De Revisor. Jaargang 13(1986)– [tijdschrift] Revisor, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] Hans Vlek Bevindingen De heilige weg, alwaar een Amsterdams zwembad, het mystieke pad. Drankloze hoofdbrekens zonder vrouw, vlees en nicotine, zonder geld, huis en have. Mediteren in een lege bunker en opgaan in groen, gras en God. Dan wegens landloperij worden opgenomen in een gekkenhuis, en daar in lotuszit spiernaakt muurstaren in de isolatiecel met medicijnen tegen monnikschap. In het tao van het schrift jaren later lachen om de eenvoud van zo veel complexiteit die zich zo simpel schrijven laat, als 'n versje. Voilà Ik smacht naar het gedicht als een ander naar vrouw of borrel, bord bonen, heroïne of een huis en zit voor het raam en droom met de wind door de takken van de boom voor het raam. Dit smachten verteert mijn ziel als houtworm een deurstijl in een operadécor. Mijn ziel die lijkt op 'n fles oude kostbare wijn die stil onder een viooltoon ligt. En dan savonds, op het kussen, woelt zich een regel bloot, als een wulpse maagd uit schedelbaring, alleen in rijm ter paring. Maar het rijm is voor de gekken. Dus ik maar smachten als Euripitron naar de kus van Heliocone. Die beroemde tongkus nog wel, met de nasmaak van jonge knoflook. En voor je 't weet: voilà! [pagina 15] [p. 15] I musici Zouden er in één antieke viooltoon werkelijk werelden huizen? Bepruikte kolonies in tafzij en de geur van het vergetene, menuetten dansend in een theehuis aan een eeuwig groene rivier? Mijn ziel scheurt als een gelooide huid bij het horen van kamermuziek, mijn tranen worden ongedolven diamanten achter een voile van ongeloof. In mijn zak geen enkel zilverstuk, in mijn hart een brandende liefde. Mijn jonkvrouw speelt spinet. Light verse Ik heb m'n kast vol poëzie, allemaal onzin uit 't onderhemelse. Onnut vernuftig geklets van wijndrinkers en druggebruikers terwijl ik boer bij 'n biertje en in 'n ideaal van taal ultieme vrede mix met de pijn van de goot. Allemaal niks bijzonders. Urn en moederschoot. En ik glimlach als een echte dichter, en breek mijn regelen als hostiebrood tot vrolijk weerzien na de dood. Vorige Volgende