De Revisor. Jaargang 14
(1987)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 40]
| |
Anton Haakman
| |
[pagina 41]
| |
den als de perfide vrouwenverslinder Ruthven Glenarvon. Ruthven was de naam van een oude Schotse familie, die zich had beziggehouden met alchemie, hekserij en zwarte magie. Polidori kende Byron van zeer nabij. Hij had hem, als lijfarts, vergezeld op diens reis door de Nederlanden, Duitsland en Zwitserland, en hij was goed op de hoogte van de uitspattingen van deze elegante verleider. Op verzoek van Byrons uitgever hield hij een dagboek bij van Byrons doen en laten. Het verscheen postuum in gekuiste, verminkte vorm. Polidori was grenzeloos jaloers op Byron. ‘Wat kan jij beter dan ik?’ vroeg hij toen ze door Duitsland reisden, langs de Rijn. Byron antwoordde: ‘Ik kan die rivier zwemmend oversteken, ik kan die kaars op twintig pas afstand snuiten met een pistoolschot, en ik heb een gedicht geschreven waarvan op één dag 14.000 exemplaren zijn verkocht.’ (The Corsair). Daarop wilde Polidori vergif uit zijn medicijnkist innemen, maar Byron verhinderde dat. Toen Byron in Zwitserland had kennisgemaakt met Shelley, was Polidori zo jaloers vanwege hun vriendschap dat hij Shelley uitdaagde voor een duel en Byron sloeg met een pook. Byron schreef later aan Murray: ‘Ik heb nog nooit zo gewalgd van een menselijk produkt als van die eeuwige onzin, die pesterijtjes, die leeghoofdigheid, dat slechte humeur en de ijdelheid van die jongeman.’ Wel gaf hij toe dat Polidori gevoel voor humor had, en talent. Talloos zijn de overeenkomsten tussen Polidori en zijn personage Aubrey. Zo was Polidori door zijn familie gewaarschuwd voor Byron, die Engeland in 1816 vanwege zijn zeer slechte reputatie en zijn schulden voorgoed verliet. Eén overeenkomst was profetisch: Polidori is op zijn vijfentwintigste krankzinnig gestorven. Polidori's verhaal, waarin de motieven van de vampier altijd sexueel bepaald zijn, is gemodelleerd naar Byron - de slachtoffers zijn allen vrouwen - maar tegelijk naar de adelstand waar deze toe behoorde, met haar recht op de dochters van onderdanen, en haar belangstelling voor het blauwe bloed, en voor het rode bloed dat werd vergoten in oorlogen. Een stand die in die tijd dood was, maar toch niet dood, ‘ondood’ zoals dat heet in de latere vampierliteratuur, en bijna legendarisch. Een stand die nog over een sexuele macht en privileges beschikte waar de burger tegen opzag en over fantaseerde. Aubrey fantaseert over Ruthven, maakt van hem een droom-object, een vampier, dat wil zeggen een symbool van extreme losbandigheid. Het succes van The Vampyre was overweldigend - al of niet
John William Polidori
dank zij Byrons naam, die ook op de vertalingen stond. Het leidde in heel Europa tot een ‘vampiromanie’ en in Frankrijk zelfs tot een Byroncultus. Polidori's verhaal, de eerste Engelse literaire bewerking van de via Hongarije in Europa doorgedrongen Arabische legende, leidde in Engeland tot een traditie die via Le Fanu en vooral Bram Stoker (Dracula) leidde tot talloze vampierfilms. Goethe was de allereerste geweest die de vampierlegende literair vorm had gegeven, in Die Braut von Korinth (1797). Toen Polidori's Vampyre onder Byrons naam was verschenen, verklaarde Goethe het verhaal tot ‘het beste dat deze dichter heeft geschreven’. |
|