‘Ik bedoel’, zei de vrouw van Winston ongeduldig, ‘Het leven is daar toch heel anders, met mannen en vrouwen.’
‘Wat weet jij daar nou van?’ zei Winston. ‘Jij bent nog nooit in Londen geweest.’
‘Daarom vraag ik Mr. Phillips toch?’ zei zijn vrouw.
Mr. Phillips probeerde van Winstons tweede slok naar Engeland te schakelen, en naar vrouwen, maar hij kwam uit bij zijn aankomst in Kingston en bij de begrafenis en de bus naar St. Ann's Bay begaf het onderweg, waardoor hij bijna te laat was.
‘Ik ben al een oude man’, zei hij.
‘Hoe laat is het nou in Londen?’, zei de vrouw van Winston. ‘Ik wed dat die vrijer nu een ander in bed heeft, en dan gaat de telefoon en dan zegt hij tegen haar: laat maar bellen.’
Winston schoof zijn stoel naar voren en begon te delen. Zijn vrouw leunde onmiddellijk voorover en omsingelde met beide armen de stenen en schraapte ze naar zich toe.
‘Wacht! Wacht!’, riep ze. ‘We moeten op Maudlin wachten. Anders loopt de stand in de war.’
Als de veren van een broedse kip zakten haar bovenarmen en borsten over de stenen.
Mr. Phillips schakelde automatisch van de begrafenis naar het staatspensioen en door naar Winstons bierfles, die nu leeg was.
‘Als ze hier belde’, zei de vrouw van Winston, ‘dan was dat ook beter voor u, want je kan altijd wat extra rekenen voor de service. Dat doet de Lion Inn ook.’
Mr. Phillips hoorde voetstappen op de trap en Winstons vrouw boog nog verder over de tafel en fluisterde: ‘Daar is ze!’
Winston keek over zijn schouder naar de deur en toen Maudlin binnenkwam, begon hij te delen.
‘Zo, goed nieuws?’ vroeg de vrouw van Winston.
‘Waar bemoei je je toch mee?’ zei Maudlin.
‘Geen gehoor, zeker?’ zei de vrouw van Winston.
Maudlin keek naar Winston.
‘Is de jury al uit?’, vroeg ze.
‘Zijn nog steeds bezig’, zei Winston. ‘Maar het is een uitgemaakte zaak.’
‘Maar hij ontkent toch’, zei Maudlin.
‘Natuurlijk. Maar ik weet hoe ze er uit zag, toen ze op het bureau kwam.’
Mr. Phillips stelde eerst nauwkeurig vast dat hij geen dubbel-zes had en probeerde toen naar het proces te schakelen, maar hij gleed er voorbij en kwam uit bij de lege bierfles van Winston.
‘Ik moet even naar beneden’, zei hij.
De vrouw van Winston legde haar hand op zijn pols.
‘Nee Mr. Phillips, dat moet u nou niet doen’, zei ze. ‘Het kan best met het huis, maar zonder drinken. Ik heb het u voorgerekend.’
‘Ik pas’, zei Mr. Phillips.
‘Dan is deze voor mij!’, riep de vrouw van Winston en ze legde haar vijf & drie en dubbel-twee open.
‘Dat kan niet’, zei Winston. ‘Er is nog een andere drie in het spel. Wat heeft Mr. Phillips?’
Winstons vrouw greep de pols van Mr. Phillips en rukte de stenen uit zijn hand.
‘Toch nog een drie!’ riep ze en ze stampte met haar voet, waardoor ze haar knie stootte tegen de onderkant van de tafel. ‘Let dan toch op, man!’.
Mr. Phillips schoof zijn stoel naar achteren en Maudlin lachte en zei: ‘Het is toch maar een spelletje, mens.’
‘Hoe kan je nou een pension houden als je nog niet eens een spelletje kan spelen’, zei de vrouw van Winston boos, en hard.
‘Kom nou Jezus’, zei Winston. ‘Dat pension hier, dat doe jij toch zelf.’
‘Voor Mrs. Phillips ja’, zei zijn vrouw. ‘Wist ik dat ze zo'n zoon had.’
Maudlin keerde de stenen en deelde.
Mr. Phillips bedacht dat hij zich wel het vliegveld van Kingston kon herinneren, maar Gatwick kon hij zich niet meer voor de geest halen. Toen bedacht hij dat hij naar Engeland moest schrijven.
‘Als het je niet bevalt hier’, zei Maudlin tegen de vrouw van Winston, ‘waarom ga je dan niet ergens anders wonen?’
‘En jij, waarom ga jij niet in Londen wonen?’ zei de vrouw van Winston.
‘Wat vertelde de zuster toen ze bij je kwam?’ vroeg Maudlin.
‘Dat hij zo dronken was en haar zo sloeg, dat ze zich niet meer kon verzetten’, zei Winston.
Hij lachte.
‘En dat hij elke nacht zo dronken was en dat ze zich elke nacht niet meer kon verzetten.’
‘En hoe lang ging dat al zo?’, vroeg Maudlin.
‘Ach hou toch op’, zei de vrouw van Winston.
‘Al maanden’, zei Winston, ‘ze kwam er net onder vandaan toen ze bij me kwam.’
‘Ach smeerlapperij’, zei zijn vrouw. ‘Ik pas.’
‘Ik ook’, zei Winston.
‘Dan is deze voor mij’, zei Maudlin.
Ze keek naar Mr. Phillips.