De Revisor. Jaargang 14(1987)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] Friedrich Hölderlin Toen ik een knaap was... 1797-1798 Vertaling Kester Freriks Toen ik een knaap was, Redde een god mij vaak Van het geschreeuw en de gesel der mensen, Toen speelde ik veilig en beschut Met de bloemen van het bos, En de zuchten des hemels Speelden met mij. En zoals gij het hart Van de planten verblijdt, Als zij u tegemoet Hun tere armen strekken, Zo hebt gij mijn hart verblijd Vader Helios! En, zoals Endymion, Was ik uw lieveling, Heilige Luna! O, al gij trouwe Vriendelijke goden! Als gij eens wist Hoe mijn ziel u liefhad! Wel riep ik toen nog niet U bij naam, ook gij Noemde me nooit, zoals de mensen elkaar noemen, Als kenden ze elkaar. Toch kende ik u beter Dan ik ooit de mensen kende, Ik begreep de stilte van de ether, De woorden der mensen begreep ik nooit. Mij voedden op de klanken Van het ruisende bos En liefhebben leerde ik Temidden van de bloemen. In de arm van de goden groeide ik op. Vorige Volgende