast hout, zand, krekels, termieten ik was warm als een geit onbruikbaar als een lam Ik was minnezanger van alle zangers van de lucht ik sloeg bekkens pamfletten en gelijmde boeken Ik zag mijn vader op de heuvels van Assisi ik warmde mijn ledematen in vuur van mijn gele aarde Ik schreeuwde op het aambeeld van Assisi ik vliegerde ik rangschikte het stof ik danste op de pleinen Ik riep: gun mij de verf gun mij het zout gun mij mijn oren mijn toonbank en vitrines Ik werd een kleine donkerbruine jongen ik ontwierp geluiden ik was zo geil als stof Ik waste steen in zand ik lijmde hout aan boeken ik vergruizelde beelden van Assisi mijn Assisi Ik vergruizelde scherven achter de tempel van Assisi ik borstelde mijn kleren mijn beitels en ballades Ik verwierp mijn netvlies mijn stem mijn beelden ik verfde de vitrines onder de kleuren van Assisi Assisi was mijn hok van licht en tafels en van stof waren de vitrines van mijn voorwerpen Ik was jongen van glas ik schilderde mijn kleren ik maakte stof uit zand in de straten van Assisi. Vorige Volgende